(foto Stella Paul/IPS)

Geweld tegen vrouwen in ‘de grootste democratie ter wereld’

Terwijl we in België nog altijd wachten op de eerste vrouwelijke eerste minister, schreef Indira Ghandi reeds in 1966 geschiedenis als de eerste vrouwelijke premier van India. In de Indische grondwet staat de gender-gelijkheid duidelijk ingeschreven, maar discriminatie ten opzichte van vrouwen zit diep ingebakken in de patriarchale Indische maatschappij.

vrijdag 13 maart 2015 10:24
Spread the love

Volgens de ontwikkelingsindex van de
Verenigde Naties is de gelijkheid tussen mannen en vrouwen ver te
zoeken in het Aziatische land. In 2013 tekenden slechts 23 landen op
de 187 een grotere gender-ongelijkheid op dan India (een
classificatie gebaseerd op data rond reproductieve gezondheid,
emancipatie en de arbeidsmarkt). In de zomer van 2012 stemde een
panel van 370 internationale gender-specialisten dat India van alle
G20-landen de slechtste plaats is om als vrouw te leven.

In India
zelf werd daarop zeer verontwaardigd gereageerd, zeker omdat het
notoir vrouwonvriendelijke Saoedi-Arabië op de tweede plaats
eindigde. Als men een aantal statistieken onder de loep neemt is de
keuze van het gender-panel echter begrijpelijk.

Zeker 45% van de
meisjes onder de 18 jaar is getrouwd in India, vaak via gearrangeerde
huwelijken. De participatiegraad van vrouwen (vanaf 15 jaar) aan de
Indische arbeidsmarkt is 28,8% (in vergelijking met 80,9% van de
mannen boven de 15 jaar). Slechts 26% van alle meisjes volgt enige
vorm van secundair onderwijs (in vergelijking met 50,4% van de
jongens). Vele meisjes gaan zelfs nooit naar school.

De belangrijkste
redenen om meisjes thuis te houden zijn de kosten van het onderwijs,
het feit dat onderwijs niet belangrijk geacht wordt voor meisjes en
de verplichting om huishoudelijke taken uit te voeren. Veel meisjes
mogen ook niet naar school uit angst dat ze onderweg het slachtoffer
zouden worden van seksuele aanrandingen.

Gulshun Rehman, een
NGO-medewerkster die zich al jarenlang bezighoudt met ontwikkeling en
reproductieve gezondheid, maakte deel uit van het panel dat India in
2012 tot meest vrouwonvriendelijke land van de G20 verkoos. Ze
verklaarde die keuze als volgt: “Vrouwen en meisjes blijven in
India verkocht worden alsof ze vee zijn, worden er uitgehuwelijkt op
amper 10-jarige leeftijd, worden er levend verbrand in het kader van
de vele conflicten gelieerd aan het bruidsschatsysteem, en jonge
meisjes worden er misbruikt en uitgebuit als huishoudelijke slaven”.

Geweld en seksueel geweld tegen meisjes en vrouwen is een gigantisch
probleem in de patriarchale Indische maatschappij. De meest gepleegde
misdaad tegen Indische vrouwen is wreedheid vanwege de echtgenoten en
andere familieleden. Volgens een onderzoek uitgevoerd door UNICEF
vindt 52% van de Indische tienermeisjes dat het gerechtvaardigd is
dat een man zijn vrouw slaat.

In 2005 werd een wet gestemd die elke
vorm van geweld tegen vrouwen en meisjes verbiedt. Maar in een
maatschappij waarin een fundamenteel gebrek aan respect lijkt te
heersen voor vrouwen, bleek dit maar om lippendienst te gaan. Er
worden maar weinig rechtszaken aangespannen wegens
vrouwenmishandeling en de veroordelingsgraad is extreem laag. De
rechtbanken worden dan ook volop bevolkt door mannen. In de
verschillende Indische hooggerechtshoven is slechts 8% van de
rechters een vrouw.

Modern India

India kende sinds het nieuwe millennium
een indrukwekkende economische groei. Wolkenkrabbers schieten als
paddenstoelen uit de grond in de grootste Indische steden en elk jaar
telt het land meer en meer miljonairs. Vrouwen hebben zich in dit
klimaat opgewerkt tot bedrijfsleiders, politici (de belangrijke
Indische Congrespartij wordt geleid door een vrouw: Sonia Ghandi),
bankdirecteurs, journalisten, enzovoort.

