Analyse -

Irak: georganiseerde moord op de geschiedenis van de mensheid

De Islamitische Staat IS is niet uit het nieuws te branden met zijn nieuwe dimensie van zijn middeleeuwse maatschappijvisie: na weerzinwekkende onthoofdingen van journalisten en moorden op iedereen die haar plannen tracht te dwarsbomen, volgt een heuse beeldenstorm. Wat wordt vergeten, is dat deze vernietiging van de bakermat van de beschaving twaalf jaar eerder begon, bij de westerse invasie van 2003.

maandag 9 maart 2015 11:59
Spread the love

Iedereen heeft de beelden
gezien van de weerzinwekkende vernietigingen van Iraaks cultureel erfgoed door
ISIS. Dit is een verdere stap in de vernietiging van het collectief geheugen van
de mensheid en een nieuwe aanslag op de bakermat van de hedendaagse beschaving.
Een ooggetuige uit de Noord-Iraakse stad Mosoel verwoordde wat hij zag
gebeuren als volgt:

“Net als de meeste Irakezen
rouwen wij om het ondraaglijke verlies van onze kostbare relikwieën. Nogmaals
hebben veel onrealistische stemmen gevraagd waarom de inwoners van Mosoel geen
acties hebben ondernomen om deze vernietigingen te stoppen. Opnieuw zullen we
zeggen dat als het stoppen van vernietiging en onderdrukking zonder wapens
mogelijk zou zijn, vijf miljoen Joden niet systematisch zouden zijn vermoord
tijdens de Holocaust. Als zichzelf bevrijden en terugvechten met de blote
handen een optie zou zijn, zouden we dat zeker doen. Als stemmen in de Iraakse regering
en de Amerikaanse regering pleiten voor een nucleaire of chemische aanval op
Mosoel, vragen we hun om in de spiegel kijken en te zoeken naar de reden voor
al die haat tegen een gegijzelde bevolking.“

Deze ooggetuige gaf tevens
volgende opmerkingen over de vernietiging van ontelbare kunstschatten in Mosoel:

