Nood aan een alternatief cultuurforum

Nood aan een alternatief cultuurforum

De Belgische cultuurpolitiek maakt surrealistische tijden mee. Terwijl de kaalslag zich voltrekt, organiseert cultuurminister Gatz volgende week een cultuurforum om het over digitalisering te hebben. Brusselse politici willen ondertussen scoren met een nieuw museum dat wat prestige van de Centre Pompidou-keten uit Parijs afkoopt. En dat terwijl het debat over de sociaaleconomische uitholling van onze cultuursector moet gaan, waar de niet-marktconforme cultuurwerkers de eerste slachtoffers zijn.

vrijdag 30 september 2016 12:02
Spread the love




De Croo vindt het ook jammer

Tom Lanoye herhaalde op De Afspraak (28/9) nogmaals een pijnlijke waarheid: “we zitten in een realiteit van steeds meer bezuinigen en alles op de markt gooien. Als je alles marktbestendig en gehoorzaam maakt, betaal je daar een prijs voor. Die prijs is immaterieel. De grote generatie van de jaren 1980 (Jan Lauwers, Josse De Pauw, Fabre, De Keersmaeker… ) die de blitz maakte, zijn het resultaat van het beleid dat nu wordt afgebroken. Dat is aantoonbaar.”

Alexander De Croo (Open VLD) repliceerde dat de overheid inderdaad een belangrijke rol heeft om de kunsten te steunen en moest toegeven dat het jammer is dat dit vandaag in Vlaanderen te weinig kan gebeuren.

We zijn dus op een punt gekomen dat zelfs liberale wegkijkers voor de camera moeten toegeven dat we compleet verkeerd bezig zijn. Desondanks nodigt minister Gatz de sector volgende dinsdag uit op een zoveelste cultuurforum waar we het over het belang van digitalisering moeten hebben.

Alsof de cultuurorganisaties die vandaag flink moeten saneren daar nog middelen voor hebben. Alsof je het tekort in ondersteuning van kunstenaars kan wegwerken met een blinkende website en een zoveelste nieuwsbrief. Zouden we het niet beter over mensen en kunst hebben in plaats van computers?

Kunst als instrument voor profileringsdrang

Ondertussen pakt sp.a in Brussel uit met de opstart van een nieuw museum in het oude Citroën-gebouw. Dit, nota bene op dezelfde dag van de vierde grote vakbondsbetoging in Brussel tegen de sociale afbraak. Het getuigt van een misplaatste profileringsdrang op een moment dat het Jubelpark en KMSKB doelbewust verder verwaarloosd worden, dat er gehakt wordt in het Vlaamse institutionele veld van cultuurorganisaties en de middelen voor projectsubsidies droog lopen.

Terwijl kunstenaars tegen een precair bestaan aanbotsen moeten we blij zijn met een beetje symboolpolitiek, geleend uit Parijs? Waarom trouwens ‘prestige’ laten invliegen terwijl we ook kunnen inzetten op bijvoorbeeld een sterk huis zoals Wiels (of op een degelijke cultuurproductie door onze eigen VRT)?

Het is een pijnlijk voorbeeld van de business rond musea als merken. ‘McGuggenheim’ achterna, met tentoonstellingszalen die de naam van sponsorende bedrijven dragen. Zo was een Guggenheim-filiaal in Berlijn simpelweg een onderafdeling van Deutsche Bank (die vandaag nota bene op de rand van een crash staat). Het kreeg de naam ‘Deutsche Guggenheim’ mee, verwijzend naar het logo van de sponsor, en niet ‘Guggenheim Berlijn’. Waarom staren we ons blind op commerciële verhalen waar andere landen al van terugkomen?

Heel het traject van het Citroën-gebouw diende overigens om een manco in het eigen collectiebeleid op te vangen, om collecties die nu in Brusselse kelders zitten alsnog aan het publiek te kunnen tonen. Van die ambitie blijft vandaag niets over. Het aangekondigde museum dient daarentegen als electoraal monument.

