Toen Obama president werd, keek de wereld op – een zwarte als president van de Verenigde Staten, dat was wereldschokkend nieuws. Maar is de doorsnee ‘black man’ daardoor beter af? Uit een recente studie blijkt het tegendeel.
Als zwarte heb je veel meer kans dat je geboren wordt in een armoedewijk van een stad of voorstad (suburb). Je ouders verdienen over het algemeen minder dan een blanke collega, meestal krijgen ze minderwaardige jobs en hebben ze veel minder kans op promotie. Velen wonen in wijken waar drugverkoop de enige manier is om aan de bitterste armoede te ontsnappen (met het risico weliswaar gedood te worden in een drugoorlog tussen rivaliserende bendes).
Tussen 1984 en 2009, zo toont een studie aan[1] bij 1700 ondervraagden, is voor een deel van de zwarten de situatie wel enigszins verbeterd (meer toegang tot goed onderwijs, er ontstond een zwarte middenklasse, en meer zwarten werden benoemd in publieke functies).
Maar ondanks die vooruitgang is in diezelfde periode de kloof tussen blanken en zwarten bijna verdrievoudigd. De gemiddelde kloof tussen een doorsnee blank gezin en een doorsnee zwart gezin steeg van 85.000 dollar in 1985 tot 236.500 dollar in 2009. In 2009 bezat een gemiddeld blank gezin 265.000 dollar tegenover 28.500 dollar voor een gemiddeld zwart gezin.
Barack en Michelle Obama mogen dan wel toonbeeld zijn voor een groeiende zwarte elite, toch raken zwarten dus over het algemeen verder achter qua economische ongelijkheid. Het is wachten op een nieuw Watts…[2]
“The civil rights movement, got me out of bondage, but still I’m looked upon as a second class human, it’s only skin deep, but it’s stamped into my soul” (Ben Dewit, uittreksel song American Dream).
Bron : artikel van BuzzFlash via Truth-out.
Voetnoten
- [1]uitgevoerd door Brandeis University, Boston.
- [2]Begin de jaren ’60 braken er rassenrellen uit in een armoedewijk van Los Angeles, Watts, met enkele tientallen doden. In 1992 herhaalde dit scenario zich opnieuw in die wijk. En er is niets essentieels veranderd…