  1. “De beelden in de door
    ISIS gepubliceerde opnames dateren reeds van juli-augustus 2014 en niet van
    februari 2015. In augustus 2014 heb ik er reeds op gewezen dat ISIS de standbeelden
    in het museum van Mosoel en de gevleugelde stier bij de ingang van ‘Nirgal
    Gate’ had verwoest. Ik stel me de vraag waarom ISIS dit specifiek moment koos
    om zijn opnames van die vernielingen nu te publiceren.”
  2. “De overgrote meerderheid van de
    beelden in het museum – zowat 90 procent – zijn inderdaad niet authentiek, maar
    slechts gipsversies van de originelen, die eerder reeds geleidelijk werden
    verhuisd naar Bagdad sinds april 2003. De gevleugelde stier is echter authentiek.
    Een andere belangrijke opmerking is dat de ‘Gele Obelisk’ van de
    Assyrische koning Esarhaddon, en veel andere authentieke tabletten – die niet
    mee waren verhuisd naar Bagdad – ontbreken in de gepubliceerde videobeelden. De
    medewerkers van het museum van Mosoel zijn daarom van mening dat deze stukken reeds
    uit het museum werden verwijderd begin juli 2014, na de gevangenneming van Musa’ab
    Mohammed Jasim, de manager van het museum. Hij werd gevangengenomen, nadat
    ISIS Mosoel ingenomen had, om voor de organisatie de exacte waarde van de
    oude artefacten ter plaatse te
    identificeren. Hij werd later door hen weer vrijgelaten. Museummedewerker Dr.
    Muntaha stelt daarenboven dat in het museum geen kunstvoorwerpen van enige
    waarde meer aanwezig waren, afgezien dan van de gele obelisk. Die verdween uit
    het museum op 25 februari 2014, een dag nadat Duitse experts zijn waarde hadden
    geëvalueerd. Hoe deze Duitse deskundigen erin zijn geslaagd de stad binnen te raken en van ISIS
    bescherming te krijgen, blijft een raadsel. Dit moet materiaal zijn voor een
    wereldwijd onderzoek. Waar blijven de onderzoeksjournalisten om dit uit te
    pluizen?”
  3. “Van goedingelichte bronnen
    ter plaatse heb ik vernomen dat ISIS voor het ogenblik opgravingen doet in de
    gebieden rond historische locaties in Mosoel, op zoek naar relikwieën, onder
    meer rond de locatie van Jonas’ graftombe (de profeet Jonas die in de buik van
    de walvis overleefde). Getuigen zeggen dat militieleden van ISIS uren doorbrengen
    in de site na zonsondergang.”
  4. “ISIS heeft ongeveer 10
    procent van de kunstwerken in haar bezit vernietigd. De resterende relikwieën
    in Nimrod en Hatra zijn onbetaalbaar waardevol.”
  5. “Verdere onderzoeken
    hebben geleid tot de vaststelling dat verschillende oude kunstwerken uit Syrië
    en Irak zijn verscheept naar Turkije via vervoersmaatschappijen die geen deel
    uitmaken van ISIS, maar van internationale ondernemingen. Er zijn eveneens genoeg
    bewijzen voorhanden dat het bedrijfsleven en de handel tussen ISIS en
    Koerdistan en Bagdad wordt voortgezet.”
  6. “Oude Syrische, Arabische
    en Latijnse manuscripten in kerken in Mosoel werden maanden geleden al door ISIS in beslag genomen. Deze
    zeldzame documenten zijn een rijkdom van het christelijk erfgoed. ISIS heeft
    plannen om ze te verkopen aan antiquairs.”
  7. “Twee mannen die in de
    opnames van ISIS overblijfselen vernietigen, konden worden geïdentificeerd. Zij moeten
    worden vervolgd.”

Tot zover deze belangrijke
getuigenis.

Een
terugblik op de voorbije twaalf jaar

Een terugblik op de
voortdurende aanslagen op het Iraaks cultureel erfgoed sinds de westerse
invasie begon, noodzakelijk voor een analyse, geeft aan dat dit veel langer bezig is. De VS, Groot-Brittannië en hun NAVO-bondgenoten stuurden ‘onze
jongens’ (onder wie ook een aantal Belgen) naar Bagdad om het nieuwe, volledig
eenzijdig sektarisch samengestelde, Iraaks leger (95 procent Sjiïeten) en Sjiïetische
milities te trainen.

Dit is een bijzonder noodlottige beslissing gebleken, in het licht van de recente mensenrechtenrapporten
en de wreedheden, die aan beide zijden van de door de westerse invasie gecreëerde
sektarische fronten worden begaan. Irak lijkt wel Libië 2.0. In Libië hebben
onze gevechtsvliegtuigen immers ook één sektarische zijde in de burgeroorlog
gesteund en daardoor Al Qaïda versterkt.

De
ontmanteling van de Iraakse staat ?? 

De gevolgen van de
vernietiging van de Iraakse staat zijn enorm: 1,5 miljoen burgers werden vermoord,
de sociale infrastructuur, elektriciteit, drinkwater en riolering en de
openbare instellingen werden vernietigd en er werden doelgerichte moorden op
academici en professionals uitgevoerd. Het vreselijke resultaat van de westerse
interventie is miljoenen vluchtelingen en binnenlandse ontheemden.

De architecten van dit beleid
in Irak hebben nooit expliciet uitgesproken dat de ‘deconstructie’ en ‘reconstructie’
van de Iraakse staat een oorlogsdoelstelling was. Die doelstellingen werden
duidelijk genoeg blootgelegd door hun acties. Deze campagne om de Iraakse maatschappij
te vernietigen ging echter veel verder dan een regime verandering. 