De kunst dient hier slechts als lifestyle-instrument om de belevingseconomie rond de kanaalzone wat hipper te maken. Zouden we niet beter investeren in de eigen collecties en de eigen gemeenschappelijke cultuurgeschiedenis in plaats van een pronkerige franchise waardoor alle Europese steden op elkaar gaan gelijken met dezelfde dominante ‘merken’ en dezelfde reizende tentoonstellingen met een monocultuur van dezelfde grote namen tot gevolg?

Mediageniek schijnoverleg

En dan is er het ‘cultuurforum’. Dat werd ooit opgericht als een politiek instrument om het overleg met en de inspraak vanuit het kunstenveld te bevorderen. Helaas is het steeds meer afgegleden naar een theaterstuk waarin de minister een ‘overleg’ opvoert, en het forum gebruikt om het agenda te bepalen.

Juister: een publieke voorstelling om het niet over de urgenties van de sector te moeten hebben ten gevolge van het huidige besparingsbeleid, maar over andere onderwerpen die naar de bredere maatschappij en de media toe dan voorgesteld worden als zijnde de ware kopzorgen.

Met het cultuurforum van 4 oktober met als onderwerp ‘digitalisering’ wil minister Gatz overgaan naar een ‘business as usual’-sfeer. Nochtans zijn de vele cultuurorganisaties die het vanaf nu zonder of met veel minder subsidies moeten stellen en de toenemende groep kunstenaars die als een ‘creatieve ondernemer’ hun eigen armoede moeten organiseren allerminst met de ‘digitale cultuur’ bezig.

Het theatertijdschrift Etcetera verzamelde enkele getuigenissen over de crisis die zich momenteel aan de basis voltrekt. Zelfs De Standaard maakte recent wat ruimte vrij voor nieuws over de slachtoffers van de subsidies (29/9). Daar moet een cultuurforum over gaan. Die problemen kan je helaas niet weg fotoshoppen met de nieuwste webtool.

Alternatief cultuurforum

We hebben nood aan meer ondersteuning van jonge makers, niet aan robotten.[1] Een cultuurforum hoort een plein van discussie te zijn. Wij willen het hebben over het te kleine budget voor de structurele subsidies, de organisaties die afgevoerd werden en de gaten die dat slaagt.

We willen het hebben over de nood aan een verdubbeling van het budget voor de projectsubsidies, de woordbreuk van de minister, de discrepantie tussen woord en daad, het gebrek aan democratie waardoor organisaties en kunstenaars steeds maar dat rondje van de kast naar de muur moeten lopen.

We willen het hebben over de recente actie voor de kunsten, en waarom die totaal genegeerd wordt door dit beleid. Wij willen het hebben over de initiatieven van het collectief State of the Arts dat al jaar na jaar een symposium plant om het belang van meer fair practice in het kunstenveld aan te kaarten (zoals met het publieke forum Solidarity. How do we work together?) en waar de minister potdoof voor blijft. Terwijl in Nederland het idee van een fair practice label bijvoorbeeld wel door het beleid ernstig wordt genomen.

Wij hebben nood aan een echt sectoroverleg en dat zullen we zelf moeten organiseren. Het is al erg genoeg dat het kabinet (en de betrokken organisaties) zich inspanden om te vermijden dat een kritische stem zoals Barbara Raes een zegje mocht doen op een prijsuitreiking tijdens het Theaterfestival.

 

Robrecht Vanderbeeken is filosoof, auteur van Buy Buy Art (EPO) en lid van de toekomstgroep van ACOD Cultuur

[1] Recent verscheen er opnieuw een studie die wijst op de precairisering van de cultuurwerkers, in opdracht van mediarte.be, het sociale fonds voor de audiovisuele sector.

take down
the paywall
steun ons nu!