De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

werkelijkheid, een getuigenis.

woensdag 27 januari 2021 23:48
Spread the love

ik weet al een tijdje niet meer waarom ik werk.

ik heb altijd hard gewerkt, ook toen ik er niet vergoed voor werd en toen ik nog zijn wou een kunstenaar. die drang om dingen te maken voor burgerlijke consumptie hield op toen ik denken en doen op dezelfde lijn wou plaatsen. kunstiger leek het me bruggen te saboteren en de autosnelweg lam te leggen. ik kon niet volgen het nauwe, eenzijdig economische verhaal van groei en neersijpeling. ik was altijd eerder een aardbewoner dan een wereldbewoner. nooit thuis was ik in het wenselijke verhaal van verkozen dieren met recht op totale uitputting van grondstoffen. gegrond ben ik in een meer de werkelijkheid benaderend voelend denken.

maar gedwongen tot activering werd ik. deeltijds werk werd niet als voldoende beschouwd en ook ontbraken mij meer en meer de middelen die noodzakelijk zijn om te overleven. daarenboven werd er een zoon geplant en wou ik het beste voor hem, al twijfel ik nog steeds of ik het beste doen kan, ons inschakelend in de achdagelijksheid van werkgelegenheid. hij wordt niet zoveel door mijn denken beïnvloed, geschoold wordt hij in mens zijn. of ik hem zo het meest kansen geef, weet ik steeds minder. meedraaien in de koers die niet te winnen valt, leidt sowieso tot vernauwing en identiteitsverlies.

vaker denk ik terug aan de maanden net voor ik boog en plooide. een terugtrekkingsgedachte overheerste toen mijn doen. al ontkrachtte ik steeds de mogelijkheid nog echt me terug te trekken. drones, straaljagers, satellieten, … daarenboven sleept de ecologische catastrofe ieder wezen mee. de enige optie steeds was strijd, maar die verloor ik in het niet weten hoe die aan te vatten. ongebonden en ongehoord ga ik door het leven. onmacht werd een centraal begrip in het begrijpen.

de jaren na de, zoveelste, economische crash, waarbij het systeem dat individualisme predikt gered en ondersteund werd met publieke middelen, waren de jaren van overgave. een nieuwe fase. ik speelde het spel mee en diende te wennen aan het in de wereld staan. nachtwerk bracht, na her en der interimwerkzaamheden, een thuis, misschien ook omdat het een parallel zijn met zich meebrengt, evenwijdig aan de dagmensen werkte ik afzonderlijk. in een groep van medeslachtoffers kwam ik thuis. ik begon het ook plezant te vinden. nog steeds kom ik er tot rust. het leerde me beter omgaan met een onmacht de dingen te veranderen, werkend als arbeider in een landgroot bedrijf. het bracht wat zelfzekerheid, al vier ik het liefst de twijfel bot.

dichten en tekenen verdween niet op de achtergrond, maar onder de tijdsdruk van tijdsgebrek bereikte ik nooit meer de, volgens mijn zelf, artistieke hoogtepunten, die me eerder rust en zijn brachten. ook nu nog is het moeilijk tot pooweezie te komen. ik leef meer ten dienste van de opvoeding van mijn zoon, dan voor mezelf. gelukkig waren en zijn er bloemen die ik rook. twijfelkruid. illegale middelen in een alcoholische feestmaatschapmij. het stelt me in staat voorwaarts te blijven gaan in dit leven waarin ik niet in geloof. ik heb niet de strijd opgegeven, ik was niet bereid mijn eigen leven op te offeren voor mijn voelend denken. ook omdat revoluties steevast gekaapt worden, ook omdat bevrijding op niet-individuele wijze werkt. misschien heb ik de hoop opgegeven.