De doelgerichte
ontmanteling van alle overheidsinstellingen, de ontbinding van het bestaande
Iraakse leger en politiediensten en het lanceren van een langdurig proces van
politieke hervorming waren onderdeel van dit proces. Het resultaat kan tellen.
Welkom in het land van de chaos.

Hedendaags Irak is een
gefragmenteerde pastiche van sektarische krachten, in een naar de uiterlijke
vorm zogenaamd ‘liberale’ democratie met neoliberale economische structuren.
Met behulp van een klassieke verdeel-en-heers-techniek werden cultureel eeuwenlang
samenhangende gebieden uit elkaar gerukt en onderworpen.

Het regime dat werd geïnstalleerd
door de westerse bezettingsmacht heeft Irak hervormd langs sektarische lijnen,
waardoor een historisch hard bevochten eenheid in een lang project van
staatsopbouw werd vernietigd. Dit resulteerde in een beleid van etnische
zuiveringen, waarvan als reactie het ontstaan van IS een direct gevolg is.

De
plundering van het Iraakse cultureel erfgoed

Een essentieel onderdeel van
de ontmanteling van de Iraakse staat was de omvangrijke en systematische
vernietiging van het Iraakse culturele erfgoed, die onmogelijk kan verklaard
worden als een onvoorziene reeks van tragische ongelukken.

Toen de bescherming van de bestaande
Iraakse staat was opgeheven en de opgeleide middenklasse aan de kant werd geschoven,
werden de culturele rijkdommen van Irak een gemakkelijk doelwit. De militaire
aanval van de door de VS geleide westerse troepenmacht richtte zich tegen een
Iraakse staat, reeds verzwakt door twaalf jaar economische sancties. De invasie
en bezetting ging gepaard met grootscheepse culturele zuiveringen. Die begonnen
reeds in de allereerste dagen van de invasie, door doelbewust ‘passief’ toe te
kijken, terwijl op grote schaal zowat alle symbolen van de Iraakse culturele
identiteit werden geplunderd.

Musea, archeologische
sites, paleizen, monumenten, moskeeën, bibliotheken, ministeries en alle
sociale centra werden geplunderd en verwoest, onder het waakzame oog van de
bezettingstroepen. Amerikaanse troepen in Bagdad bewaakten onder meer zeer
zorgvuldig het Iraakse ministerie van Olie en het ministerie van Binnenlandse Zaken,
waar compromitterende gegevens over het veiligheidsapparaat van Saddam werden
bewaard.

Duizenden culturele
hoogstaande kunstwerken verdwenen ondertussen tijdens Operation Iraqi
Freedom
, onder het gezag van de VS. Zo verdwenen onder meer niet minder
dan 15.000 Mesopotamische kunstwerken van onschatbare waarde uit het Nationaal
Museum in Bagdad, terwijl vele andere van de 10.000 archeologische sites in
Irak door de bezetters onbewaakt werden gelaten. Terwijl het Nationaal Museum van
Bagdad werd beroofd van een groot deel van haar historische collectie, werd de
Nationale Bibliotheek, die de continuïteit en de trots van de Iraakse
geschiedenis bewaarde, opzettelijk vernield.

De bezettingsautoriteiten
namen geen maatregelen om al deze belangrijke culturele bezienswaardigheden te
beschermen, ondanks waarschuwingen van internationale experten. Volgens een
recent inventaris van het aantal gestolen kunstwerken – opgemaakt door Francis Deblauwe, expert op het gebied van de Iraakse kunstgeschiedenis – blijkt dat niet
minder dan 8.500 voorwerpen van de bestaande collecties nog steeds ontbreken.

Daarnaast werden 4.000
kunstwerken in het buitenland opgespoord, maar nog steeds niet terug naar Irak
gebracht. Meer dan 600 waardevolle antieke kunstwerken werden in september 2010
wel terugbezorgd aan het Iraakse Nationaal Museum, nadat ze waren ‘gevonden’ in
dozen in de kantoren van toenmalig Iraaks premier Nouri al-Maliki.

