Naar aanleiding van de beslissing van de Vlaamse minister van Onderwijs Ben Weyts om zomerscholen op te richten, heeft PEP! een bevraging voor de leerlingen opgesteld. Er namen 1.490 leerlingen uit verschillende Vlaamse scholen deel aan deze bevraging. De meeste leerlingen zitten in de 2e (40 procent ) of 3e graad (34 procent) van het secundair onderwijs. Meer dan de helft van de bevraagde jongeren volgt een ASO-richting (57 procent).
Voor de meerderheid (56 procent) is de zomerschool een slecht idee om de leerachterstand weg te werken en voor 22 procent is dat wel een goed idee. 22 procent van de jongeren heeft hier geen mening over (althans voorlopig). Dit kan verschillende oorzaken hebben: onduidelijkheid over het verloop van het schooljaar (evaluatie, attestering, …); wat houdt een zomerschool juist in?; zal er geëvalueerd worden?; heb ik een leerachterstand?; onduidelijkheid over het verloop van het coronavirus; …
Bijna de helft van de leerlingen (46 procent) wilt zeker niet deelnemen aan de zomerschool. Enerzijds zijn ze ervan overtuigd dat zij geen achterstand hebben opgelopen (de online lessen vervangen de gewone lessen) en anderzijds geven de leerlingen aan dat de corona-quarantaine zijn tol heeft geëist. Ze moeten online lessen volgen, zijn sociaal geïsoleerd en onzeker over de toekomst, missen ontspanning en het uitoefenen van hobby’s, … Kortom, de nood aan vakantie – al dan niet in eigen land – is groot.
Een bijkomend argument dat aangehaald wordt, is het feit dat de lockdown de pret van de paasvakantie de leerlingen heeft ontnomen. Ze vrezen ook dat de zomerschool een verlenging is van het schooljaar met verplichte taken, toetsen, … wat stress met zich meebrengt.
“In deze chaotische tijd moeten we een beetje terug recupereren van de voorbije maanden en ons klaarmaken voor een nieuw schooljaar. Ik kamp als leerling nu al met veel te veel stress en depressie door deze omstandigheden, mede mogelijk gemaakt door school. Ik heb de vakantie echt nodig!”
“We willen geen lessen, we willen reizen en kampen, we willen dansen en zingen.”
Slechts 5 procent van de bevraagde leerlingen is bereid om deel te nemen aan de zomerschool en dit hoofdzakelijk om twee redenen: inhalen van een (eventuele) leerachterstand om zo volgend schooljaar/academiejaar een goede start te kunnen maken en de zomerschool als een nuttige tijdsinvulling beschouwen (ter vervanging van de zomeractiviteiten die mogelijk niet kunnen doorgaan). Voor hen is het belangrijk dat er voldoende pauzes worden ingelast en er een leuke sfeer is die hen niet doet denken aan een gewone schooldag: geen kledingvoorschriften (uniform), vrijetijdsactiviteiten, geen taken/toetsen, niet vroeg opstaan, …
Aandacht besteden aan de groepssamenstelling (met klasgenoten of vrienden les volgen) en veiligheidsmaatregelen nemen, versterken hun welbevinden. Om het maximale effect van de zomerschool te bereiken moeten de lesgevers inzicht hebben in hun leerachterstand en daar adequaat op inspelen.
“Niet alleen saaie lessen maar ook dingen die leuk/ interessant zijn. Een beetje een creatieve verwerking.”
“De mogelijkheid om op je eigen tempo te werken naar een einddoel.”
Van de 805/1490 leerlingen die aan een zomerschool zouden willen/kunnen deelnemen (al dan niet op voorwaarde), wilt meer dan de helft (56 procent) hier 2 weken aan spenderen. Niet onbelangrijk is ook de vraag hoeveel uren per dag deze leerlingen willen besteden aan de zomerschool. Voor 78 procent is een halve voldoende (4 uur). De locatie van de zomerschool is ook een onderdeel van de bevraging. 74 procent verkiest om de zomerschool in de eigen school te laten doorgaan.
De deelname aan de zomerschool blijft vrijwillig dus hoe motiveer je jongeren die er het meeste nood aan hebben om hier aan deel te nemen? Op welke manier zal er aandacht besteed worden aan het psychosociaal welbevinden van deze leerlingen? Het is een zware periode voor hen geweest.
“Zomervakantie behoort tot de jeugd, de vreugde en vooral vrijheid van jongeren, dit mag niet van ons worden afgepakt!”
Het is belangrijk om in eerste instantie een duidelijk zicht te hebben op leerlingen die het meeste nood hebben aan een zomerschool. Organisaties zoals PEP! slagen erin om voor hun eigen projecten kansarme jongeren te bereiken en hen warm te maken voor hun aanbod. Voor het uitrollen van zomerscholen is het daarom belangrijk om beroep te doen op deze expertise en samenwerkingsverbanden aan te gaan. De communicatie hierover moet zo duidelijk en laagdrempelig mogelijk gebeuren om lage participatie te voorkomen. De focus mag echter niet enkel op kennisverwerving en -versterking gelegd worden. 73 procent van de bevraagde leerlingen vindt een vrijetijdsaanbod in het zomerschoolprogramma essentieel.
Niet alleen primaire en secundaire aanbieders vervullen een belangrijke rol binnen de zomerschool maar ook jongeren kunnen hier deel van uitmaken bijvoorbeeld door het implementeren van peer-to-peer learning onder leiding van pedagogische begeleiders. Jongeren kunnen elkaar motiveren om deel te nemen aan dit zomeraanbod. Voor de (bij)lesgevers is dit een unieke kans om een leerrijke ervaring op te doen. Zij verwerven nieuwe kennis en vaardigheden, verbreden hun netwerk, tonen een engagement door andere leerlingen te ondersteunen tijdens hun vrije tijd, …
PEP! vzw – Positive Education Psychology.