Updates met reacties en syntheses, 6 sept. als slot. — Afgelopen week stierf er een baby in een crèche. Een drama, een tragedie die je niemand toewenst. De aandacht gaat er in elk geval weer door naar de vraag hoe wij als gemeenschap onze kinderen wensen op te voeden. De huismoeder is tegenwoordig bijna een beter bekend concept in de wetenschap van de insecten, als vlindersoort, dan als menselijk project met brede maatschappelijke waardering. Om zes uur dertig ‘s ochtends nam ik persoonlijk interviews af aan de ingang van een crèche, waar een moeder mij toevertrouwde: “Mijn geweten verscheurt mij.” Wie kan dan pleiten voor onbewogen stug verder doen op de voor duizenden werkende vaders en moeders gewoon geworden weg? Welke observator blijft dan stoïcijns? Mij lijkt de tijd rijp voor scherpere analyses dan er tot nog toe gevoerd werden. Bepaalde keizers roepen erom, dat iemand hen meldt dat zij naakt zijn.
Hoewel de toename van respect voor vrouwen en hun aanpak, met name op de arbeidsmarkt en in de kunsten, sinds pakweg 1940 ongetwijfeld veel goeds heeft opgebracht, dringt een herevaluatie zich toch wellicht op. Jonge kinderen thuis zoveel mogelijk zelf opvoeden is misschien uiteindelijk toch het beste voor iedereen, kind, moeder, vader en maatschappij.
Niet tekortkomingen in de behandeling en verzorging van babies in de crèche brengt mij tot zulke bezinning. Wellicht zijn er negatieve bij-effecten eigen aan het systeem, aan die “diluted education”, die dermate subtiel inwerken op onze kinderen, dat ze pas na pakweg tien jaar op de radar, boven de waterlijn verschijnen. Tijdens een seminar met Vlaanderens bekendste kinderarts klaagde Peter Adriaenssens over het schrijnende feit dat sinds een paar jaar kinderen van nauwelijks tien jaar oud op spoed voor de deur staan met zelfdodingsplannen! Elke week.
Zoiets pakt mij. Daar kan ik niet niet over nadenken. Persoonlijk heb ik er al veertig jaar aandacht voor: wat zijn de oorzaken van de verwarring en kwetsbaarheid, geestelijke scheefgroei die ik waarneem bij niet weinigen in onze gemeenschap. Ik was wellicht voor deze passionele interesse in de wieg gelegd, met de verhalen van onze moeder over haar moeder die zelfdoding pleegde in 1947, twee jaar na de zware oorlog, als moeder van vijf kinderen… Onze moeder was een sterke madam, maar op die momenten kwam ze kwetsbaar over.
Ik was een geluksvogel dat mijn teksten over de nood aan hogere urgentie in aandacht voor mentale gezondheid enkele jaren op het hoogste niveau van het maatschappelijke debat verschenen, in de opiniepagina’s van De Standaard.
Feminisering
Wanneer zeer zichtbare kinderartsen en psychologen met erkende autoriteit er niet toe komen beide maatschappelijke tendensen met elkaar in verband te brengen, zoals systeempsycholoog en psychoanalyticus Paul Verhaeghe het presteerde in zijn analyse van de maatschappelijke status questionis in het interview in De Standaard op 27 augustus, laat een freelance reporter met bredere universitaire kennis, grote betrokkenheid en grotere onafhankelijkheid het dan doen. Zou het kunnen dat de feminisatie, het toegenomen gezag en vertrouwen voor het brein en het woord van vrouwen, waar ik zelf aan mee heb mogen bouwen via die stukjes onder andere, een nog veelal onopgemerkte maar verontrustende back lash brengt? De ellendig lange wachtlijsten in de kinder- en jeugdpsychiatrie, die zijn er niet in het luchtledige gekomen. Als historicus, hulpverlener en gewezen leraar en bezinningsbegeleider, kan het er bij mij niet in dat beide problematieken tot op vandaag door commentatoren in een soort politiek, ideologisch, ethisch, historisch en klaarblijkelijk feministisch steriel getrokken vacuüm worden bekeken en een kunstmatige spagaat wordt in stand gehouden.
Ik kan mij persoonlijk niet van de indruk ontdoen dat veel vrouwelijke beroepsmatige aanwezigheid in de samenleving, voor een stuk ten koste gaat van bepaalde persoonlijkheidsfundamenten bij onze kinderen en jongeren.
Verhaeghe legt er de nadruk op dat het neoliberale (markt)model te ver is gegaan en op zijn laatste benen loopt enerzijds, dat de gelijkheid van man en vrouw er is gekomen sinds zowat vijftig jaar, en dat een resem gezondheidscriteria het opvallend slechter zijn gaan doen sinds zowat 25 jaar anderzijds. Dat het emancipatorische arbeidsmodel dat vrouwen uit het gezin heeft weggezogen wellicht mee aan de basis kan liggen van die laatste reeks problemen, deze met de mentale veerkracht en gezondheid, ziet hij niet. Voor de historicus is de gelijktijdigheid van die twee fenomenen echter opvallend.
Meer en meer kinderen en tieners hebben toenemend, zo percipieer ik dit niet alleen, sinds zowat een kwarteeuw langdurige professionele hulp, opvang en therapie nodig. Zou de ene evolutie, die meestal unisono wordt toe gejuicht, in verband kunnen staan met de andere, die vele ouders tot wanhoop drijft?
