De Egyptische en Tunesische delegaties zijn zeer klein hier op het WSF in Dakar. Toch gaan de gebeurtenissen in die landen hier niet onopgemerkt voorbij. Tijdens zijn openingstoespraak deed Evo Morales een oproep tot solidariteit met het Egyptische en Tunesische volk.
Hani Serag, onze PHM coördinator in Egypte, is een van de drijvende krachten achter alles wat hier gebeurt rond zijn land. Deze namiddag trok hij nog met een kleine betoging over het terrein van het WSF. Eergisteren was er een eerste conferentie waar Hani een live telefoongesprek hield met zijn vrienden op het Tahrir plein in Caïro. Spijtig genoeg kon ik daar niet aanwezig zijn.
Vandaag was er een tweede kans. Hani had na het officiële programma een discussie georganiseerd over de opstanden in Tunesië en Egypte. Hoewel de ontmoeting pas na 7 uur begon, waren er een 60-tal mensen.
Mahmoud El-Adawy van het ‘Egyptian Committee for Defending the Right to Health’ begon met een uiteenzetting over Egypte. Hij legde uit hoe Mubarak altijd trouw de neo-liberale dictaten van het westen had opgevolgd. De laatste jaren is het privatiseringsbeleid, o.a. in de gezondheidszorg, nog opgedreven. De staat bouwde de sociale sectoren verder af. Volgens Mahmoud ging men te ver omdat ook de middenklasse te lijden kreeg onder het neoliberale beleid. Het is die middenklasse, en vooral de jeugd, die daarom nu op straat komt.
Hani benadrukte dat de opstand echt totaal onverwacht kwam. Een maand geleden had hij dit niet voor mogelijk gehouden. Hij sprak over de perspectieven van de opstand. Hij denkt dat de Verenigde Staten twee belangrijke bekommernissen hebben. Ten eerste is er het conflict tussen Israel en de Arabische wereld. Met Suleiman is dat voorlopig onder controle. Hij was, als chef van de nationale veiligheid, mede verantwoordelijk voor het aanstoken van de rivaliteit tussen Hamas en Fatah. Een tweede bekommernis is de economische controle en de voortzetting van het neoliberalisme.
De onderhandelingen die nu aan de gang zijn tussen de Moslimbroeders en de andere politieke partijen enerzijds en Suleiman anderzijds, kunnen het verzet verzwakken. Het is daarom ook dat de betogers deze onderhandelingen verwerpen. De Moslimbroeders spelen een belangrijke rol omdat ze een grote aanhang hebben onder de armen. De VS schijnen het echter wel met hen te kunnen vinden.
Volgens Hani zijn er twee mogelijke scenario’s. Ofwel blijven de protesten voortduren en slagen ze erin om een overgangsregering te forceren. Die zal dan waarschijnlijk geleid worden door ElBaradei. Ofwel komen er onder druk van het buitenland enkele oppervlakkige politieke hervormingen waardoor het protest vermindert. Dat zal gepaard moeten gaan met een sociaal vangnet om de druk tijdelijk van de ketel te laten.
Een Tunesische schrijver en mensenrechtenactivist had het over zijn land. Hij legde uit dat zijn land niet alleen een politiestaat was, maar dat de meeste politieke oppositie ook verboden was. Uiteindelijk was het de economische toestand die het vuur aan de lont stak. De laatste twee jaren waren de vakbonden al heel actief onder het motto: jobs, waardigheid en weg met het regime.
Ook in Tunesië ging het om een spontane opstand die startte in de centrale regio en zich snel verspreidde. Veel van de demonstrerende jongeren waren lid van één van de verboden oppositepartijen maar die hebben het protest nooit kunnen kanaliseren. Tot op de dag van vandaag blijft het leiderschap van de beweging zeer diffuus.
Er is nu wel het ‘front van de 14e januari’ waaraan een tiental partijen deelnemen, van marxisten tot nationalisten. De beweging blijft doorgaan want de oude structuren zijn nog altijd daar. De beweging eist een echte breuk met het ancien régime.
Er waren nogal wat interventies en vragen uit het publiek. Aziz uit Marokko merkte op dat het activisme in de Arabische wereld sinds de jaren tachtig verschoven is van politiek activisme naar social activisme. Hij pleitte ervoor om het politiek activisme terug in ere te herstellen om een evenwicht te vinden tussen de twee. Een Senegalees hoopte dat de golf van protest de woestijn oversteekt en ook zwart Afrika bereikt want ook daar leven verschillende landen onder een (al dan niet openlijke) dictatuur.
Amit uit Indië wees erop dat men onderscheid moet maken tussen het regime en de staat. Het regime kan veranderen maar de staat blijft bestaan zoals ze was. Het imperialisme zal er altijd voor zorgen dat de staatstructuur intact blijft. Dat is de uitdaging voor de progressieve krachten.
Na de meeting worden meteen afspraken gemaakt voor een actie op vrijdag. Rond de middag wil men een sit-in houden voor de Egyptische ambassade. Morgen worden er nog pamfletten verspreid en wil men de oproep lanceren tijdens de assemblees van de sociale bewegingen die op het programma staan.