De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

We zijn Charlie, we zijn niet Charlie

We zijn Charlie, we zijn niet Charlie

dinsdag 20 januari 2015 09:19
Spread the love

Zaterdagochtend. ‘Ik ga niet meer naar de pianoles,’ zegt ze ferm. Ze beent naar huis met kordate tred, een boos dwergje met sluik haar en gekruiste armen. ‘Ik heb een stom leven,’ foetert ze tegen de straatstenen. De pianojuf haalde al haar truken uit de kast. Maar de kleine leerling had beslist dat ze vandaag de piano niet zou aanraken en volhardde in de boosheid. De juf bleef er bovenaards kalm bij. Ik bedankte haar in het Engels voor haar geduld terwijl ik mijn kleine trol in haar jasje hielp.
We lopen naar huis, het is maar een paar straten ver. Hoe dichter ik de thuisbasis nader, hoe zwaarder mijn stappen wegen. Functioneren in chaos, geen schrik hebben voor het dysfunctionele, falen en herbeginnen. In het stadslabo waar ik werk zijn het waarden die we koesteren als essentiële talenten voor de hedendaagse mens. Om systemen in vraag te stellen, om dingen her uit te vinden, om via kleine veranderingen verschuivingen te weeg te brengen. Maar deze hedendaagse mens bakte er niet veel van deze week. Het wou niet zo vlotten met het zien van de bomen door het bos, met het omarmen van het falen, met het ontdekken van de opwindende nieuwe wegen in het malfunctioneren van de dingen. In de plaats daarvan snakken mijn cellen en vezels naar duidelijkheid, naar opheldering, naar begrijpen. Het dreigingsniveau is verhoogd van 2 naar 3, we zijn in staat van beleg. We houden een minuut stilte. We zijn Charlie. We zijn niet Charlie. We zijn Ahmed. We zijn niet Ahmed. Machthebbers lopen arm in arm door de straten van Parijs. Machthebbers verkochten stevig ellebogenwerk om arm in arm te lopen door de straten van Parijs. Roosevelt wordt geciteerd: ‘the only thing we have to fear, is fear itself.’ We worden aangeraden door psychologen om onze routines op te nemen zoals altijd en voort te doen met wat we bezig waren. ‘We hebben geen nood aan bewapening,’ zegt iemand aan de schoolpoort, ‘maar aan collectieve heling’. We kijken naar het nieuws en zitten er paf bij. We corrigeren onze kinderen als ze proberen te begrijpen waarover het gaat en wanneer ze spreken over ‘de moslims’.
We staan voor de voordeur van ons huis. Het boze elfje is alweer op en neer aan het springen. Ik open de deur en ze stormt naar binnen. Ik heb zo’n beukende bol hoog in mijn borstkas. Ik zet mijn tas bij de kapstok maar hou mijn jas aan. ‘Ik ga nog even wandelen,’ zeg ik en zonder de reactie van gezinsleden af te wachten trek ik de deur alweer achter me dicht. Ik zet er de pas in, de straat uit, de steenweg over, naar het park toe. De stedelijke wildernis in de buurt is maar een pover alternatief voor de heuvels van de Vlaamse Ardennen waar ik ben opgegroeid. Maar toch word ik er naar toe gezogen. Ik weet niet juist wat voor verdriet het is maar het bezet mijn keel en zoekt naar bedding. Ik loop het wilde stuk in waar amper mensen komen, naar de plek waar het vol rietstengels staat, waar je doorheen kan glippen tot je bij een verborgen omgevallen boom komt. Daar wil ik even gaan zitten om een beetje te snikken. Maar ik vind geen groen om in te verdwijnen, het riet is weggemaaid. In plaats daarvan troosteloze kaalslag, de omgevallen boom ligt er naakt en verlaten bij. De tranen komen niet, ze zinken weg. Ik zit er in een tijdje, een kort tijdje van niet-gechronometreerde minuten. De bleke winterzon projecteert haar stralen op het spinrag gespannen tussen de korte rietstengels. Een fantastisch koorddansparadijs in miniatuur. Doorheen de stilte klieft de beiaard. Ik ken de deuntjes die hij speelt. Dit is er eentje dat ik nog niet hoorde in het klokkenassortiment. Alle menschen werden bruder. Pfff.
Een weekend om het nieuwe jaar te vieren met vrienden en familie. Om er aan te beginnen, aan dat oppikken van de routine, dat verder doen, dat opgeheven hoofd. We eten en we drinken, we zijn samen, we zoeken niet naar de onderwerpen die ons scheiden, maar naar de grappen die ons binden. Zondagavond. De visite is naar huis. Na het afruimen en terugschikken van de meubelen, het instoppen van de jongste dochters, kom ik in de kamer van de eerstgeborene die is getransformeerd tot jonge puber. Ze drentelt zenuwachtig rond, licht hyperventilerend. Het blijkt dat ze een taak over het hoofd heeft gezien, een preekbeurt Engels die tegen morgen moet worden uitgevonden én ingestudeerd. Ik adem diep in en zet mij schrap voor een crise in kwadraat van mijn pappenheimer die graag goed voorbereid is. In de computer onder mijn hersenpan pre-mix ik al een mantra, dat er niets aan te doen is, dat het niet erg is, dat ze dan maar een buis heeft, dat de wereld er niet zal door vergaan. Ik ben nog maar begonnen en ze slaakt plots een zucht van opluchting.

‘Oh,’ zegt ze met het hand op het hart,’ da’s waar ook. ik heb morgen geen les de eerste twee uur. Komt dat even goed uit. Ik weet het al wat ik ga doen. Ik ga het nu nog snel voorbereiden en morgenochtend opmaken en instuderen. Dat moet lukken.’ Ze pakt pen en papier en gaat aan haar buro zitten. Ik verdwijn in opperste verbazing. Ik installeer mij op mijn bed in de kamer ernaast om in mijn boek te lezen. Het wordt stil in huis. Ik zink weg in een heerlijk suffen. Na tien minuten driftig pennen, houdt ze ermee op. Ze verzamelt haar mappen voor morgen. Ze neuriet een liedje. Ik zette het de voorbije week wel twintig keer op omdat ze het moest leren onderscheiden in een berg klassiekers, van klassiek instrumentaal over klassiek vocaal tot jazz. Het is Nina Simone, 1965.

Birds flying high

You know how I feel

Sun in the sky

You know how I feel

Breeze driftin’ on by

You know how I feel

It’s a new dawn

It’s a new day

It’s a new life

For me

And I’m feeling good

take down
the paywall
steun ons nu!