Moederschap en vaderschap
Met alle respect voor de verworvenheden van de moderniteit en het na-oorlogse model, maar het zou echt niet de eerste keer zijn dat de westerse cultuur zichzelf in nesten werkt door te ver weg te gaan van wat de Natuur als ‘model’ heeft ontwikkeld gedurende, euh ja, miljoenen jaren.
De moeder van vandaag krijgt met wel erg tegenstrijdige eisen te maken. De maatschappij en de arbeidsmarkt eisen haar talenten, tijd en arbeid op, het gezin, het ouderschap echter al evenzeer. De wijsheid uit inheemse culturen “It takes a village to raise a child; and otherwise, the parents become crazy” – “Je hebt een heel dorp nodig om een kind op te voeden”, die krijgt toch terecht meer en meer aandacht, wordt vaker geciteerd, in bredere kringen.
Is het niet zo dat veel vaders en moeders zich tegenwoordig krom werken om de opvang te kunnen betalen? Crèches en opvangsystemen die zelf het werk geregeld niet meer aankunnen. Wegens personeelsgebrek, maar wellicht ook om structureel pedagogische redenen. “Je kunt niet een even goede moeder zijn voor tien kinderen als voor een kind” hoorde ik ooit een moeder zeggen tijdens een studiedag. Dit betreft toch een waarheid als een koe?
Opvangsystemen krijgen (gelukkig) toenemend kritiek. Ze kunnen het blijkbaar nooit goed genoeg doen. Ernstige fouten gebeuren, op gebieden die dadelijk te zien zijn, waar je de vinger kunt op leggen, iets dat sinds zowat een jaar beter bespreekbaar wordt in het publieke debat, wat tot ongerustheid, rechtszaken en sluitingen aanleiding geeft. Recent werd de bevoegde minister nog vervangen. Ouders zijn bezorgd, soms ronduit bang.
Misschien is de tijd rijp om ook aan de lange termijn-effecten van het uitbesteden van opvoeding te denken.
Het ‘oudste’ beroep, dit van Huismoeder en van betrokken vader, laat je misschien toch best niet zodanig in maatschappelijke waardering dalen, als onze cultuur het sinds de jaren zeventig, tachtig heeft gedaan.
Vliegtuigreizen
Misschien is het een utopie die wat vroeg komt, maar de uit de hand lopende energieprijzen kunnen misschien een aansporing vormen voor een her-evaluatie van bepaalde basiswaarden. Deze crisis kan misschien tot een gewetensonderzoek leiden. Nu de auto almaar minder King Car wordt genoemd, en verre vliegtuigreizen duur dreigen te worden en met schuld beladen, en ze straks wellicht om klimaatredenen aan banden worden gelegd, kunnen wij als gemeenschap wellicht overwegen weer wat meer trots te leggen in… ouderschap? Wat meer zelfwaarde oogsten uit de kinderen, zoals in vorige generaties en eeuwen het geval was, dat is misschien toch geen gek idee. Ik vind het zelf een mooie gedachte.
_______________________
Op Facebook is heel wat debat gevolgd. (Update 6 september).
Een recente reactie mag ik graag meegeven.
“De emancipatie van de vrouw met hierbij het minimaliseren van het pedagogisch effect op eigen kinderen en de gelaagdheid binnen het gezin van veiligheid en affectie, maakt dat er een nieuwe vorm van samenleven ontstaat. In Denemarken, is de stap van de vrouw naar de arbeidsmarkt in een zeer korte tijd gerealiseerd. Een kinderpsycholoog schreef in 2002 dat het aantal zelfdodingscijfers bij de jeugd was toegenomen. En wees toen al op het feit dat de oorzaak lag bij het veranderende gezin en het wegsturen van kinderen naar een kinderopvang.
Ik heb lang aan Denemarken (huis Deenshuis in Brussel) om meer details gevraagd van deze cijfers, maar zoals vaak, zijn deze cijfers geen reclame voor de Deense droom die ze nu doormaken en is hierover geen data beschikbaar. Ook dat is manipulatie van een overheid die zwijgt over zaken die mislopen en zichzelf toch wel graag in de etalage zetten.”
Zelf heb ik het aanvoelen dat mij drijft te schrijven over deze kwestie nog eens op volgende manier uitgedrukt.
- De crèche is innwezen een “commercialisering”. Ennwel van een zeer intieme, persoonlijke relatie en handeling. Een relatie en taak die zelfs sacrale aspecten kent. Zoals we keer op keer merkenndat privatisering en dus grote commercialisering in de ouderenzorg (RVT’s) niet goed werkt, de kosten verhoogt en zelfs leed bezorgd bij betrokkenen, lijkt het voor kleine kinderen ook echt geen goed idee.
- Ik ben er heilig van overtuigd dat meer lichaamscontact in de eerste duizend dagen voor elke opgroeiende mens een wereld van verschil maakt. Ik predikte dit voor sommigen ‘te simpele’ standpunt al vele jaren voor de WHO er een tijdje geleden een strikt advies van maakte, op basis van doorslaggevende onderzoeken. De Maxy Cosi verdween alvast. Het kan nog veel beter. Van meer ouderschapsverlof, minder werken buitenshuis in die periode, tot babymassage.