Analyse -

Unidos Podemos slaat niet echt aan, Spaanse impasse blijft

Linkse eenheidslijst Unidos Podemos behaalt evenveel zetels als de betrokken partijen afzonderlijk in december 2015. De grootste verrassing komt van de overzijde, waar de conservatieve Volkspartij van premier Rajoy wint ten koste van de nieuwe rechtse partij Ciudadanos en de sociaal-democraten van de PSOE. De politieke impasse is daarmee onveranderd.

maandag 27 juni 2016 16:27
Spread the love

De Spaanse verkiezingen van 20 december 2015 waren om meerdere redenen historisch. Na het herstel van de democratie in 1975 (na de val van de militaire dictatuur van Franco) oefenden de conservatieve Volkspartij PP en de sociaal-democratische PSOE afwisselend de macht uit. Deze twee partijen konden beurtelings meerderheden behalen qua zetels in het parlement, dankzij de voor de grote partijen voordelige verdeelsleutel van het kiessysteem.

Breuk met het tweepartijensysteem

Bij de verkiezingen van 20 december 2015 werd dat systeem voor het eerst doorbroken. Nieuwkomers Podemos (‘wij kunnen’) aan de linkerzijde en Ciudadanos (‘burgers’) aan de rechterzijde haalden in één klap 69 en 40 zetels met 20,7 en 13,9 procent der stemmen. Voor het eerst werden de politieke leiders van de twee machtspartijen geconfronteerd met de noodzaak van coalitieonderhandelingen. Dat is in de Spaanse politieke cultuur onbekend terrein.

Die onderhandelingen liepen op niets uit, zodat de koning zich verplicht zag opnieuw verkiezingen uit te schrijven op 26 juni 2016. De enige verandering van betekenis sinds de verkiezingen zes maand eerder was het initiaitef van Podemos onder leiding van Pablo Iglesias om een eenheidslijst te vormen met kleine linkse en regionale partijen Izquierda Unida (IU, ‘verenigd links), Equo (samengaan van meerdere lokale groene partijen) en 11 kleine partijen. Die zijn alleen in bepaalde regio’s of steden actief. Van deze partijen had alleen IU zetels behaald in het nationale parlement op 20 december 2015, met twee zetels, een verlies van negen tegenover de verkiezingen van 2011.

Eenheidslijst slaat niet aan

Unidos Podemos (‘samen kunnen we’) haalde in de opiniepeilingen 25 procent en zou zelf de sociaal-democratische PSOE overstijgen, waarmee ze de tweede partij van het land zou worden. Dat bleek een zware misvatting. Unidos Podemos behoudt exact de 71 zetels die Podemos (69) en IU (2) hadden behaald zes maand eerder, maar verloren wel duizenden stemmen.

Dat ze nu desondanks evenveel zetels behalen komt alleen door de kiesdeler die maakt dat grotere lijsten gemakkelijker zetels veroveren. Waar Podemos zes maand terug heel wat zetels behaalde met ruim stemmenoverschot werden nu ook meerdere zetels met slechts een klein overschot behouden.

De sfeer op de verkiezingsbijeenkomst van Unidos Podemos sympathisanten in het Brusselse café La Tentation was dan ook zeer gelaten. Daar volgden de Belgische Spanjaarden de resultaten op zender La Sexta (‘de zesde’). Van zodra de gedeeltelijke resultaten binnenkwamen waren de tendenzen duidelijk.



De sfeer onder de Belgische Podemos-aanhangers in La Tentation was bedrukt. Ze hadden anders verwacht (dewereldmorgen.be)

PP wint ten koste van Ciudadanos en PSOE

De PP ging fors vooruit ten koste van de andere nieuwe rechtse partij Ciudadanos en van de andere traditionele machtspartij PSOE, terwijl Unidos Podemos stagneerde. Het discours van eerste minister Mariano Rajoy van de PP tijdens deze tweede verkiezingsstrijd in zes maand had blijkbaar effect. Rajoy gedroeg zich tijdens debatten steeds als de redelijke stem in het midden, de wijze man met ervaring, die geen gevaarlijke experimenten zou wagen.