Ondanks het feit dat sommige
vrouwen -in het bijzonder deze uit hogere sociale klassen- erin
slagen om betekenisvolle posities te bekleden in de moderne Indische
maatschappij, blijven vrouwen over het algemeen toch beschouwd worden
als tweederangsburgers. Dit uit zich op allerlei manieren en begint
al bij een uitgesproken voorkeur van ouders voor zonen.

De druk op
vrouwen om jongens te baren in plaats van meisjes is groot. De
voorkeur voor jongens gaat zo ver dat er op grote schaal vrouwelijke
foetussen geaborteerd en vrouwelijke boorlingen vermoord worden. Deze
praktijken zijn vaak het gevolg van het feit dat armere families zich
niet kunnen veroorloven om een dochter ten laste te hebben. Er wordt
immers van hen verwacht dat ze een bruidsschat betalen aan de familie
van de bruidegom als hun dochter in het huwelijksbootje stapt. Daarom
wordt er vaak vanuit gegaan dat het aborteren van meisjes een
betreurenswaardig gebruik is dat uitgeroeid kan worden via sociale
ontwikkeling, een betere educatie en een hogere levensstandaard.

De
statistieken spreken dit echter tegen. Niet alleen worden er in de
steden proportioneel veel meer jongens geboren dan meisjes ten
gevolge van selectieve abortus, er blijkt ook een positieve link te
bestaat tussen abnormale geslachtsverhoudingen en een hogere
socio-economische status. Het aborteren van meisjes louter en alleen
omdat het meisjes zijn, komt dus proportioneel meer voor bij Indische
vrouwen met een hogere socio-economische status en een betere
opleiding. Dit zegt zeer veel over de status van de vrouw in de
moderne Indische maatschappij.

Jonge geprivilegieerde vrouwen die in
de grote steden leven, onderwijs genoten en een plaats verwierven op
de arbeidsmarkt hebben het afgelopen decennium kunnen profiteren van
een transformatie op het vlak van economische en sociale
onafhankelijkheid, maar ook zij functioneren in een omgeving die
gedomineerd blijft door mannen. Ondanks de ontplooiing van een
bepaald deel van de vrouwelijke bevolking, is de algemene veiligheid
er voor Indische vrouwen zelfs op achteruit gegaan de laatste jaren.

Volgens het Indisch Nationaal Bureau voor Misdaadcijfers (NCRB)
stijgt het aantal geregistreerde misdaden gepleegd tegen vrouwen
(geweldpleging, aanranding, verkrachting, kidnapping) elk jaar
aanzienlijk. Sommige analisten beweren dat deze stijgende trend net
het gevolg is van de vooruitgang die vrouwen boeken in het moderne
India. Die zou de patriarchale suprematie immers aan het wankelen
brengen en tot frustratie leiden bij heel wat mannen. Anderen wijzen
erop dat er de laatste jaren gewoon meer vrouwen aangifte doen van
geweldpleging wegens een groter wordende bewustwording.

Kleding

Binnen de cocon van het moderne India is er ook een stijgende
trend van morele veroordeling van het gedrag van vrouwen. Sheetal
Sharma en Bitopi Dutta, twee jonge feministen van de
vrouwenrechtenorganisatie North East Network, leggen uit dat moderne
vrouwen vaak geclassificeerd worden als ‘goed’ of ‘slecht’ louter op
basis van welke kledij ze dragen, of ze al dan niet de deur uitgaan
na zonsondergang of alcohol drinken.

Zelfs in Mumbai, de meest
kosmopolitische stad van India, worden jonge vrouwen regelmatig
beschuldigd van en zelfs gearresteerd voor prostitutie omdat ze
opgedoft iets aan het drinken zijn in een van de vele bars die de
stad rijk is. Vrouwen zouden met hun keuze voor bepaalde kledij en
met hun onafhankelijk gedrag seksuele aanrandingen uitlokken. Dit is
een schandalige seksistische denkreflex die trouwens ook in de
zogenaamd vrouwvriendelijke westerse maatschappijen nog veelvuldig
voorkomt.

