Analyse -

Waarom een ‘oorlog tegen drugs’ volstrekt onzinnig is

In een pas uitgebrachte brochure pleit N-VA ervoor om de Antwerpse oorlog tegen drugs uit te breiden naar gans Vlaanderen. Hiermee gaat N-VA resoluut in tegen de veranderende tijdsgeest, en kiest ze voor een recept dat nooit gewerkt heeft.

dinsdag 3 mei 2016 16:15
Spread the love

Het lijkt haast ondenkbaar, maar rond het jaar 1900 waren alle toen gekende drugs vrij verkrijgbaar. Wie wat heroïne, opium of cocaïne wilde, die kon gewoon binnenspringen bij de apotheker of de plaatselijke drogisterij. Opiaten werden gebruikt als kalmeermiddel, of als remedie tegen hardnekkige hoest. Cocaïne werd dan weer aanzien als een tonicum en een middel tegen tandpijn. Niemand keek raar op van het gebruik van dergelijke middelen.

Vanuit historisch perspectief bezien was de situatie zoals die rond 1900 bestond eigenlijk helemaal niet zo uitzonderlijk. Opium, hasj of andere producten, ze werden doorheen de geschiedenis vaak aanzien als wondermedicijnen die hielpen tegen een hele hoop kwaaltjes.

Of er dan geen verslaafden waren? Uiteraard wel. Maar veel minder dan nu. Eigenlijk bestond het concept verslaving nauwelijks voor de twintigste eeuw. Noch in het middelengebruik, noch in de verslavingsproblematiek maakte justitie, de media of de overheid zich druk. Opvallend neveneffect van die gebrekkige aandacht: van drugscriminaliteit was nauwelijks sprake, het aantal verslaafden lag relatief laag en overdosissen waren beperkt.



Reclame voor cocaïne-pastilles (1885)

Triomf van het moralisme

De omslag kwam er in de twintigste eeuw. De redenen voor die ommekeer zijn nogal complex. Er is sowieso sprake van een aantal sociale, politieke en culturele processen die elkaar versterken en leiden tot een toenemende aandacht en bezorgdheid omtrent middelengebruik, inclusief alcohol.

Zeker in de Verenigde Staten werd druggebruik steeds meer verbonden met specifieke bevolkingsgroepen en klassen die beschouwd werden als ‘gevaarlijk’. De witte Amerikaanse elite linkte Mexicanen bijvoorbeeld aan het gebruik van marihuana. Het cocaïnegebruik was dan weer een onderdeel van de mythe van de ‘zwarte verkrachter‘. Alcoholmisbruik werd geassocieerd met Ierse en Joodse immigranten, opium roken met Chinese immigranten.



Propaganda tegen marihuana

Ook in Europa merken we omtrent de eeuwwisseling dat de arbeidersklassen steeds geassocieerd worden met seksuele bandeloosheid, moreel verval en alcoholmisbruik.

Het aanpakken van zowel alcohol- als drugsgebruik maakte deel uit van een poging om de aan migranten en lagere klassen toegeschreven bandeloosheid te controleren en te disciplineren. Het idee leefde dat het aan banden leggen van drugsgebruik zou leiden tot moreel voorname burgers die niet langer vatbaar waren voor wereldlijke verlokkingen.

Vooral de Verenigde Staten voerden de boventoon in dit politiek-moraliserende discours. Maar ook in Europa vond het gehoor. Eén van de concrete gevolgen ervan was de drooglegging in de VS, een strengere alcoholregulering in Europa en de invoering van de eerste drugswetten in de jaren 1920.



anti-alcohol propaganda

Terzelfder tijd vond ook het idee steeds verder ingang dat de staat op actieve wijze moest bijdragen aan de gezondheid van haar burgers. De in de 19de eeuw ontstane alliantie tussen een politiek project (gezonde, morele burgers), een economisch systeem (het kapitalisme dat gezonde werkkrachten nodig heeft) en de toen opkomende medische wetenschappen zette zich verder door in de 20ste eeuw. Het leidde niet alleen tot het criminaliseren van druggebruik, maar ook tot het medicaliseren ervan. Druggebruik, en zeker verslaving, werd steeds meer aanzien als een ‘ziekte’.

