Als mensen hun standpunt bepalen in het klimaatdebat is de kostprijs van de te nemen maatregelen dikwijls doorslaggevend. Mensen zijn ongerust dat een effectief klimaatbeleid voor hogere kosten, een lagere levensstandaard en meer overheidsbemoeienis zal zorgen. De redenering wordt vaak (hoe irrationeel dit ook is) omgedraaid: aangezien de voorgestelde oplossing hen niet bevalt komen veel mensen ertoe om de klimaatcrisis te ontkennen of te minimaliseren.
“Wie zal dat betalen?” is dan ook een vraag die meestal wordt gesteld door ontkenners van de klimaatverandering, terwijl klimaatactivisten er vaak het zwijgen toe doen. Voor één keer ben ik het echter eens met de ontkenners van de klimaatverandering. “Wie zal dat betalen?” is de belangrijkste vraag in het klimaatdebat.
Moeten we ons niet eerst concentreren op het bepalen van de beste oplossing, en later beslissen wie de rekening betaalt ? Mijn punt is: de reden waarom we geen oplossing vinden voor de klimaatopwarming is net omdat deze vraag niet beantwoord wordt.
Een afglijden naar steeds onmogelijkere en riskantere “oplossingen”.
Het standpunt van klimaatwetenschappers betreffende klimaatbeleid is langzaam verschoven. Eerst werd er enkel nagedacht over mitigatie: welke maatregelen kunnen we nemen om de klimaatverandering te stoppen ?
Naarmate de jaren verstreken zonder dat er noemenswaardige klimaatmaatregelen werden genomen, werd het aanvaardbaar om na te denken over adaptatie – wat eigenlijk al neerkomt op het toegeven van een nederlaag – we kunnen de klimaatopwarming niet meer stoppen, hoe kunnen we ons aanpassen aan het warmere klimaat ?
Voorstanders van aanpassing onderschatten vaak hoe ingewikkeld het is om te anticiperen op alle gevolgen van klimaatverandering en de “kosten” zijn ook bijzonder moeilijk tot onmogelijk te berekenen. Hoe bereken je bijvoorbeeld de “kosten” van het opvangen van 100 miljoen klimaatvluchtelingen ?
Onlangs heeft het UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change) besloten hier een derde pijler aan toe te voegen: loss and damage. We zullen ons niet altijd kunnen aanpassen – de klimaatverandering zal zowel onherstelbare schade (loss – bijv. het verlies aan mensenlevens) als herstelbare schade (damage – bijv. schade aan huizen door overstromingen) teweegbrengen, en ook hier moeten fondsen voor voorzien worden.
De meest recente oplossing die wordt voorgesteld is geo-engineering, het opzettelijk en op grote schaal ingrijpen in het klimaatsysteem van de aarde, wat tien jaar geleden door wetenschappers nog als totaal ondenkbaar werd beschouwd vanwege de grote risico’s, maar nu als een serieuze mogelijkheid wordt beschouwd. Geo-engineering is trouwens niet de meest geschikte term – het impliceert foutief dat het hier over een exacte discipline gaat met goed gekende gevolgen. Klimaatinterventie is een betere term: een wanhopige maatregel, bijvoorbeeld het injecteren van zonlicht reflecterende aërosolen in de atmosfeer, hopende dat het geen onbekende schadelijke neveneffecten heeft. In feite is het Russische roulette spelen met de planeet als inzet.
Waarom bedenken we de ene oplossing na de ander, de een al grotesker dan de ander ? Omdat de fundamentele vraag: “Wie zal dit betalen ?” niet wordt beantwoord. Klimaatmitigatie is veruit de goedkoopste en minst riskante oplossing. Waarom gaan we dan niet voluit voor deze oplossing ? Omdat de rekening niet altijd door dezelfde betaald wordt.
Waar komt de rekening terecht?
Laat ons eens nagaan waar de facto de rekening terechtkomt voor de verschillende “oplossingen”
Klimaatmitigatie zou vooral door de vervuilers betaald worden. Of het nu gaat over een koolstoftaks, een emission trading scheme of een harde bovenlimiet voor CO2 uitstoot die wordt opgelegd door de overheid, het zouden de vervuilers zijn die moeten investeren in nieuwe koolstofarme technologieën – of een hoge boete betalen.
Klimaatadaptatie (denk aan het aanleggen van waterreservoirs, het ophogen van zeedijken etc. ) zou vooral door de belastingbetaler betaald worden.
“Loss and damage” zou vooral betaald worden door de landen die het meest lijden onder de klimaatverandering – de ontwikkelingslanden dus. Ofwel in de vorm van geld, of in de vorm van mensenlevens en eigendommen die verloren gaan.
Geo-engineering tenslotte ? Dat zou een gigantische en permanent aangroeiende factuur zijn die onze generatie als “erfenis” achterlaat voor de toekomstige generaties.
De grote vervuilers, zoals de fossiele brandstofbedrijven, de luchtvaartsector enz. hebben er dus alle belang bij om klimaatmitigatie te vermijden. Zij zullen alles doen wat in hun macht ligt om te voorkomen dat de rekening aan hen wordt gepresenteerd. En in zulke gevallen komt de rekening snel terecht bij de machtelozen. Dat zijn de ontwikkelingslanden en de toekomstige generaties.
Ontsnappen uit de deadlock
De enige manier om uit deze impasse te geraken is vast te houden aan het principe: wat er ook gebeurt, welke “oplossing” er ook wordt gekozen, zelfs als onze “oplossing” is om helemaal niets te doen, de rekening zal worden betaald door de vervuilers. Het is de enige logische beslissing, en de enige eerlijke. Rekeningen voor mitigatie, aanpassing, loss and damage en geo-engineering: stuur ze naar de grote vervuilers.
Fossiele brandstofbedrijven proberen een effectief klimaatbeleid zoals een koolstoftaks te blokkeren, juist omdat zij niet verantwoordelijk worden gesteld voor de desastreuze gevolgen als dit effectieve klimaatbeleid niet wordt uitgevoerd. Elk jaar dat zij klimaatmaatregelen kunnen uitstellen, levert hen extra winst op – en de gewone man draait op voor de schade. Zij worden beloond voor hun sabotage.
Maar zodra ze beseffen dat de rekening toch wel in hun brievenbus belandt, zullen ze snel voor de goedkoopste oplossing kiezen (namelijk mitigatie). En dan kunnen we de klimaatcrisis serieus beginnen aanpakken, zoals we decennia geleden al hadden moeten doen.
Picture: http://maxpixel.freegreatpicture.com