Update: de links naar de misleidende publicitaire filmpjes. Vooruitzichten: 200625, 12u50. De ngo “Warm Vlaanderen” die zich inzet voor een betere mentale gezondheid deelt recent via Facebook een videoboodschap of twee over de grote nood aan warme opvang voor onze jongeren. Met speeches van hippe dames zoals kinderpsychiater Binu Singh en directeur van Vlesp, Gwendolyn Portzky, sinds lange tijd actief rond zelfdoding. De ondertitel bij deze laatste video luidt: “1 op 4 jongeren in het secundair heeft zelfmoordgedachten”. De introductie over de organisatie luidt als volgt: “Het Netwerk WARM VLAANDEREN brengt denkers en doeners samen om te bouwen aan een duurzaam en integraal beleid van Bevordering van Geestelijke Gezondheid en Veerkracht bij kinderen en jongeren in Vlaanderen.”
Een generatie vertegenwoordigt deze poepchique vrouw waarin bijna geen “huismoeders” meer bestaan. Vrouwen en mannen van de jongere generaties weten zelfs niet meer hoe essentieel het begrip “Moedertaal” wereldwijd ooit is geweest, en hoe en waarom dat begrip werkte. Moeders hadden wij die door hun permanente aanwezigheid thuis de ideale veilige Thuishaven boden. Een situatie die zeker heel, heel veel problemen wist te voorkomen. Aanwezigheid, vriendelijke nabijheid, osmose… het was echter allemaal te “‘passief” en niet “productief genoeg” blijkbaar, voor de generaties van na de jaren zestig. Dit kan ik toch enkel met een groen lachje bekijken. Eerlijk, in mijn ogen draaien deze dames de kijker ongelofelijk subtiel een rad voor de ogen. Ik zie een slijmen dat alle perken te buiten gaat. Oogballen als betoverende slijmballen. Gemanicuurde handen die verfijnd en beheksend alle verantwoordelijkheid wegwuiven in zowat alle richtingen, altijd weg van het ik.
“En dus hebben we het over Gezondheidsbevordering!” (de ogen gaan wijd open, het hoofd draait vlotjes, in hypnotische modus). “En daar kunnen we niet VROEG genoeg mee beginnen!” (ogen gaan even dicht, misschien omdat een bepaald model van nabijheid voor kinderen zich opdringt). De sobere consequentie dat het niet echt bevorderlijk is voor die “Gezondheidsbevordering” van ons kindje, wanneer mama om zeven uur in de morgen haar baby van nauwelijks vier weken (en minstens een jaar lang vanaf die dag) komt afzetten bij de kinderopvang! [Het betreft een fenomeen dat ik zelf heb waargenomen, met zulke moeders ben ik in conversatie getreden.] Die (zelf)kritische mededeling naar vrouwen en algemeen publiek komt echter niet uit de intelligente ogen of mond!
Kijk vooral zelf, met mijn kritieken in het achterhoofd. Warm Vlaanderen –> https://www.facebook.com/profile.php?id=61572729028416
Portzky in actie: https://www.facebook.com/share/r/19akxeBjib/
Kinderpsychiater Binu Singh spreekt in haar minuutje vooral over het grote gevaar van “toxische stress” voor het kind. Dat is stress die te hoog oploopt, of te lang duurt, zo krijgen we de definitie in een notendop. Zou echter de aller-allerbeste bescherming tegen “toxische stress” niet een echt aanwezige moeder zijn? Een mama die haar kind vaak tegen het lichaam draagt? Of mogen we die natuur-lijkste der opvoedingsmethoden niet in herinnering brengen? Niet benoemen, misschien omdat een aantal vrouwen absoluut kinderen wil, maar absoluut er niet te veel tijd mee wil doorbrengen? En veel liever ” naar haar werk gaat”? Naar vriendinnen en feestjes, film, het café, de fitness of de opera…?
Ik zou denken dat zowat zestig jaar na het verschijnen van de eerste resultaten van de wetenschappelijke dierengedragstudie (ethologie) en van de eerste documentaires daarover op de televisie, iedereen toch al eens meer naar die Dierenwereld zou kijken voor inspiratie. Bijvoorbeeld wat betreft opvoeding. In een van de afleveringen van Dublin Zoo kon je een beeldverslag zien van de eerste uren na de geboorte van een Gorilla-babytje. De commentator sprak toen de woorden: “De moeder heeft het jong dadelijk na de geboorte bij zich op de schoot, tegen buik en borst genomen. Daar gaat het nu in de komende drie maanden geen moment weg. En het hele eerstvolgende jaar laat de Moeder het jong niet meer dan een meter ver van haar weg gaan.” Geen wonder, dat “hoge pieken van stress die lang duren” met zulke ‘ingeboren traditie’ weinig kansen krijgen. Waarom kan de pedagogie, de psychologie niet tot zulk eenvoudig advies komen voor wat onze jongeren en hun zware problemen betreft? De vraag stellen is ze beantwoorden, hoe gruwelijk dat inzicht ook is: de gevestigde belangen zijn te groot. Niet die van schimmige wereldwijd active multinationals of zwakzinnige presidenten; die van wie ons het meest nabij is als kind. De moeder en haar lichaam en haar stem.
