De Dienst Vreemdelingenzaken: waar steeds meer willekeur regeert

Met mondjesmaat komt het protest tegen de deportatiewet van Theo Francken op gang. Die bepaalt dat mensen op basis van vermoedens kunnen gedeporteerd worden, ook al zijn ze hier geboren en getogen. Niet een rechter beslist daarover, maar ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze deportatiewet is echter niet de enige die van ambtenaren binnen DVZ 'rechters' maakt.

dinsdag 21 februari 2017 16:46
Spread the love

In 2016 was er nogal wat te doen rond de nieuwkomersverklaring van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA). Volgens vele commentatoren was die nieuwkomersverklaring een maat voor niets, rammelde de tekst en betrof het een loutere symboolpolitiek. Dat klopt allemaal, maar er is ook een ander facet aan de wet over die nieuwkomersverklaring die zorgen doet baren.

In de goedgekeurde en inmiddels van kracht zijnde wet over de nieuwkomersverklaring staat onder meer duidelijk dat de betrokken personen “inspanningen tot integratie” moeten leveren om hun verblijfsrecht te behouden. Wanneer geen “aantoonbare inspanningen” worden geleverd, kan de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) het verblijfsrecht intrekken. Deze eis is van toepassing op alle vreemdelingen die verblijf aanvragen na 26 januari 2017.

Er zijn echter ook uitzonderingen: erkende vluchtelingen, personen die internationale bescherming vragen of buitenlandse studenten zijn uitgesloten van de verplichting om “inspanningen tot integratie” te leveren, net als minderjarigen of mensen die mentaal onbekwaam zijn.

Wanneer je dus niet onder één van deze uitzonderingscategorieën valt, dan moet je voortaan bewijzen dat je inspanningen levert om te integreren. Het zijn ambtenaren van de DVZ die daarover zullen oordelen. In de wet worden criteria opgenoemd die de ambtenaren toelaten om integratiebereidheid te toetsen. Werken, studeren, taalkennis, actief deelnemen aan het verenigingsleven en een blanco strafregister zijn factoren die wijzen op integratiebereidheid.

Maar, zo wordt ook uitdrukkelijk vermeld, deze criteria zijn niet “limitatief”. Daarmee wordt bedoeld: ook al voldoe je aan al deze criteria, dan nog kan beslist worden dat je niet de bereidheid vertoont om te integreren. Concreet komt het erop neer dat ambtenaren van de DVZ eigenlijk autonoom kunnen beslissen wie volgens hen voldoende bereidheid vertoont tot integreren en wie niet. Het is daarbij volstrekt onduidelijk welke criteria doorwegen en welke niet. Pure willekeur dus.

De DVZ wordt zo onder staatssecretaris Theo Francken steeds meer een kleine dictatuur. Mensen kunnen uitgewezen worden op basis van vermoedens, of omdat ze schijnbaar geen inspanning leveren om te integreren. Er is weinig tot niks geweten over hoe beslissingen tot stand komen en zelfs niet op basis waarvan ze genomen worden, want deze wetten laten bijzonder veel ruimte voor willekeur.

Op die manier meet de uitvoerende macht (de regering) zich steeds meer de rol van een rechterlijke macht aan. Dit is een schending van de scheiding der machten, het basisprincipe van de democratische rechtsstaat. Een groot deel van de mensen die niet over de Belgische nationaliteit beschikken zijn dus overgeleverd aan het volstrekt ondemocratisch en willekeurig bewind van de DVZ, een dienst die dankzij deze wet op eigen houtje kan beslissen of levens gekraakt of gemaakt worden.

Francken lijkt alvast niet van plan om een evenwichtig beleid te voeren. Vandaag (21 februari) liet hij nog optekenen in DeStandaard: “Binnenkort teken ik met plezier een dik pak intrekkingen van verblijf”.

Meer info vind je hier.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!