De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Wat zegt afwijzing van de moslimziel? Een onrespectvolle blik op toekomst Natuur en Wereld onder westerse pletwals.

zondag 1 november 2020 14:54
Spread the love

Essay

Ik had de betreffende vier pagina’s opinie op reis meegenomen, de pagina’s uit De Standaard van 28 oktober, een oud-professor had ze mij als een intellectuele moederkloek zorgzaam toegestopt bij mijn bezoek op zijn Corona eiland in Leuven. In eerste instantie ging onze beider aandacht uit naar stukjes die ons als tijdgenoten die leven onder bedreiging van het virus op een goed spoor willen zetten, met titels als “De kunst van even voldoende te hebben aan jezelf” (van Veerle Meurs, filosoof en coach-therapeut). De oude filosoof was getroffen door het uitgelichte citaat, dat hij wel van mijzelf vond kunnen komen: “Een wandeling is een schitterende manier om de wereld te ervaren en je helemaal te laten raken door geur en kleur, in lijf en leden”. Ook een ander opiniestuk had onze aandacht getrokken: “De nieuwe plasticfabriek is best een discussie waard”, waarin Frederik De Roeck en Femke Lootens van de UGent pleiten voor een structureel debat tussen alle maatschappelijke spelers over duurzaamheidsvraagstukken en de ecologische Transitie. Het is echter het “Kort en bondig”-stukje van de hand van Mia Doornaert dat mij in de pen doet klimmen. Het is bijzonder verstandig en bondig geschreven, op het eerste gezicht ook erg overtuigend en toch lijkt het me echt nodig te waarschuwen voor een grondhouding die erin doorklinkt. Dit ga ik pogend ondernemen, en bovendien zal ik een alternatief voorstel doen, een visie voorstellen die wellicht een leidraad kan bieden voor de mentale instelling van de burger in de westerse democratieën. Ik wil een draai trachten geven aan een bepaalde kijk van het moment, een wending  die hopelijk meer garanties biedt op het vermijden van majeure fouten die mensen van mijn generatie en deze hiervoor, helaas hebben gemaakt.

De Standaard blinkt uit, het mag herhaald, in de kwaliteit van haar opinie-artikels. Mia Doornaert lees ik al zowat vijfendertig jaar, zij is een van de beste journalistes, de beste opinieschrijvers; zij verwoordt bijzonder goed de waarden en gedachten, de emoties ook die onze tijd en onze mensen sturen, cultiveren of dwarszitten. Doornaert bedrijft dit vak dermate goed, dat zij er een adellijke titel voor ontving. Ik ben de eerste om te erkennen dat die plechtige bevestiging misschien wel helemaal terecht is. Omdat de schrijfster in dit stukje dat als titel draagt “Degenen die de brandklok luiden” op treffende manier een punt maakt over een kwestie die ons allen trof de laatste dagen, de moord op de welmenende leraar in Frankrijk door een niet lang geleden uit Noord-Afrika toegekomen immigrant, is haar gedachtegang voor mij een waardevol uitgangspunt. Vanuit het sprekende detail, kan je vaak het geheel het best vatten. Met behulp van deze column schreef ik dit essay, dat als bedoeling heeft een belangrijk fragment van de heersende tijdsgeest met fijne balans af te wegen en de vinger op de pols te leggen van (mis)stappen die behoefte lijken te hebben aan veel meer precieze beeldvorming.

