De terugval van de Open VLD heeft als gevolg dat zowat de helft van de medewerkers van de niet langer verkozenen moet vertrekken. Gaat dat wat wijzigen aan het af te leveren product? Wat zaten die er dan te doen? Je moet de redenering durven doortrekken.
Wat is de meerwaarde van de regionale parlementen en regeringen? Dat de echte beslissingen door Europa worden genomen relativeert zelfs het belang van een federale regering.
Naar Europese normen is geheel Vlaanderen één provincie waard. Dat die, buiten één provincieraad en één gouverneur, een echt parlement en een echte regering moest krijgen was enkel te verantwoorden door de eis van de grootste partij voor een onafhankelijke en soevereine Vlaamse staat.
Dat zulks onzin is wist Staf De Clerck, voorman van het VNV (Vlaamsch Nationaal Verbond), reeds. Ook de huidige leider, Bart De Wever, heeft het moeten toegeven. Beiden droomden niet van een onafhankelijk Vlaanderen maar van een herenigd Dietsland.
Vlaanderen is gewoonweg te klein voor de waangedachten waarmee enkelen zijn bewoners hebben opgezadeld. Vlaanderen is het hinterland van zijn zeehavens. Als dat geen werkbare aansluiting vindt op wat verder ligt blijven de containers op de kade staan. Je kan met megawerken de Antwerpse Ring ontsluiten, daarmee verschuif je de overbelasting naar het achterland.
Als je moet besparen is het logisch dat je schrapt wat overbodig is. Wat heeft een landje als het onze nodig om naar aanvaardbare normen goed bestuurd te worden? Keizer Napoleon Bonaparte gaf daar een historisch gegroeid en overdacht antwoord op. De bereikbaarheid van het beleid werd afgemeten aan wat je met kar een paard kon overbruggen.
De gemeente, daarboven de provincie, en nog daarboven de nationale staat met, zoals overal in de vrije wereld, een tweekamerstelsel. De verkeersproblematiek en de lokale snelheidsbeperkingen hebben deze bereikbaarheid niet verbeterd. Het kleine schermpje én de sociale media wél.
Wat de meerwaarde van de Vlaamse regering is kan uit haar bijna halve eeuw geschiedenis worden opgemaakt. Wat Vlaanderen aan vooruitgang heeft geboekt werd door deelname aan een federale regering bereikt. Wat er sindsdien onder de glazen koepel van het Vlaams Parlement gebeurt is veelal een zielige vertoning.
Omdat het nu vooral van Europa moet komen en de enige weg om er wat van te verkrijgen langs dezelfde federale weg moet gaan is daar niets in gewijzigd, integendeel. Onze recente Vlaamse binnenlandministers Somers en Rutten hebben het ook duidelijk toegegeven. Het burgemeesterschap is belangrijker dan dat van Vlaamse vicepremier.
Tegenover voorgaande logica staat er evenwel een andere. Wie schrapt er nu, ongedwongen, zijn eigen baan en bovendien ook die van zijn medewerkers? Collectief ontslag kan in een failliet bedrijf en zelfs in een verzelfstandigd overheidsbedrijf.
Dat zijn onze Vlaamse regering en dito parlement niet. Zij worden niet door vennootschapsrechtelijke regels, door winst of meerwaarde, maar door politieke overwegingen, door zelfbehoud, beheerd.
Wie wil schrappen wat overbodig is heeft maar één mogelijkheid. Maak van het Vlaams parlement wat het in feite is, een uitvergrote provincieraad, en van de Vlaamse eminenties de deputés van de in dertienduizend vierkante kilometer wonende bevolking.
Dat daardoor de andere provinciale instellingen moeten verdwijnen is heel wat evidenter dan de afschaffing van de Senaat. Dat wij het op federaal vlak in tegenstelling tot elders in de vrije wereld zonder tweede lezing van wetsvoorstellen en wetsontwerpen kunnen doen is een overblijfsel van de wrevel van Guy Verhofstadt die het enkel bij zijn eigen lezing wou houden.