en dus werk ik voor de anderen. zelf hou ik nauwelijks wat over en de fietsen die ik aanschaf worden niet gesubsidieerd. het zijn geen wagens. de reden waarom ik niet meer weet waarom ik werk, ligt in het financiële aspect van werkelijkheid. ik hou nauwelijks wat over en als alleenstaande huurder word ik kapot belast door een onbekwame overheid die zich maskeert achter een leger volksvertegenwoordigers. het zijn van een werkgever, want ik geef arbeid aan nemenden, verleent me de mogelijkheid te klagen als een belastingplichtige. mochten we taxaties bijdragen noemen, dan zou de onrechtvaardigheid van het systeem nog meer bloot komen te liggen. meer dan de helft van wat ik verdien, wordt afgeroomd door een overheid die mee verantwoordelijk is voor de ecologische catastrofe waarin we leven. en dan reken ik de indirecte belastingen niet mee. ik dien de toename van ongelijkheid, zonder er zelf meer dan tijds-, ruimte- en toekomstgebrek aan over te houden.

nu kan dit alles als volstrekt normaal gevonden worden, echter is normalisering een machtsproces. het bestendigen van de heersende verhoudingen vaak besloten ligt in een volgzaam aanvaarden van situaties met behulp van het gezegde ‘het is altijd zo geweest’. echter valt dit eenvoudig te betwisten. de toename in productiviteit bijvoorbeeld vindt men enkel terug bij aandeelhouders. deelnemers aan de arbeid steeds eenvoudiger opzij gezet worden. verdeel en heers blijft een leidend beginsel waaraan we zelf gewillig meewerken.

we willen gelukkig zijn. we horen het woord geluk als een proces van slagen aan. geslaagd in het streven naar geluk lukt het ons even te ontsnappen aan dat wat we werkelijk weten, dat de wereld niet de aarde is en dat de aarde lijdt onder het wereldvreemde denken. streven naar geluk is een escapisme dat geadverteerd wordt door de geldige machten, die steeds in de minderheid zijn. het is een vluchten dat gedoogd wordt daar het conservatief van aard is. het bestendigt en versterkt de onzichtbare elite met zichtbare volgelingen die denken te denken dat ze hun eigen leven leiden.

onder het mom van vrijheid verslaven wensen zich aan de tijdelijkheid. dwepend met de voortdurende verandering onbegrijpen zij de permanentie van hun onmacht. medeplichtig aan de vernieling van de diversiteit van leven herleiden zij de planeet tot doelmatigheid. centraal in hun teleologie staat de soort die ontspoord zich van de soorten onderscheidt met dadingsdrang. ze verwarren leven met zijn en menen te denken wat zij voelen. daarenboven munten wij uit in het vernauwen van ‘wij zijn’ tot ‘ik ben’. mensen leven alsof het geheel ten dienste staat van de enkeling, opzij schuivend dat alles wisselwerking is. het dualisme in individualisme begrijpen we zelden, daar we leven volgens valse verhalen van zelfverwezenlijking en eigenheid. geheel de markt van psyche gerelateerde zelfhulp gericht is op het vastschroeven van dit conservatisme.

praten over het zelf zou ondergeschikt dienen te zijn aan het handelen voor velen, maar na decennia van goed gerichte boodschappen blijken de ontvangers graag verzenders van hun volgzaamheid. we verheerlijken het moment en het uiterlijke. onze onderdanigheid ligt in onze vrijheid besloten.

uiterst moorddadig gaan we om met anderen, al blijkt dat niet onmiddellijk uit ons dagelijks opwaarderen van uniciteit. we voeren met graagte de verdeel-bevelen uit van heersers. binnen het nauwe denkkader van ons wens voelen zijn de marges groot en ademend, maar eens uit de zelfgenoegzaamheid van een wereldbeeld tredend zijn de wegen van het worden afgezet met nauwkeurige bepalingen. omheind door begrippen grenst het begrijpen aan een kinderlijk weten dat gekaderd wordt door een onruim, gesloten zicht dat prat gaat op wetendheid.

ik weet al een tijdje dat werken me niet helpen kan.

☯️

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!