De houding van de door de
VS geleide troepenmacht tegenover deze plunderingen was, op zijn best,
onverschillig of erger. Op 19 april 2003, onmiddellijk na de eerste berovingen,
namen drie leden van het White House Cultural Property Advisory Committee[1]
ontslag uit protest tegen de Amerikaanse medeplichtigheid aan deze plundering
van het Iraaks Nationaal Museum.

De VS nam zijn
verantwoordelijkheden niet op om het culturele erfgoed van Irak te
beschermen, zoals dat nochtans verplicht is volgens de Conventies van Genève. Een aantal brutale directe acties beschadigden dat erfgoed juist ernstig. Sinds het begin van de invasie in maart 2003 heeft de door VS
geleide troepenmacht immers minstens zeven historische locaties omgevormd tot
basissen of militaire kampen. Zo werd onder meer Ur ingepalmd, één van de
oudste steden ter wereld en geboorteplaats van Abraham. Een
Amerikaanse militaire basis, die later werd overgenomen door Poolse troepen,
bracht eveneens onherstelbare schade aan de mythische oude stad Babylon.

Eind maart 2012
veroorzaakte de aanleg van een oliepijplijn onder dat historische Babylon grote
opschudding bij UNESCO[2]
en archeologen wereldwijd. “Het Iraakse ministerie voor Olie heeft schade
veroorzaakt die niet te overzien is door een 1.500 meter lange tunnel te graven
onder de archeologische site van Babylon” verklaarde Qais Hussein Rachid,
voorzitter van de overheidsdienst Iraq State Board of Antiquities and Heritage.??

Vernietiging van het collectieve geheugen ?? 

Dergelijke massale
culturele vernietiging heeft een verwoestende uitwerking op twee verschillende
niveaus, eerst en vooral op de gehele mensheid, vanwege de unieke oorsprong van Iraks kunstwerken en
monumenten, die de menselijke geschiedenis hebben vormgegeven.

Op een tweede niveau is dit
van cruciaal belang voor het Iraakse volk en zijn historische identiteit en de
manier waarop ze hun eigen geschiedenis eren en doorgeven. Geheugen in al zijn
vormen, persoonlijk, cognitief en sociaal, creëert de imaginaire structuur van de
identiteit, zowel individueel als sociaal, nationaal of subnationaal. Geheugen,
persoonlijk of collectief, moet actief worden gehandhaafd om de maatschappelijke
continuïteit te verzekeren van verleden tot toekomst.

Het behoud van een
dergelijk collectief geheugen is net de functie van musea en historische
monumenten. Het Nationaal Museum van Irak was het zichtbare bewijs van de
duurzaamheid en de continuïteit van de Iraakse cultuur en een natie sinds
mensenheugenis, net als de archeologische vindplaatsen en monumenten.

Zonder een kader voor het eigen
collectieve geheugen is er geen plaats voor de uitdrukking van het individuele
geheugen. Individueel geheugen heeft de context nodig van de nationale identiteit,
die onlosmakelijk verbonden is met de geschiedenis en culturele
kunstwerken. Het Nationaal Museum
van Irak, de Nationale Bibliotheek en de talloze archeologische sites waren
daar de tastbare getuigen van. 

“Wat de bedoelingen van de bezetter ook waren, de feitelijke gevolgen van het beleid in postinvasie Irak kunnen alleen maar worden gekarakteriseerd als de vernietiging van het Iraakse collectieve geheugen.”

Deze verwoesting van het
verleden en de ondermijning van de sociale verworvenheden in bezet Irak
verhinderen dat Irak voor zichzelf een zinvolle toekomst kan verwezenlijken.
Irak wordt zo immers overgeleverd aan de desintegrerende krachten van sektarisme
en regionalisme. Ontdaan van hun gemeenschappelijk erfgoed, zijn de Irakezen overgeleverd aan de krachten
van burgeroorlog, sociaal en religieus atavisme en wijdverbreide criminaliteit.