Zelfs de voorzitster van de Nationale Commissie voor
Vrouwen (NVW), een Indische overheidsinstantie belast met de taak van
het beschermen en het promoten van de belangen van de vrouw, zei in
de zomer van 2012 in een interview: “Het is niet correct om
richtlijnen mee te geven… en te zeggen draag dit niet en draag dat
niet… Wees comfortabel, maar wees voorzichtig met de manier waarop
je je kleedt…. Het Westen blindelings na-apen erodeert onze cultuur
en veroorzaakt misdaden zoals deze.”

De uitspraken van
NVW-voorzitster Mamta Sharma zorgden in India voor verontwaardigde
reacties. In het online magazine First Post reageerde de bekende
Indische journaliste en nieuwsanker Sagarika Ghose: “Het gaat niet
alleen over het blindelings na-apen van het Westen mevrouw Sharla.
Het gaat ook over het vacuüm in de wetgeving, het gebrek aan
veiligheid op plaatsen waar men zich kan ontspannen, het gebrek aan
gender-rechtvaardigheid, het gebrek aan angst voor de wet, de apathie
van de politie en justitie, en het compleet gebrek aan besef dat
mannen en vrouwen het recht hebben om te genieten van exact dezelfde
vrijetijdsbestedingen.”

Seksueel geweld

Een blik op de Indische kranten en
media van de afgelopen jaren legt het gigantische probleem van
seksuele geweldpleging ten opzichte van vrouwen onmiddellijk bloot.
Volgens cijfers vrijgegeven door het NCRB worden er in India
gemiddeld 92 vrouwen per dag verkracht. In 2013 werden er 33.707
gevallen van verkrachting gerapporteerd. Dat zijn echter alleen de
officieel geregistreerde incidenten, het topje van de ijsberg dus,
want men schat dat het werkelijke cijfer een heel stuk hoger ligt.

In
een patriarchale maatschappij waar vrouwen als tweederangsburgers
beschouwd worden en de verantwoordelijkheid voor seksuele misdaden
vaak in de schoenen van de slachtoffers geschoven wordt, kunnen of
durven veel vrouwen immers geen melding te maken van de misdaden die
tegen hen gepleegd worden. Bovendien wordt vaak niet of laks
opgetreden tegen vrouwenmishandelaars. Mannen randen vrouwen aan in
elke maatschappij, maar weinigen doen het zo straffeloos als in
India. Tot voor kort bestond er in India zelfs
geen speciale wetgeving gericht tegen seksuele mishandeling of
aanranding. Alleen vaginale penetratie door een penis werd als
verkrachting beschouwd. Een brutale groepsverkrachting eind 2012
zorgde voor een kentering in de maatschappij en bracht het probleem
van seksueel geweld tegen vrouwen in India bovendien in de
internationale media-aandacht.

Eerste stap

Op 16 december 2012 werd een 23-jarige
studente aangerand op een privé-bus in Zuid-Delhi. Vijf mannelijke
passagiers en de chauffeur sloegen het slachtoffer en de jongeman
waarmee ze op pad was bont en blauw en verkrachtten haar. Dertien
dagen later stierf de jonge vrouw als gevolg van de verwondingen die
ze had opgelopen.

Het brutale voorval verhitte de gemoederen in het
land en leidde in verschillende Indische steden tot protestacties
(die soms hardhandig werden neergeslagen) gericht tegen de centrale
regering en de deelstaatregeringen. De betogers eisten strenge
straffen voor de daders, een einde aan de straffeloosheid voor
seksuele misdaden en een grotere veiligheid voor vrouwen.

De daders
werden gearresteerd en via een versnelde gerechtelijke procedure
schuldig bevonden aan verkrachting en moord. De golf van protest die
deze groepsverkrachting veroorzaakte in India, was de rechtstreekse
aanleiding voor de oprichting van een juridisch comité dat moest
bestuderen hoe de wetgeving kon aangepast worden om seksueel geweld
voortaan strenger en sneller aan te pakken. Het comité, dat
voorgezeten werd door de vooraanstaande jurist
Jagdish Sharan Verma,
nodigde juristen, academici en vrouwenrechtenorganisaties,
maar ook het brede publiek, uit om hun visies, kennis en ervaringen
te delen met het oog op de verbetering van de bestaande wetgeving.
Het Verma Comité ontving daarop meer dan 80.000 suggesties.