De woorden in de titel die Doornaert koos, over de brandklok en de brandstichters, ze verwijzen naar een beeld, een situatie die we als dialogerende gemeenschap best zoveel mogelijk vermijden, omdat die houding misschien wel van lafheid getuigt, een eigenschap die op termijn elke gemeenschap dreigt onderuit te halen. Ik citeer de toelichting bij dit beeld: “De Franse schrijver, filosoof, vrijmetselaar en revolutionair Nicolas Chamfort (1741-1794) schreef: “Men laat degenen die brand stichten met rust, en vervolgt degenen die de brandklok luiden”” Mia Doornaert past deze gevleugelde woorden toe op de beschreven situatie: “Hoe actueel klinkt dat, nu Macron het niet alleen te verduren krijgt in de moslimwereld. Frankrijk krijgt van andere Europese landen discreet te horen dat het toch beter het tonen van Mohamed-cartoons op school niet verdedigd had. Net als in 2005 [met de dramatische gevolgen van de spotprenten in een Deens blad, met name de Charlie Hebdo-moorden] kijkt Europa liever brandstichters naar de ogen, dan pal te staan voor democratische, seculiere waarden waarvoor de moslimwereld in grote mate ondoordringbaar blijft”. Inderdaad, Doornaert merkt iets op dat me bijzonder essentieel lijkt: “De storm tegen Macron weerspiegelt een fundamenteel verschil in mentaliteit tussen de westerse democratieën en de moslimwereld. In de westerse democratieën is godsdienst een privé-overtuiging. Voor de moslimwereld is de islam geen overtuiging waar je eventueel van af kunt stappen, maar een deel van de identiteit van een persoon. Vandaar dat kritiek op de islam altijd weer gelijkgesteld wordt met vervolging en met racisme.” Mijn indruk is dat het discours van mevrouw Doornaert, hoe intelligent en goed geargumenteerd het ook is, lijdt aan een vorm van apodictisch denken en schrijven. Het eigen gelijk wordt met zoveel verve verdedigd, dat er geen zonlicht aangeleverd vanuit andere culturen meer doorheen de verflaag kan dringen.

 

Ik ben betrokken partij, heel graag
Bij dit debat, deze persoonlijke poging van betrokken opiniemaakster om door het inzetten van de juiste, meest wijze woorden, geo- politieke spanningen en moorden te voorkomen, en de verhoudingen tussen twee cultuursferen te ordenen, voel ik mij sterk betrokken. Zo was ik te gast in Egypte in maart-april 1988, als laatstejaarsstudent moderne geschiedenis. We bereisden met onze groep van de KU Leuven en de Ufsal het land van Noord tot Zuid, van Caïro tot Aboe Simbel. Ik liet tijdens die reis bijna het leven; de volgende trein in het schema van de Egyptische spoorwegen, die een paar uur na de onze vanuit de hoofdstad pal naar het zuiden reed, naar Luxor en Karnak, ontspoorde, met heel wat slachtoffers tot gevolg. Wat mij echter het meest trof tijdens die reis waren niet de gevaren, de koningsgraven of de wondergrote terils van de tweeduizend jaar oude piramides, zelfs niet de ongelofelijk liefelijk uitziende snoet van de sfynx, maar het meest raakte ik gecharmeerd en geboeid door een eerste kennismaking met het lokale volk dat niet volgens christelijke tradities en geloof leeft. Tijdens een van onze bezoeken aan de souks, de kleurrijke markten vol straten van kraampjes, was mijn openheid en vriendelijkheid blijkbaar opgevallen aan een jonge vrouw. We bleken bijna geen woord te verstaan van elkaars taal, maar zoals ik later tijdens reizen en werk in de Balkan opnieuw zou merken, oogcontact en gebarentaal laten mij als reiziger geregeld toe ongelofelijk goed tot wederzijds begrip te komen. De  vrouw die een beperkte vorm van hoofddoek droeg nodigde mij uit haar te volgen, zij wilde mij haar thuis tonen. Met kloppend hart heb ik de vrouw die achteraan de twintig leek, een achthonderdtal passen gevolgd door een wirwar van kraampjes en straten. Haar huis bleek een sober gebouw, met muren uit een soort cement-klei zonder verflaag, waar twee zussen of vriendinnen mij al even hoffelijk en sympathiek begroetten. Deze mensen bleken op verrukkelijke wijze gastvrijheid te beoefenen. Deze ervaring betekende toen een verademing, na twintig jaar in Vlaanderen rond te gaan, durf ik te stellen. Op de uitnodiging mee te tafelen ben ik niet in gegaan; de reisgids van onze groep had ons een heilige schrik aangepraat voor het water waarmee in Caïro voedsel wordt bereid; de bekende bacteriën zorgen bij Belgen vaak voor zware diarree, zo had het geklonken. Ik heb er nog spijt van, van mijn heftige gastronomisch-hygiënische voorzichtigheid, maar de fijnmenselijke sfeer van respect, wederzijds vertrouwen en zin voor menselijk contact over de grenzen van onze persoonlijke universa heen, dat is mij helder bijgebleven.