Het Iraaks nationale
eenheidsgevoel dat is gegroeid uit een langdurig proces van staatsopbouw en
sociale interactie, werd tijdens de bezetting helemaal tenietgedaan. Als een staat
niet langer functioneert, zegt de burger het sociaal contract met die staat op.
Dat is wat in Irak is gebeurd. De verdere culturele vernietiging door het
soennitische fundamentalisme van IS dreigt de nog overblijvende restanten
van de Iraakse nationale identiteit volledig weg te vagen en de minderheden uit
te roeien.

Het dominante mediadiscours
beweert ten onrechte dat sektarisme en etnisch chauvinisme altijd al de basis
hebben gevormd van de Iraakse samenleving. Steeds opnieuw wordt de destructieve
mythe herhaald van een eeuwenoude strijd zonder oplossing, waarvoor de huidige overheersers
geen verantwoordelijkheid dragen. Voor de invasie van 2003 beschouwden de
meeste Irakezen hun identiteit als Iraaks burger echter als veel belangrijker
dan religieuze of etnische affiliatie. Bovendien hebben minderheden
zich duizenden jaren kunnen handhaven in Mesopotamië, het ‘land tussen de twee
stromen’ (Tigris en Eufraat). Daar dreigt nu een eind aan te komen.

De
plundering van Irak

In de nasleep van de
Golfoorlog van 1991 werden reeds dertien Iraakse musea geplunderd. Het staatsgezag
werd hersteld en tijdens de periode van economische sancties tegen Irak
(1990-2003) werd elke site bewaakt. Na 2003 viel bijna elke archeologische site
in het zuiden van Irak echter ten prooi aan plunderaars.

De Libanese archeologe Joanne
Farchakh, schreef daarover in 2007: “Ze hebben systematisch de overblijfselen
van deze beschaving vernietigd in hun zoektocht naar verkoopbare kunstwerken.
De mensheid verliest haar geschiedenis, voor het plezier van particuliere
verzamelaars die veilig in hun luxueuze huizen wonen en specifieke objecten
voor hun collectie bestellen.”

Farchakh heeft in de
onmiddellijke nasleep van de invasie geholpen met het oorspronkelijke onderzoek
naar de gestolen schatten uit het Archeologisch Museum van Bagdad. Zij zei toen
ook dat Irak binnenkort misschien geen geschiedenis meer zal hebben: “In
het gebied rond (de zuidoostelijke stad) Nassiriya alleen al zijn er ongeveer
840 Sumerische sites. Ze werden allemaal systematisch geplunderd.”

Ze merkte daarbij op dat de
religieuze groeperingen in de zuidelijke provincies deze archeologische sites
onder controle hielden. Ter illustratie haalde Farchakh het verhaal aan van Abdulamir
Hamdani, directeur oudheden voor de zuidelijke provincie Di Qar, die wanhopig –
maar tevergeefs – probeerde de vernietiging van de begraven steden tijdens de
bezetting te voorkomen. Hamdani zelf schreef dat hij weinig kon doen om
“deze ramp waarvan wij allen getuige zijn” te voorkomen.

In 2006 vernam de afdeling
antiek van de dienst oudheden van Hamdani de aankondiging van de aanvraag
door lokale autoriteiten van de bouw van baksteenfabrieken in gebieden rond
Sumerische archeologische vindplaatsen. Het werd snel duidelijk dat de
bedoeling van de betrokken fabriekseigenaren was de gronden af te kopen van de overheid
om in de archeologische vindplaatsen te gaan graven naar kunstwerken en ze te verkopen aan antiekhandelaars.

