De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Portret van een wolf in Canada. Fotograaf is een met de auteur bevriende Objiwa Indiaan uit Noord-West Ontario.

Wilde dieren en jacht in revieren anno 2020 – Betoog bij een klacht van Dirk Draulans

dinsdag 18 augustus 2020 15:13
Spread the love

Naar aanleiding van een literair en ideologisch fors aangezet getuigenis van Dirk Draulans over de ganzenjacht in de polders nabij Antwerpen (bericht van 16 augustus op Facebook) schreef ondergetekende mee aan het debat. Volgende uittreksels mogen illustreren hoe  veel onwetendheid en vooroordeel er blijft bestaan. Tevens echter, dat op de vele uitgesproken en ongetwijfeld nog meer onuitgesproken vragen bij het grote publiek vaak voldoening gevende,  interessante en ook verdiepende antwoorden te geven zijn.

Dirk Draulans weet dat ik met hem de passie voor vogels, mensapen en nog meer creaturen en landschappen deel. Wij delen ook een passie voor Waarheid en voor journalistiek. Aan de ene moet ik respect opbrengen voor zijn nieuwe actie ter uitzuivering van de jachtpraktijk. Er zijn niet zo veel mensen die zo veel voelen, zo betrokken zijn bij mens en dier, daardoor ook innerlijk in de problemen komen, en met die ervaring vervolgens constructief aan de slag weten te gaan, via erkende en geëigende kanalen. Dat is en blijft mooi. Een vorm van strijdbaar humanisme mag dit heten.

Aan de andere kant blijf ik het jammer vinden dat betrokkene er door de jaren niet in slaagde verdraagzamer te worden. Ik weet dat de jacht op waterwild/watervogels geregeld in de fout gaat. Ik ben er zelf een keer of twee getuige van geweest. Die snel tegen de heldere lucht vliegende dieren zijn moeilijk goed te determineren. De sportpassie is groot. Het wildbraad is extreem lekker. Kritiek mag er komen, wat mij betreft, want soortenbehoud is voor elke goede jager een hoog doel. De jager die een soort decimeert, laat verdwijnen, is het volgende seizoen een droeve werkloze.

Meestal gaat het er echter heel anders aan toe, bijvoorbeeld in de reeënjacht of de everzwijnjacht, waar de reglementering zeer strikt is. Van de kracht van de kogel tot de uren, dagen en maanden waarop gejaagd mag worden, en de situatie geslacht leeftijd van het dier. Door bepaalde omstandigheden kan de wet bij die grofwildjacht beter strikt nageleefd worden. Vaak is de jager uren en zelfs dagen op zijn hoogzitje aanwezig in de natuur, met genoegen, zonder dat er een schot kan gelost worden. – Maar dat iemand zo weinig begrip lijkt te kunnen opbrengen voor de essentie van de ziel van de jager, is bepaald jammer. Ik vrees hier een wel vaker voorkomende triest en toxisch facet in de aard van sommige bewoners van deze lage landen te herkennen. Een eigenschap die ook Oscar Van den Boogaard is opgevallen en waarover de schrijver en columnist schrijft:

 

“We moeten misschien toch elkaar wat meer de held van ons persoonlijke leven laten zijn”.

 

Het debat in vraag en antwoord

Iemand kan er niet bij dat in bepaalde rustgebieden waar geen wandelaars zijn toegelaten in reservaten van Natuurpunt, op bepaalde dagen wel de jager van op de jachttoren de dieren mag schieten.

 

SHS: Goede vriend, collega natuurfotograaf: deze reactie van u, waarin u de wettelijke regelingen voor jagers betwist, en hun voorrecht op bepaalde tijdstippen op bepaalde manieren aanwezig te zijn, stelt mij teleur. Hoeveel investeert u als fotograaf en wandelaar in een bepaald natuurgebied. U lijkt vergeten dat jagers natuurbeheerders zijn, goed opgeleid, die bovendien nog betalen om hun werk te doen, er niet voor bezoldigd worden. Bovendien zijn de jachtheren verantwoordelijk voor de wildstand: als er schade is, bijvoorbeeld aan graangewassen door duiven of everzwijnen, krijgt de jager vaak de rekening gepresenteerd vanwege de betrokken landbouwer. Het gaat al vlug om vele duizenden euro’s. Uw sentiment achtergesteld te zijn in het bos waar reeën wonen en binnen strak wettelijk kader met de kogel beheerd worden is dan wel erg klein.