 

Een Lezersbrief uit 2005
Ook omwille van een tweede reden ben ik betrokken partij bij deze ferme affirmatie in de krant van 28 oktober van mevrouw Doornaert. In oktober 2005 publiceerde ik een lezersbrief over de kwestie van de pijnlijke, spottende cartoons in de Deense krant, in De Standaard. Een tijdje later ontving ik een brief van een vriend, professor Stefan Keukeleire, waarin hij mij meedeelde dat hij mijn tekst gebruikte in zijn colleges; hij is als deskundige  internationale relaties verbonden aan de KU Leuven. In mijn korte bericht was ik, getrouw aan een jarenlange traditie “advocaat van de duivel te spelen” en trachten op te komen, om met zoveel mogelijk pertinentie en feitenkennis, begrip op te wekken voor perspectieven, voor waarheden en groepen die ondergeschoven blijven in het vigerende debat, een lans te trachten breken voor meer ‘eerbied’ voor elkaars standpunten en vooral voor diepere Waarheden. Ik schreef in de brief in de krant iets in de zin van “In een wereld die elk jaar meer ons dorp wordt, is het een goed idee met de buren rekening te houden. Op zondag zet je grasmachine niet aan, vanuit de wens de oren en de zenuwen van de buren niet op de proef te stellen. In het Werelddorp zijn de moslims, de boeddhisten, de Lakota, de Chinezen… onze buren. Een beetje meer tact zal in de toekomst wenselijk zijn van onze kant”.

Het lijkt een goed idee de termen in dit delicate ‘taalspel’ van het geschreven debat zuiver te definiëren: tact is, zo leerde ik bij onze hoogleraar in Familiale en Seksuologische wetenschappen Piet Nijs, “de attitude  van de mens die rekening houdt met de gevoelens van de andere”. Fundamenteel gaat het echter om nog iets anders, wat mij betreft. De vernieuwde ‘clash’ tussen de waarden van onze “westerse democratieën” die wij op de meetlat mogen leggen tegenover deze van moslims (en overigens tegenover bijna alle anderen culturen en systemen van zingeving op aarde): deze oefening die ons volgens mij toelaat toe dieper door te stoten en iets wezenlijks te zien en te benoemen dat ons heden, ons verleden en onze toekomst op strenge manier bepaalt, en dat zelden helder in beeld komt.

 

Absolute Vrijheid van Meningsuiting? Of toch maar het religieuze appel van een Profeet
Doornaert lijkt haar punt onomstotelijk sterk te maken door “de vergelijking met de jaren dertig” onzin te verklaren: “Die parallel is obsceen. Niet om wat ze geloofden of dachten, maar om wat ze waren, werden de Joden in Europa vervolgd en in Nazi-Duitsland barbaars uitgemoord. Of ze gelovig waren of niet, rijk of arm, geleerd of ongeletterd, dat deed niet ter zake, ze waren Joden en ze moesten dood. Dat is van een totaal andere orde dan kritiek op een godsdienst of op het gedrag van sommige aanhangers ervan. Dat je dat in de moslimwereld niet uitgelegd krijgt, toont hoezeer concepten als godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid een groot deel van die wereld vreemd blijven”, merkt zij scherp(zinnig) op.