Hamdani weigerde het
dossier voor die aanvraag te ondertekenen. Farchakh zei daarover: “Zijn
weigering had al snel gevolgen. De religieuze partijen die Nassiriya
controleerden, stuurden de politie om hem aan te houden op beschuldiging van
corruptie. Hij werd drie maanden gevangengezet in afwachting van zijn proces.
De State Board of Antiquities and Heritage en zijn tribale leiders verdedigden hem.
Hij werd vervolgens vrijgelaten
en nam zijn positie terug in. De betrokken steenbakkerijen zijn thans ‘bevroren
projecten’. Meldingen zijn echter opgedoken dat gelijkaardige strategieën
werden toegepast in andere steden en in nabijgelegen archeologische
vindplaatsen, zoals de Agargouf Ziggurat nabij Bagdad.”

“Hoelang kunnen Iraakse
archeologen zich daar nog tegen verzetten? Dit is een vraag die alleen de Iraakse
politici van alle religieuze partijen kunnen beantwoorden, omdat zij het zijn
die deze projecten goedkeuren”, aldus nog Farchakh.

Deze plunderaars van
oudheden werken goed samen in een georganiseerd netwerk van smokkelbendes.
Vrachtwagens, auto’s, vliegtuigen en boten verschepen geplunderde historische voorwerpen
van Irak naar Europa, de VS, de Verenigde Arabische Emiraten en Japan. Een aantal
websites biedt tot 7.000 jaar oude Mesopotamische kunstwerken te koop
aan.

De huidige premier van
Irak, Haider al-Abbadi, legde na de laatste vernietigingen van beelden in
Mosoel door IS een verklaring af. De heropening van het Nationaal Museum van
Bagdad is net nu belangrijk. Hij deed ook de belofte om het erfgoed van het
land te beschermen. Dat klinkt allemaal echter redelijk ongeloofwaardig zolang
de archeologische vindplaatsen verder worden geplunderd en onbewaakt achtergelaten.

Samengevat, de vernietiging
van de bakermat van de hedendaagse beschaving werd niet recent gestart door IS,
maar door hen die Irak illegaal binnenvielen in 2003 en er de bestaande
maatschappij vernietigden en in totale chaos stortten. Zo creëerde de westerse
invasie de omstandigheden die deze roof mogelijk maakten. IS is noch de eerste,
noch de enige organisatie, die de mensheid haar geschiedenis ontnomen heeft. 

Dirk
Adriaensens is lid van het uitvoerend comité van het BRussells Tribunal. Tussen 1992 en 2003 leidde hij verschillende delegaties
naar Irak om de verwoestende gevolgen van de VN-sancties te
observeren. Hij was lid van de Internationale Organisatiecomité van
het Wereld Tribunaal over Irak (2003-2005). Hij is ook
mede-coördinator van de Global
Campaign Against the Assassination of Iraqi Academics.
Hij is mede-auteur van Rendez-Vous in Bagdad, EPO
(1994), Cultural Cleansing in Iraq, Pluto Press, Londen
(2010), Beyond Educide, Academia Press, Gent (2012), Global
Research’s Online Interactive I-Book ‘The Iraq War Reader’,
GlobalResearch (2012), Het
Midden-Oosten. The times they are-a changin’, EPO (2013) en
is een frequent medewerker van GlobalResearch, Truthout,
The International Journal of Contemporary Iraqi Studies en
andere media. Hij is co-auteur van het
boek Cultural Cleansing in Iraq, Why Museums Were Looted, Libraries Burned and
Academics Murdered
, Pluto Books, London, 2010.


[1] Een door president W. Bush opgericht ad-hoc ‘adviesorgaan voor de
bescherming van het Iraaks cultureel erfgoed’.

[2] De UN Educational, Scientific and Cultural Organization zet zich onder
meer in voor de vrijwaring van cultureel erfgoed in de hele wereld. UNESCO is
ook de organisatie die plaatsen en voorwerpen als World Heritage
(‘werelderfenis’) aanduidt, wat een speciale beschermingsstatus inhoudt.

take down
the paywall
steun ons nu!