De eindconclusie van het comité was
dat het falen van de overheid en de politie de hoofdoorzaak is van de
misdaden tegen vrouwen. Tijdens de protesten die uitbraken in de
nasleep van de verkrachtingszaak in New-Delhi werd vaak gewezen op
het gebrek aan bescherming van vrouwen door de staat. De
onverschilligheid voor seksueel geweld tegen vrouwen bij de politie,
het gerecht en de autoriteiten op alle bestuurlijke niveaus
faciliteert deze misdaad inderdaad, maar kadert in een bredere
maatschappelijke context.

In februari 2013 werden op basis van het
eindrapport van het comité verschillende nieuwe wetten afgekondigd
door de toenmalige Indische president Pranab Mukherjee. Zo werden
brutale verkrachtingen voortaan strafbaar met de doodstraf en werden
er zes nieuwe rechtbanken opgericht die zich moesten bezighouden met
verkrachtingszaken. Het gerechtelijk systeem blijft echter traag in
het opnemen en het effectief vervolgen van seksueel geweld.

De gebeurtenissen van eind 2012 en 2013
hebben het probleem van seksueel geweld tegen vrouwen in ieder geval
publiek bespreekbaar gemaakt binnen de Indische maatschappij. Hoe
meer sensibilisering hoe meer kans dat vrouwen een officiële klacht
zullen durven indienen. Het taboe op het bespreken van verkrachting
en seksueel geweld werd doorprikt, maar dat is uiteraard maar de
eerste stap in het bestrijden van een cultuur waarin brutaliteit ten
opzichte van vrouwen vaak op zijn minst stilzwijgend gedoogd wordt.

Sociaal aspect

De indruk wordt wellicht gewekt dat het
zeer gevaarlijk is voor vrouwen om buiten te komen in India, maar de
overgrote meerderheid van de meisjes en vrouwen in het land wordt
seksueel misbruikt door mensen die ze kennen (ouders, familieleden,
buren en kennissen). Dat verkrachting binnen het huwelijk bij het
afkondigen van de nieuwe wetgeving in 2013 niet werd opgenomen als
een crimineel feit, is dan ook een grove nalatigheid volgens
vrouwenrechtenorganisaties.

De criminalisering van verkrachting
binnen het huwelijk was nochtans een van de suggesties van het Verma
Comité. Verder is het niet in de steden dat vrouwen het meest
misbruikt en mishandeld worden maar op het platteland, waar nog
altijd 70% van de totale bevolking woont. In de rurale gebieden leven
mensen vaak in extreme armoede met weinig of geen toegang tot
gezondheidszorg en vaak in verschrikkelijke hygiënische
omstandigheden. Water, elektriciteit, democratie en rechtsorde zijn
nog lang niet doorgedrongen tot de levens van de vele vrouwelijke
dorpelingen.

Onaanraakbaren

De media in India zijn zeer klassenbewust en gericht op
het leven in de steden. Vrouwelijke slachtoffers van geweld op het
platteland zullen dus zelden een platform, laat staan gerechtigheid
krijgen. De patriarchale schaduw hangt boven de levens van Indische
vrouwen van alle sociale klassen en kasten, maar de zwaarste last
wordt gedragen door de vrouwelijke leden van de laagste kaste, de
‘onaanraakbaren’. Zij ondergaan immers een driedubbele discriminatie
– op basis van hun sociale non-status, op basis van hun armoede en
op basis van hun geslacht. Zij lopen dagelijks het grootste risico op
geweldpleging en misbruik.

Volgens een studie van de VN uit 2013
worden de vrouwelijke onaanraakbaren regelmatig actief belet door de
gemeenschap of de politie om klacht in te dienen voor (seksuele)
geweldpleging. Slechts in 1% van de wel gerapporteerde zaken werden
de daders veroordeeld. De meeste onaanraakbaren die het slachtoffer
worden van (seksuele) geweldpleging durven echter nooit klacht in te
dienen, noch verhaal te halen bij de daders.

“Van al het kwaad waar de mens zich
verantwoordelijk heeft voor gemaakt, is er geen enkele zo
vernederend, zo shockerend of zo brutaal als het misbruik van de
betere helft van de mensheid: het vrouwelijke geslacht (niet het
zwakkere geslacht)”, Mahatma Ghandi, 1921

Soetkin Van Muylem is stafmedewerkster van Vrede vzw en redactrice van Vrede, een tijdschrift voor internationale politiek. www.vrede.be 

take down
the paywall
steun ons nu!