Als ik de kans kreeg in persoonlijk debat te treden met Doornaert, zou ik haar stevige stelling aanvechten door te verwijzen naar de diepste motieven van de stichtende stem van het moslimgeloof en de waarden en wereldbeelden die Mohamed zijn lastige profetentaak deden opnemen. Ik zou haar de visie voorleggen van de hoogleraar islamologie Emilio Platti, die ik leerde kennen tijdens een lezing. Platti beschreef hoe de wereld waarin Mohamed werd geboren, rond het jaar achthonderd na Christus, in feite een “in ongezonde mate succesvolle wereld van internationale handel” was. – Waar hebben wij overigens dit beeld nog opgedaan? – De Arabische stammen hadden een tot die tijd ongeziene rijkdom vergaard door de verhandeling van goederen via karavanen met kamelen. Die trokken richting China, onder anderen. Een gevolg van die nieuwe, grote, luxueuze welstand was dat de betrokken commerciële families bijzonder aanmatigend, arrogant in het leven waren gaan staan. ‘Waarden’ als bezit, geld, maar ook egoïsme, egocentrisme, zelfvertrouwen, gingen door het dak. “De mens kreeg daar en dan het idee dat hij boven de morele en heilige wetten stond. Dat hij zelf de Wetgever van het universum en van eigen gedrag was” zo sprak Platti in de toen nog slecht verluchte ruimte op de eerste verdieping van het Maria-Theresiacollege in Leuven; ik herinner mij dat ik tijdens de lezing persoonlijk een raam heb op een kier gezet. Als ik helder wil denken, heb ik zuurstof nodig. In zulk universum was het bestaan, het loutere overleven van een weesjongen als Mohamed bijzonder onzeker, ten zeerste bedreigd. Het is dus geen wonder dat juist zulke kwetsbare jonge man bepaalde verzen, waarden en houdingen uit de Joodse Bijbel oppikte en er onder anderen ten behoeve van het heil van zijn Arabische volk – en van haar meest kwetsbare leden-, een eigen religie en leer ging uit distilleren en ontwikkelen. In de Bijbel heb je inderdaad indrukwekkende pericopen zoals de volgende woorden, die geschreven staan bij de aanvang van het boek Jesaja. Jesaja was onbetwist een van de grootste profeten van de Hebreeën, het oude Joodse volk. De profeet Jesaja schrijft:

“Stop met kwaad doen, denk na! Laten wij argumenteren! Begin het goede te doen. Neem het op voor de moeder zonder man en de wees! Doe de tirannen weer in de pas lopen! Als je dit doet, zal je het goede leven vinden. Indien jouw zonden je ziel rood kleurden als scharlaken, zal die ziel door jouw ommekeer wit worden als wol, wit als sneeuw!” (Jes. 1, 16- 17, eigen vertaling op basis van deze naar het Frans door André Chouraqui).

 

Welnu, ben ik naïef als ik een sterk parallellisme ontwaar tussen de hypercommerciële wereld van de Arabieren ten tijde van Mohamed en onze tijd? Onze jonge eenentwintigste eeuw met zijn internationaal actieve, in hun sector vaak overmachtige Multinationale ondernemingen? Met hun al te vaak pervert gedrag van ontwijking van verantwoordelijkheid wat taxatie betreft; idem wat de houding van de bedrijfsleiding betreft naar inheemse volkeren, naar behoud van planeet en natuur? Is onze tijd niet aan het ontsporen door het overmatige gewicht dat de zogenaamde Gafa in de metaforische weegschaal van de wereld van handel en diensten te leggen? Dit clubje van bedrijven die in wezen toch voor een goed stuk parasiteren op de digitale ether zoals Google, Amazon, Facebook, Ali Baba en anderen. Die enkele stinkend rijke bedrijfsleiders opleverden, omdat de heren erin slaagden de wereld van het Internationale Recht op het vlak van digitale inkomsten op snelheid te pakken. Is bij uitstek op ons jaar 2020 niet de uitspraak van toepassing, “macht maakt corrupt en absolute macht corrumpeert op een absolute manier “?

