Kats wordt geboren op 3 mei 1804 in Antwerpen onder het regime van Willem I, zijn moeder is overigens afkomstig uit Den Haag. In 1819 verhuist Kats met zijn ouders, broers en zussen (5 stuks) naar Brussel. Door toedoen van Willem I worden er in de zuidelijke Nederlanden omstreeks 1817 openbare scholen opgericht waar het Nederlands wordt onderricht , ook in Brussel. Dat geeft analfabeet Kats de gelegenheid om op 18 jarige leeftijd kosteloos avondonderwijs te volgen en hij schopt het bovendien tot leraar. Maar als België in 1830 onafhankelijk wordt verklaren de autoriteiten zijn diploma als ongeldig. Kats, die ondertussen is gehuwd en 2 kinderen heeft, gaat noodgedwongen aan de slag als wever.
Maar begin 1835 duikt hij op als oprichter van toneelgroep ‘De Verbroedering’ en schrijft maar liefst 5 stukken die allen worden opgevoerd in het Brusselse. Kats en enkele medestanders ontdekken daar dat toneel een geweldig medium is om de mensen, zeg maar het volk, te bereiken. De zalen zitten vol met werkvolk en de analfabeten onder hen krijgen via het toneel boodschappen toegespeeld. Deze bevatten vaak kritische bemerkingen over het staatsbestel, uithalen naar de koning en het opdoeken van de openbare scholen ten voordele van het katholiek onderwijs. De kritiek leidt zelfs tot een wetvoorstel, ingediend door minister van Binnenlandse Zaken Barthélèmy de Theux, dat geldt als een eerste vorm van ‘censuurwet’ in het pas opgerichte België. De opvoeringen worden door de politie in de gaten gehouden die zelf opstootjes uitlokt om tussenkomsten te rechtvaardigen. Kats is in hun ogen een staatsgevaarlijk man en vliegt meermaals achter de tralies.
Kats is als theatermaker een avant-gardist want voor het eerst laat hij ook vrouwen optreden. Het was de gewoonte dat vrouwelijke rollen werden vertolkt door in vrouw verklede mannen! Hij laat ook toe dat de toeschouwers met hem in debat gaan over zijn stukken die aansluiten bij de realiteit van de dag. Dat levert hem een rechtstreekse confrontatie op met de kerk die in zijn toneelstukken onheil ontwaard voor haar verdere bestaan. Ze drijven hem op die wijze in de verdrukking waarop hij reageert met een ‘oproep naar de verdrukten’ om zich te bevrijden uit de slavernij.
Kats publiceert menig manifest dat aanzet tot verzet. In 1836 begint hij ook te speechen op politieke meetings en start het eerste Vlaamse arbeidersblad op: ‘Den Waren Volksvriend’, financieel gesteund door enkele families die de socialistische verlichting genegen zijn. In de publicatie van 24 augustus leest men dat het doel van de meetings is om enerzijds te beschaven en anderzijds mensen samen te brengen in een vereniging. Hier worden de kiemen gelegd van wat later een socialistische beweging zal worden. Op 29 augustus komen zo’n 300 leden samen in een café in het hart van De Marollen. De meetings verspreiden zich over Vlaanderen naar Gent, Antwerpen, Mechelen, Temse en andere. Kats vliegt herhaaldelijk ‘den bak in’ en is toe aan een gedwongen rustpauze.
In de zomer van 1844 hervat Kats zijn meetings en toneelvoorstellingen in het Salon de Monplaisir, een café met zaal in het toenmalige Sint-Jans Molenbeek dat doorgaat als het eerste Volkshuis in België. Hij organiseert er met zijn vrienden medestanders in de strijd ontmoetingen met de latere topfiguren uit de beginperiode van het socialisme. Ondermeer de anarchist Michael Bakoenin komt er langs, de nog jonge filosoof Karl Marx en Friedrich Engels. Opmerkelijk: in 1846 telt Brussel 124.000 inwoners waarvan 45 % niet in de stad geboren en 25 % buitenlandse inwijkelingen!
Op 7 november 1847 wordt in Brussel de ‘Association Démocratiqe Internationale’ opgericht door Lucien Jottrand, de sponsor van Kats, een vereniging die door historici wordt beschouwd als de voorloper van de Socialistische Internationale. 41 Belgen, 14 Duitsers, 4 Polen, 2 Fransen en 1 Nederlander maken er deel van uit met. Een van de ondervoorzitters is Karl Marx. De revolutionaire jaren breken aan en Kats trekt zich terug op zijn terrein, het sociaal geëngageerd theater en duikt op tijdens conferenties over letterkunde. Maar Kats vergeet ook zijn Vlaamse roots niet. In 1858 brengt hij een rits Vlaams toneelverenigingen samen in het ‘Vlaemsch Toneelverbond’ dat echter weinig of geen steun krijgt van de overheid en professioneel niet van de grond komt.
Het boek reconstrueert het leven van een activistisch kunstenaar die met toneelvoorstellingen de politieke actie bij het volk begrijpelijk maakt en via dit medium mee aan de wieg staat van de doorbraak van het socialistisch gedachtegoed in Vlaanderen en Brussel. Johan Wambacq citeert heel wat bronnenmateriaal maar weet de lezer te verleiden in een heus verhaal. Tijdens een recente lezing van de auteur in De Markten te Brussel werd de suggestie geopperd dat het toneel van Kats een hedendaagse remake verdient.
[i] KATS!, uitgave Mammoet, imprint van uitgeverij EPO in samenwerking met uitgeverij www.fluxenberg.be, 295 blz., 25 euro.