En de gevaarlijkste drug is?

Goed. Maar drugs zijn toch ook gevaarlijk? Het is toch ook niet helemaal zonder reden dat substanties als opium, hash, cocaïne of heroïne vanaf de jaren twinitg verboden werden? Dat klopt natuurlijk. Het gaat hier inderdaad niet om onschuldige substanties. Maar als dit de enige reden was om drugs te verbieden, dan is de drugswetgeving volstrekt irrationeel.

In 2015 werd een paper gepubliceerd waarin werd nagegaan wat de meest gevaarlijke drugs waren. De onderzoekers gebruikten een schema dat hun toeliet om de verschillende vormen van schade (fysiek, sociaal, psychisch, …) die een specifieke drug aanricht op objectieve wijze te vergelijken met die van andere drugs. In totaal werden 20 illegale en legale roesmiddelen onder de loep genomen. De resultaten van dat onderzoek waren vrij onthutsend.

De minst schadelijke drug? Hallucinogene paddenstoelen. Op de voet gevolgd door drugs als LSD en XTC. Op de index van schadelijkheid scoorden LSD, XTC en hallucinogene paddenstoelen tussen 6 en 9%.

Bij de tien minst schadelijke drugs staan ook drie ‘legale’ middelen. Namelijk butaan (een gas dat indien gesnoven wordt een roes opwekt en dat vrij verkrijgbaar is in de handel), methadon en buprenorphine. Die laatste twee middelen zijn opiaten die gebruikt worden om het heroïneverslaafden te helpen afkicken. Je kan ze enkel verkrijgen op voorschrift.




Het wordt interessanter als we kijken naar de tien meest schadelijk drugs. Daar staan de meer bekende drugs in. Op de tiende plaats staan benzodiapines, een populair slaap- en kalmeringsmiddel. Dubbel zo schadelijk als XTC, concluderen onderzoekers. Maar tegelijk onschuldiger dan bijvoorbeeld cannabis. Cannabis staat op de achtste plaats en scoort 20% op de index. Op de zesde plaats staat tabak. Veel schadelijker dus dan een hoop illegale drugs. En toch op iedere straathoek verkrijgbaar.

In de top vijf van meest schadelijke drugs staan ‘the usual suspects’: cocaïne, heroïne, metamfetamines en crack. Maar de eerste plaats wordt zonder enige discussie bekleed door … alcohol. Het is volgens onderzoekers de drug die het meest schade aanricht op tal van vlakken. Ter vergelijking alcohol scoort 72% op de index, heroïne 55%, cocaïne 27%.

De tol

Wie dus op objectieve wijze kijkt naar wat verschillende drugs aanrichten, kan dus op zijn minst enkele serieuze vragen stellen bij de huidige drugswetgevingen. En zeker bij de pogingen om die wetgeving opnieuw restrictiever te gaan toepassen. Maar eigenlijk gaat het nog verder dan bovenstaand onderzoek.

Veel van de overlast en schade die illegale drugs aanrichten is immers niet het gevolg van de stof op zich, maar wel van het feit dat ze illegaal zijn. Wanneer de productie van chemische middelen wordt overgelaten aan clandestiene labo’s waarop geen enkele kwaliteitscontrole mogelijk is, eindig je snel met onzuivere en uiterst gevaarlijke producten. De meeste xtc-doden vallen bijvoorbeeld doordat de concentratie MDMA in de pillen te hoog is, of doordat er andere, uiterst schadelijke chemicaliën in de pillen verwerkt zitten.



Mexicaanse troepen verwikkeld in een vuurgevecht met een drugsbende, nabij Michoacán

Ook de drugscriminaliteit is een rechtstreeks gevolg van het feit dat de meeste drugs illegaal zijn. Zonder verbod is van smokkel en zwarte markt geen sprake meer. Niet het druggebruik op zich, maar het wel het verbod daarop leidt tot criminaliteit.