Het samengaan van Unidos Podemos op nauwelijks enkele weken voor de verkiezingen, net op tijd voor de registratie van de kiezerslijsten, wist geen nieuwe kiezers te overtuigen. Voor heel wat Spanjaarden blijft de IU de incarnatie van de oude communistische partij en zijn regionale partijen, die meer lokale autonomie voor de regio’s eisen, nog steeds een brug te ver.

Woordvoerder Íñigo Errejon gaf op de verkiezingsavond rond 21 uur, met ongeveer 65 procent van de resultaten bekend, toe dat de gestelde verwachtingen niet werden vervuld. “Dit is geen goed resultaat. Het betekent dat de versnelde verandering die we voorstaan er niet zal komen. We trekken ons op aan de consolidatie van ons kiespotentieel, maar wij lieten ons misleiden door de opiniepeilingen die er weeral eens ver naast zaten.” Even later verklaarde uittredend eerste minister Rajoy: “Wij eisen het recht op om een regering te vormen.” 

Makke campagne

Recente corruptieschandalen die uitkwamen na de vorige verkiezingen amper zes maand eerder, waarbij politici van de PP waren betrokken, bleken geen enkele impact gehad te hebben op de Spaanse kiezers. De tweede verkiezingsstrijd in een half jaar was bovendien bijzonder mak. Het resultaat van Britse referendum van drie dagen eerder kreeg de vrijdag en zaterdag voor de verkiezingen zelfs meer aandacht in de media dan de verkiezingen zelf.

De positie van de PP is versterkt, maar de politieke impasse na 20 december 2015 is dezelfde gebleven. Samen halen de PP en Ciudadanos 169 zetels, 7 te weinig voor een parlementaire meerderheid. Samengaan met minstens twee van de kleine linkse en/of regionalistische partijen is zo goed als uitgesloten voor de PP. Centraal gezag vanuit Madrid is voor deze partij nog altijd een dogmatisch principe.

De PSOE en Unidos Podemos halen samen 156 zetels, 20 te weinig voor een parlementaire regeringsmeerderheid. Voor een numeriek werkbare meerderheid moeten beide partijen zowat alle andere kleine partijen opnemen, die samen 25 zetels hebben. Voor de PSOE is samenwerken met regionalistische partijen echter al even onverteerbaar als voor de PP.

Andere machtsverhoudingen, zelfde probleem

Bovendien liggen de machtsverhoudingen binnen een dergelijke linkse coalitie heel anders. PSOE en Unidos Podemos zijn met respectievelijk 85 en 71 zetels elkaar waard, terwijl een rechtse coalitie van PP en Ciudadanos met een machtsverhouding 137/32 heel anders ligt. De PSOE ziet het echter net als zes maand eerder niet zitten om met een partner te regeren die ‘linkser’ is dan zijzelf. Dat heeft de partij gemeen met zowat alle sociaaldemocratische partijen in Europa.

Een andere mogelijkheid is een rechtse minderheidsregering van PP/Ciudadanos die op de onthouding van de PSOE kan rekenen of een monstercoalitie van PP en PSOE. De PP ziet dat wel zitten, de PSOE beseft echter dat ze als junior partij in een dergelijke coalitie alleen maar uitkijkt op een electoraal fiasco vier jaar later. Verrassingen zijn niet uit te sluiten, maar voorlopig ziet het er niet naar uit dat er snel een werkbare regering komt in Spanje.

Bij de achterban van Unidos Podemos is de teleurstelling ondertussen groot. De partij kan zich nu echter concentreren op vier jaar stevige oppositie met 71 parlementsleden, tegen een regering die in ieder geval een voortzetting zal zijn van het huidige neoliberale inleveringsbeleid. Het blijft al bij al een prestatie, een partij die amper drie jaar bestaat en alle mainstream media tegen zich heeft en toch 20 procent haalt, twee maal na elkaar.

De piepjonge partij heeft nauwelijks een uitgebouwde partijstructuur en heeft geen enkele parlementaire ervaring. De vraag is maar of een regeringsdeelname nu, zonder ervaring en zonder steun in het grotendeels vijandige overheidsapparaat, voor Podemos wel succesrijk kon worden. De eerste nieuwe electorale test komt er met de Europese verkiezingen van 2019. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!