De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Wie durft de fiscale cadeau’s écht afschaffen?

Maandagavond noemde Bart De Wever op Terzake (VRT) de notionele interestaftrek ‘een systeem dat je niet kan verdedigen’. Die uitspraak van De Wever opvallend, want tot voor kort was diezelfde Bart De Wever een groot voorstander van diezelfde interestaftrek. Vanwaar deze bocht?

woensdag 14 mei 2014 10:59
Spread the love

Maandagavond noemde
Bart De Wever op Terzake (VRT) de notionele interestaftrek ‘een systeem dat je
niet kan verdedigen’. De N-VA stelt voor om de notionele interestaftrek af te
schaffen en het algemene tarief voor de vennootschapsbelasting dan maar te doen
dalen. Daarmee zet de N-VA zich op dezelfde lijn als de PS en de sp.a. Beide
partijen, die diezelfde notionele-interestaftrek in 2005 mee hebben
goedgekeurd, willen het systeem ondertussen opnieuw afschaffen en de opbrengst
‘recycleren’ in een lagere vennootschapsbelasting en een verlaging van de
sociale bijdragen voor de werkgevers. Met andere woorden, wat men met de ene
hand afneemt, wordt met de andere hand weer teruggegeven.

Opvallend

Toch is de uitspraak van De Wever opvallend, want
tot voor kort was diezelfde Bart De Wever een groot voorstander van diezelfde
interestaftrek. Bij zijn lancering in 2006 omschreef de N-VA de notionele
interestaftrek als ‘een stap in de goede richting waar de N-VA allang op
aandringt’. In 2011 waarschuwde de N-VA dat ze elke ‘aanval op de notionele
interestaftrek’ als ‘een vorm van contractbreuk’ zouden beschouwen.

De notionele interestaftrek bleef voor de N-VA een
heilige koe. Bart De Wever zei in 2011 nog: ‘Als je het investeringsklimaat wil
vernietigen, dan moet je de notionele interestaftrek afschaffen.’ Zo dacht
premier Di Rupo er blijkbaar tot voor kort ook over, want enkele maanden terug
reisde hij nog naar af Davos om het systeem aan te prijzen aan een selecte
groep CEO’s en rijke bankiers.

Een sprookje

Nochtans zouden beide partijvoorzitters
zeer goed moeten weten dat het beweerde verband tussen de notionele
interestaftrek enerzijds en de investeringen en tewerkstelling anderzijds een
sprookje is. Studies wijzen uit dat het systeem enkel zo’n 6.000 fiscale
adviseurs en bankiers rijk maakt. Maar ondertussen is de staatskas wel 6,2
miljard euro lichter. 

Sterker nog: de studiedienst van de PVDA berekende dat de duizend bedrijven met
de meeste winst daar in 2012 welgeteld 6,17 procent belasting op betaalden.
Belachelijk weinig. En dat onder het voorwendsel dat het de werkgelegenheid
moet bevorderen. Maar die duizend ondernemingen hebben datzelfde jaar hun
personeelsbestand met 7 procent afgebouwd. Dat is een minus van 19.646 fulltime
jobs. Biergigant AB InBev betaalde 0,002 procent belasting op een winst van 6
miljard. Staalreus ArcelorMittal trok in 2012 nog 346 miljoen euro notionele
interesten af, maar sloot een jaar later zowat driekwart van het Luikse staal.

Kar gekeerd

Maar hoe komt het dan dat Bart De
Wever, die ooit zo’n voorstander was van de interestaftrek nu plots zijn kar
heeft gekeerd? Daarvoor moeten we terug naar 2012. Toen publiceerde de N-VA
haar Groeipact, waarin de partij haar onvoorwaardelijke steun aan de notionele
interest loslaat. Want, merkten ze toen op, Luxemburg, Nederland, Hongarije,
Zwitserland en Italië hebben ondertussen gelijkaardige systemen als de
notionele interestaftrek uitgebouwd, met vaak nog hogere  aftrekpercentages
dan bij ons. Het besluit was duidelijk: ‘De notionele intrestaftrek heeft op
dit ogenblik veel van haar aantrekkelijkheid verloren. De maatregel is niet
competitief genoeg om nieuwe investeringen aan te trekken.’ Multinationals
zouden dus elders naar alternatieven gaan uitkijken, heette het. 
In hetzelfde Groeipact van de N-VA lezen we: ‘Begin januari 2012 verwoordde
Jacques Delmoitiez, de regionale directeur Europa van BASF, het treffend in De
Tijd: “Ik was erbij toen voormalig premier Verhofstadt de notionele
intrestaftrek kwam uitleggen aan onze CEO van destijds, Jürgen Hambrecht. Wat
blijft daar nog van over?”’

Het Groeipact van de N-VA opteert dan
ook nog maar eens voor de afbouw van het tarief vennootschapsbelasting. In ruil
zou de notionele interest zogezegd ‘uitdoven’. Maar het Groeipact voert langs
de achterdeur meteen weer een nieuwe notionele interestaftrek in, en wel in de
vorm van een aftrek voor winst die bedrijven in hun onderneming houden om
daarmee het eigen vermogen te versterken. Deze nieuwe maatregel mag voor de
N-VA tegen 2015 alweer 1,8 miljard aan lastenverlagingen kosten. De recent
goedgekeurde congresteksten Verandering voor vooruitgang en het partijprogramma
van de N-VA houden beiden vast aan die oriëntatie. Nu leest het: ‘We moedigen
ondernemingen aan om hun eigen vermogen te versterken. Daarom stellen we
winsten die in de vennootschap blijven deels vrij van belastingen tot op het
ogenblik van het uitkeren van de winst.’

Trouwe bondgenoot

De multinationals  die de
afgelopen jaren nauwelijks belastingen betaalden kunnen op twee oren slapen.
Zij hebben ook aan Bart De Wever een trouwe bondgenoot. Karel Uytterspot vatte
als uittredend federaal N-VA-Kamerlid, voormalig directeur van een
tapijtenfabriek en ex-gedelegeerd bestuurder bij Voka Oost-Vlaanderen, alles
onlangs goed samen. ‘Wie hard werkt en goed bestuurt, moet hiervoor beloond
worden’, schrijft hij. Hij vraagt speciale aandacht voor de ‘bestuurders uit de
Bel20 die niet de Belgische nationaliteit hebben’. 

Daar hebben we hem dus gevonden, de ‘hardwerkende Vlaming’ waar de N-VA echt
voor opkomt. De aandeelhouder, manager of CEO wiens ‘jaarlijkse rente en bonus
in geen geval beperkt mag worden’. De ‘noodzakelijke hervormingen’ die de N-VA
wil doorvoeren, zijn niet in het belang van ‘de hardwerkende Vlaming’ zoals u
en ik. Het zijn hervormingen naar Duits model waarbij de werkende bevolking
moet inleveren en de grote aandeelhouders en CEO’s almaar rijker kunnen worden.

In plaats van De Wever’s slechte parodie, zouden we beter kiezen voor het
origineel. De PVDA stelt al jaren voor de notionele interestaftrek af te
schaffen, zonder compensatie voor de multinationals. In haar fiscaal
alternatief raamt de PVDA de opbrengst van die maatregel op 1,5 miljard euro en
stelt ze voor om die opbrengst te investeren in het optrekken van alle
vervangingsinkomens tot de Europese armoedegrens. Zo doen we iets aan de
stijgende armoede en de immense kloof tussen arm en rijk.

Deze bijdrage verscheen eerder op solidair.org

take down
the paywall
steun ons nu!