En die criminaliteit eist ook een bijzonder zware tol. Latijns-Amerikaanse landen als Mexico worden verscheurd door de illegale cocaïnetrafiek en het criminele geweld dat daarmee gepaard gaat. Letterlijk honderdduizenden doden zijn reeds gevallen in Mexico omwille van de beslissing om een drug die de facto minder schadelijk is dan alcohol te verbieden.

Antwerpen kampioen

Het ergste van allemaal: die hele oorlog tegen drugs haalt niks uit. Maar dan ook werkelijk niks. Kijk bijvoorbeeld naar Antwerpen. Daar kondigde Bart De Wever enkele jaren geleden aan dat hij zijn eigen, hoogstpersoonlijke oorlog tegen drugs zou beginnen. Ook gebruikers zouden voortaan niet meer ongestraft blijven. Maar na drie jaar oorlogje spelen zijn de Antwerpenaren nog steeds veelgebruikers.

Antwerpenaren bij grootste druggebruikers van Europa”, kopte het Laatste Nieuws anderhalve maand geleden. Uit analyse van het afvalwater blijkt dat nergens “meer sporen van amfetamines [worden] aangetroffen dan in de Scheldestad, maar ook wat betreft het gebruik van cocaïne, methamfetamine, MDMA en cannabis staat Antwerpen telkens in de Europese top vijf.” Het spreekt voor zich: als het gebruik dermate hoog blijft, dan blijft ook de handel op volle toeren. Voor iedere dealer die opgepakt wordt, verschijnen er twee nieuwe.

Ook vanuit sociaal oogpunt is de oorlog tegen drugs bijzonder nefast. Niet iedere gebruiker is immers gelijk voor de wet. De arme gebruiker die zijn drugs noodgedwongen op straat koopt, wordt veel sneller gecriminaliseerd dan de rijke gebruiker die een lijntje legt op een chique cocktailfeestje. In Antwerpen is die sociale breuk bijzonder tastbaar. Razzia’s en controleacties focussen zich bijvoorbeeld uitsluitend op de armere buurten van Borgerhout en Antwerpen-Noord.

Hillary

De conclusies die we uit de case van Antwerpen kunnen trekken, gelden ook voor de globale oorlog tegen drugs: het druggebruik is toegenomen, de criminaliteit is toegenomen en vooral de kleine garnalen en armere bevolkingsgroepen krijgen te maken met repressie. Net daarom begint er wereldwijd een consensus te groeien dat er moet afgestapt worden van een oorlog tegen drugs. En het zijn niet alleen academici of hulpverleners die daarvan overtuigd zijn.

Aan de vooravond van UNGASS – de United Nations General Assembly Special Session – hebben meer dan 1000 wereldleiders en prominenten een brief ondertekend waarin een vurig pleidooi wordt gehouden voor een ander drugbeleid. “De mensheid kan zich geen 21ste eeuws drugbeleid veroorloven dat even inefficiënt was als het drugsbeleid van de 20ste eeuw”, zo wordt in de brief gesteld. Opvallend: ook Hillary Clinton ondertekende de brief. Net als voormalig Amerikaans president Jimmy Carter en een hele rits Amerikaanse senatoren.




Nu de VS mee het voortouw neemt in een decriminalisering van drugs, zou de internationale consensus wel eens snel kunnen wijzigen. De VS is trouwens ook op binnenlands gebied het roer aan het omgooien. In steeds meer staten wordt het gebruik van cannabis bijvoorbeeld niet alleen gedecriminaliseerd, maar zelfs gelegaliseerd.

Politiediensten en gerecht zijn evenzeer vragende partij naar een ander drugbeleid. LEAP – Law Enforcement Against Prohibition – , bijvoorbeeld, verenigt progressieve stemmen binnen justitie en politie en probeert een ander drugbeleid door te drukken.

Als het over de oorlog tegen drugs gaat, lijkt N-VA dus niet meteen door te hebben in welke verandering de ware kracht schuilt.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!