Het logo zegt het helemaal
Het log van “Warm Vlaanderen ” is… een blauwe teddybeer. De teddy, hét symbool van de eerste ersatz voor de moeder die niet meer voldoende aanwezig kon blijven. Om angst bij kindjes weg te nemen: verlatingsangst. Blauw: de kleur van de afstandelijkheid, de kilte, die ook de politici in Brussel de laatste tijd dragen, allemaal. De organisatie Warm Vlaanderen rijdt niet voor onze kinderen. Ze rijden voor de volwassenen, ze doen hun uiterste best om de kinderen een vervangmama te bezorgen. Een blauwe beer. Heb je al een inheemse Afrikaanse of Oost-Aziatische of Indiaanse moeder en kind gezien met een teddybeer?
Een late dertiger, kaal en met een grote donkere baard, Peter Cousaert, een diensthoofd bij de Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten, merkt met een zeer ernstige waardige blik op:
We kunnen niet veel doen. De problemen die onze kinderen parten spelen zijn geweldig complex, ze zijn maatschappelijk ingewikkeld, het is een probleem met vele ramificaties en vertakkingen. “Om echt impact te hebben moeten we inzetten op de gemeenschapskracht van het netwerk”. De kern van dat netwerk, het moederlichaam, wordt dus even vlotjes tussen haakjes gezet. Geen wonder dat daarna nog volgt “Jammer genoeg doen we dat (een probleem zien en aanpakken) vanuit onze eigen invalshoek en competenties”!
Dat zal wel, dat je een nest van problemen veroorzaakt dat uitwaaiert, ALS JE HET HART WEGNEEMT UIT DE WERELD VAN HET KIND, dat er dan bliksemschichten in alle richtingen gaan, dat er dan zeer ingewikkelde psychosociale, psychologische én fysieke klachten zullen opduiken, met economische en maatschappelijke implicaties.
Dat hart is de mama.
De negatieve effecten van de vrouwenemancipatie op kinderen en pubers blijven vooralsnog taboe.
Peter Adriaenssens stelde het nog met nadruk in een zoomsessie voor politiek geïnteresseerden onlangs: in de veertig jaar dat ik werk als kinderarts-psychiater heb ik tot voor tien jaar nooit kinderen van nauwelijks tien jaar gezien met zelfmoordplannen. Nu staat er zo een kind aan de deur op Spoed elke week. Ook het artikel van Ann Peuteman in Knack over “Zelfverwonding: de epidemie die we niet willen zien”, wijst in dezelfde richting. Laten we naar de grondoorzaken zoeken van de gestegen kwetsbaarheden en verstrikkingen waar onze jeugd aan ten prooi valt, en dapper de consequenties onder ogen zien van de redenen die dat onderzoek zal vinden, van de mooie veranderingen en “bevrijdingen” die we als maatschappij gekozen hebben, de laatste zestig jaar. Ik zie dat debat nog veel te weinig gebeuren. Misschien zijn we toch te snel en te enthousiast weg gevaren van rollenpatronen die de mens en het gezin en de kinderen vrij goed gediend hebben, decades, generaties, honderden jaren lang? De allerbeste manier om kinderen het gevoel, de zekerheid mee te geven: “We zien je graag! Je mag er zijn! Je bent welkom in deze wereld!” is – heel gewoon – veel bij hen zijn, met hen betrokken spreken en activiteiten doen, en hen veel lichaamswarmte geven. Tedere affectie. Dat blijkt uit degelijk onderzoek. –
Of zijn er achter de schermen sterke machten aan het werk die dit debat ten gronde tegenhouden? Instanties en personaliteiten die vrezen dat de vrouwen en hun economisch rendement onmisbaar zijn voor iets als het bbp (bruto binnenlands product)? Mag er geen plaats meer zijn voor een goede, toegewijde, aanwezige moeder in een land met een grote staatsschuld? Zo iets? Of is onze tijd, is ons land gewoon zeer rijk aan vrouwen die een afschuw voelen voor aanwezig moederschap thuis? Ik vraag het mij af. Het lot van onze kinderen eist dat hier klaarheid komt. Tenzij we collectief het er over eens worden dat professioneel plezier en een “normaal inkomen” de wanhoop, de verwarring, de angst, de toenemende verslavingen, de agressie, het wangedrag dat met verlies van de levenszin te maken heeft, en “helaas” in sommige gevallen de intrieste dood van kinderen waard is?