 

Een dame stelt Draulans de terechte vraag: je betoog is goed, maar wat wordt er door de ministers bedoeld met ‘onderzoeken of er alternatieven mogelijk zijn voor dit gedoe’?

SHS: Een voorstel dat vanuit kringen van mensen die tegen de jacht komt sinds jaren, is het schudden van de eieren in de nesten van de ganzen die in al te grote aantallen een plaats verstoren. Of het vergassen van deze mooie, sociale dieren… Jagers, als bezielde natuurgebruikers die graag dicht bij dier en landschap leven, zien dit als een trieste verspilling, als een bedrog. Een handelwijze die ook heel wat minder heldhaftigheid in zich draagt… (Want zoals je weet is menig jager heldhaftig, niet alleen bij het benaderen van potentieel gevaarlijke grote wilde dieren, maar ook omdat hij de angst te confronteren heeft er niets van te bakken. Het ergste voor de jager is een slecht schot af te vuren, en bijvoorbeeld een everzwijn te kwetsen (ziek te schieten in de vaktaal);dan wordt telefonisch een team van vrijwilligers opgeroepen die – onbezoldigd – met speciale soort getrainde honden het spoor komen uitwerken, in de hoop dat het gewonde dier het genadeschot kan ontvangen. De jager wenst het lijden van het bejaagde dier beperkt te houden. Die ‘nazoek’ is voor de verantwoordelijke jager vaak zeer stresserend. Een fout schot is ook een reden tot verlies van zelfvertrouwen en van waardering van collega’s. De jager gaat dus de strijd aan tegen ‘demonen’. Jagen in de natuur is een goede manier om de geestelijke fitheid, harmonie en veerkracht te bewaren.

 

Wettelijk geregelde Bestrijding van bepaalde soorten.

Weerstand bieden tegen dieren die ons schade berokkenen

 

Iemand vroeg, volgens sommige bio-wetenschappers helpt het niet dat de mens als jager de aantallen vermindert door een deel van de populatie in te perken via bejaging, bijvoorbeeld in het geval van Ganzen, die schade aan teelten veroorzaken en weiden plattrappen en met mest vergiftigen.

 

SHS:  uw redenering lijkt op het oog vrij pertinent. Maar in het geval van bestrijding met het vuurwapen van dieren die schade doen aan de teelten van de mens, moet je deze overweging mee betrekken. Het is voor de meeste mensen bijzonder lastig, wanneer je benadeeld wordt, bij de pakken te blijven zitten. Hetzelfde geldt voor de particulieren die door bepaalde vossen die zich als predator specialiseren in de relatief gemakkelijke prooien van pluimvee rondom het huis. Ik heb persoonlijk vossenburchten gezien die gevuld waren met karkasjes van neerhofdieren, tot dwerggeitjes toe. Hoe hardvochtig en bijziend, wellicht verblind door eigen ideologie en bijbedoelingen, moet een mens zijn om de slachtoffers dan te ontzeggen de kans zich te weer te stellen tegen de wezens die jouw en je dieren schade berokkenen, of je vrienden de dieren doden?…

Jager zijn is iets anders dan schutter willen zijn

Iemand anders stelt dat er dringend meer vakkundigheid onder jagers moet gevonden worden. Hij kreeg na het literair opgeblazen “getuigenis” van Dirk Draulans de indruk dat jagers er maar op los schieten.

 

SHS: Uw boodschap getuigt van veel onwetendheid en gebrek aan contact met dit universum. Ik heb zelf zestien jaar (!) de les ethiek van de jacht en WBE gedoceerd aan de kandidaat jagers als expert verbonden aan het Instituut voor de Jachtopleiding. Ik ben in die functie genodigde geweest, als observator of deelnemer aan de jacht, op tal van revieren. Het waren grote uitzonderingen, als ik eens misbruik of nonchalance tegen ben gekomen. De cursisten bleken overigens stuk voor stuk grote dierenliefhebbers. Ik raad u verder aan eens het Jachtdecreet te bestuderen. Dat kunt u terugvinden op de site van FOD justitie of via de HVV (www.hvv.be). De sector is bijzonder stringent gereglementeerd. En dat is terecht. De jacht in onze Lage Landen is in goede vorm, en verloopt goed. Wij koppelen als weinig sectoren het nuttige aan het aangename.