SHS, Sociaal-Economisch Historicus, universitair geschoold in culturele antropologie, theologie, met interesse voor opvoeding in de dierenwereld. De eerste analist die over depressie en zelfmoord opiniestukken schreef in De Standaard vanaf 1997. Heeft met jongeren gewerkt als leraar Geschiedenis en Godsdienst en als Bezinningsbegeleider. Heeft een tiental mensen met acute zelfdodingsplannen opgevangen en “gered” in zijn tijd aan de telefoon bij de algemene hulplijn Tele-Onthaal
Moeder en Vader, Man en Vrouw naar het Kind: hoeveel leugens brengt deze tijd, hoe lang nog?
NB. De moeder en de Moederrol zijn voor onze kinderen on-ver-vang-baar. Wat een segment van de feministen – uit evident egoïsme en eigenbelang – ons ook willen doen geloven. Op 18 juni was het in de aflevering van THERAPIE op Canvas nog te horen en te zien. Een van de jongeren therapeuten gaf in de inleiding over zichzelf en zijn leven als tijdgenoot aan:
“Voor de moeder [van onze kinderen] is het moeder-gevoel veel simpeler; zij zitten daar zeer snel in, omdat zij het kind al die tijd in hun lichaam meegemaakt hebben als het kind geboren wordt; zelf ben ik pas NU in de vaderrol geland, terwijl mijn oudste zoon dus zeven is. Wij als man, als vader, komen daar toch maar als een schlemiel achteraan gehinkt; ik heb dat aan andere vaders verteld, en die hebben dat bevestigd” (glimlacht).
Vooruitzichten?
Een conclusie lijkt duidelijk: de redding, het radicaal leningen van de noden van onze kinderen-in-nood, het zal niet komen van de institutionele hulpverlening. Die “welzijnswerkers” maken al te veel deel uit van de maatschappij, de tijdsgeest, de structuren die precies de grote problemen met (zeer) jonge mensen veroorzaken. Die personen, zogenaamde experts, lijden aan de kwalen waaraan alle experts lijden. Volgens de generaal is een oorlog altijd imminent, zijn leger onder-bewapend en te weinig getraind, de burger niet genoeg voorbereid op de catastrophe. De lieden die professioneel voor kinderwelzijn opkomen, lijken in de eerste plaats voor hun eigen plaatsje op te komen. Ze pleiten liever voor meer “netwerken” onderling, voor meer vergaderingen met koffie, dan voor radicale maatregelen die het kind echt ten goede kunnen komen. Ze lijken minder gedreven door authentieke Liefde voor het Kind, kind als zij zelf zijn van wat ik graag mag noemen het WTCC-bestel, naar een vergelijkbaar concept van Etienne Vermeersch: de cluster die ons leven vaak onbewust sterk bepaalt en die bestaat uit “Wetenschap, Technologie, Cash en Consumptie”.
Oplossingen, verbetering zie ik op de langere termijn wel doorbreken en doorgevoerd. De Liefde van de mens voor zijn kind, voor alle kinderen, lijkt diep genoeg geworteld, via DNA, hormoonhuishouding, mentale bedrading in de hersenen, eeuwige geschenken van de Evolutie die om dit in te bouwen drie miljard jaar de tijd nam, om zoals vele goede dingen en goede gewoonten, na verloop van tijd weer op te duiken en haar gerechte plaats in te nemen. Daarbij zie ik in de toekomst positieve invloed vanwege de families met kinderen van immigranten inwerken op de nieuwerwetse, en in feite ongewenste gewoonten van de autochtonen. Zoals in de jaren negentig de gewoonte thuis zelf je potje te koken in tijden dat bijna alle blanke inheemse families ongelofelijk veel naar het restaurant trokken, wellicht terug hip werd toen mensen bij hun buren, afkomstig uit andere culturen, het geluk waarnamen. Bij die mensen uit (w)armere landen zijn bepaalde goede praktijken vaak beter bewaard gebleken. Die nieuwe inheemse culturen uit andere windstreken lijken vaak wat minder aan vervreemding, aan aliënatie en desoriëntatie onderhevig van wat diepmenselijk is. Ze staan in menige betekenis nog een dichter bij (onze) natuur.
–
P.S. De organisatie ‘VLESP’, zoals het zo trots in kapitalen bij de titulatuur van mevrouw de directeur staat, ik heb ze nog niet eerder tegen gekomen, maar ik heb een koud vermoeden van de betekenis: Veel Leed en Spijt door Professionalisme.
–
Ter hulp
Wie last heeft van diepe gevoelens van droefenis, wie de zin van het leven even niet meer vindt, wie het gewicht van de eenzaamheid voelt wegen, wie behoefte heeft aan een vertrouwelijk gesprek en een luisterend oor om op verhaal te komen: de opgeleide medewerker m/v van Tele-Onthaal is er voor jou elk moment van het etmaal, dag en nacht, via het nummer 106.
Illustratie
Child’s Grave, Sint-Kathelijne-Waver, Flickr
Moeder met peuter (het woord van de Engelsen en Amerikanen doet het kind meer recht: infant) in Koerdistan, met echte dieren in de buurt. Flickr commons, Kurdistan.
Lees ook onze beschouwing over Zelfverwonding bij jongeren, “de epidemie die niemand wil zien”.