 

Over de zin van het jagen vandaag

Een grote reden om te gaan jagen is voor veel mannen en vrouwen het zich verschaffen van het lekkerste en meest natuurlijke (biologische) vlees: het wildbraad. Daarnaast is in vakliteratuur al vaak beschreven hoe vandaag niet het overleven via het vinden van voedsel de drijfveer is. Vandaag is een van de grote probleemvelden voor de mens zoals iedereen weet, de stress, de zorgen, de geestelijke gezondheid en vitaliteit. Jagen is een bijzonder ontspannende bezigheid.

 

Door de aanwezigheid in de natuurgebieden in de vroeg uurtjes, door de gezonde spanning en inspanning (zeker in bergterrein) en door de uitzonderlijke vriendschap, het wederzijds begrip en de unieke broederlijkheid die bestaat onder jagende mensen, is deelname aan de jacht door de wettelijk gevormde jager bijzonder versterkend voor de persoonlijkheid en is deze sportieve levenshouding een grote bron van innerlijke rust en  harmonie.

 

Een andere factor van waarde is de reality check: de jager komt in contact met het fenomeen van de dood. In het dagelijks leven wordt die vaak weggemoffeld. Met alle existentiële gevolgen van dien.

 

Over pijn

Aan de mensen die bekommerd zijn om het beperken van de pijn bij de bejaagde dieren kan ik overigens dit antwoorden.

Ik kan u verzekeren dat zowel de wetgever als de jagersverenigingen al vele jaren alle mogelijke regels hebben ingevoerd om het dierenleed beperkt te houden. Zo werd eind jaren tachtig de jacht op ree met hagelgeweren verboden. Die munitie is immers niet krachtig genoeg, waardoor de kans groot bleef dat het dier niet na een (goed gericht) schot dood ging zonder verwijl. Zo is de energie aan de loopmond en op honderd meter wettelijk bepaald die de kogel (in Joule) minimaal moet hebben, voor de jacht op de grotere dieren. De jacht met deze voldoende krachtige wapens die voldoende ver reiken, is ook beter, meer doeltreffend geworden door het invoeren van de richtkijker. De jager die urenlang aanzit op de jachtkansel, is bovendien in staat een zeker schot af te vuren doordat hij zijn wapen kan steunen. Eerst bij het zorgvuldig beoordelen van het dier; de jacht moet open zijn op dit type wild, van het juiste geslacht en leeftijd. Daarna bij het afgeven van een doeltreffend schot.

De jager die in orde is met wet en geweten hoeft het dier geen enkele kans te laten. Het rake schot is altijd een “genadeschot”. Op die manier wordt de kans op overmatig lijden ontweken. Zo kan ook het waardevolle vlees, het wildbraad, niet verloren gaan.

 

Stefaan Hublou Solfrian

Docent ethiek van de jacht en WBE verbonden aan het Instituut voor de Jachtopleiding (1993-2009)

Historicus, schrijver van een artikel in “Brabantse Folklore en Geschiedenis” over de verhouding van mens en dier in de middeleeuwen.  Dit stukje gaat terug op een hoofdstuk in de licentiethesis “De heren van Wittem van Beersel, 1450- 1615. Bouwsteen tot de studie van de wereldlijke elite in het Hertogdom Brabant”. Onuitgegeven werk, 1988.

Schrijver van een veertigtal (opinie)artikels in jachtbladen zoals “De Vlaamse Jager” en “Jagen Magazine”.

Schrijver van een opiniestuk over de jacht in De Morgen.

Schrijver van een stukje “De spirituele zijde van de jacht” in Tertio van september 2003.

Schrijver van een Brief van de Dag in De Standaard over de natuur en de dieren in de Bijbel en de verwevenheid van geloof en natuur in het christelijke perspectief.

 

De auteur geeft lezingen over het onderwerp. Contact via Facebook.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!