Hoe kan een gemeenschap er nog gerust in zijn dat haar gang doorheen de geschiedenis goed, heilzaam en verantwoord zal blijven verlopen, wanneer extreme welstand bij een deel van haar burgers ervoor zorgt dat het geweten onder dikke lagen eelt bedekt raakt en in zijn werkzaamheid belemmerd of uitgeschakeld?

 

Elitair leven in Antwerpen en Brussel vandaag
Wat voor goeds valt er op termijn te verwachten van de elite in onze grootsteden die zich afzondert van andere mensen achter tralies in gated communities? Een geld-elite van personen die geen bijbel meer ter hand nemen, nooit nog de handen vouwen in gebed, maar de onvermijdelijke momenten van tragiek en onzekerheid in het mensenleven te lijf gaan met frequent gebruik van cocaïne?

Het probleem lijkt mij echter nog dieper en breder te woekeren, en zich uit te strekken over meerdere generaties. Wat zien wij immers gebeuren in de verhouding ‘Westerse Mens & Natuur’? De jaren die wij vandaag meemaken zijn absoluut niet alleen ‘van historische betekenis’ voor tijdgenoten en historici van de volgende generatie! In zekere zin komt in deze decennia na de millenniumwende een ziekte, een virus naar boven dat in de westerse democratieën al minstens een paar eeuwen onderhuids werkzaam was. Laat me u even deelgenoot maken van wat ik zie.

Vanuit mijn persoonlijke interesse en geschiedenis heb ik historische figuren als Greta Thunberg van in het begin van hun verschijnen van nabij gevolgd. Toen het boek over de familiale geschiedenis van de familie Thunberg geschreven door de moeder, mevrouw Ernman, nog enkel in het Duits was vertaald uit het Zweeds, ben ik naar Duitsland gereisd om er de hand op te leggen en dit persoonlijke verslag over de genese van Greta te onderzoeken. (De recente release van de biografische documentaire “I am Greta” maakt de analyse over de identiteit en de aard van deze Jeanne d’Arc van onze tijd intussen voor iedereen toegankelijk en duidelijk). In de laatste dagen van februari van het Revoltejaar tweeduizend negentien, waarin tijdens de herfst voor het eerst sinds de vorming van de planeet uit brokken afkoelende kosmische materie zo’n vier miljard jaar geleden, gelijktijdige planetaire betogingen doorgingen die op één dag wellicht zeven miljoen mensen op de been brachten, ben ik persoonlijk naar Antwerpen getrokken om de betoging te zien en te versterken die daar werd gehouden door de klimaat-stakende, strijd-spijbelende meisjes. Het betrof een manifestatie waar de profetische jonge Zweedse Greta Thunberg voor het eerst de wonderbare Belgische stoottroepen, “that moral army of youngsters” zoals een personaliteit uit Amerika hen maanden later voor de camera’s zou noemen, kwam aanmoediging en inspiratie bieden. Op die dag had ik een eerste persoonlijk gesprek met Anuna De Wever, terwijl mijn hond aangehaald werd door Kyra Gantois en Adelaïde Charlier, de andere twee grote voortrekkers van de klimaatbeweging in ons land. Deze en vele andere soortgelijke stappen waren voor mij evident, ik heb ze met morele en intellectuele gretigheid gezet. In 1978, als student van de retorica (of was het de poësis?) ontdekte ik al bepaalde nummers van National Geographic in de schoolbibliotheek van het Sint-Pieterscollege in Leuven, die mij op de hoogte brachten van de ecologische ramp waarop de wereld afstevent. In het volgende jaar hield ik een ‘spreekbeurt’ voor de klas, de 6de Latijn Wetenschappen, tijdens de les Engels, bij leraar Kuipers die later een boomkwekerij zou starten, waarin ik met stelligheid en nuchtere bedaardheid wees op de onvermijdelijkheid van het inrichten van een circulaire economie en dito energievoorziening. Dat stond toen gelijk aan prediken in de woestijn.

 

De Evolutietheorie als ultiem en onmisbaar kader der kaders

Ik voorzag de absolute noodzaak van dergelijke omschakeling, weg uit de olie-economie en gedreven door zonne-energie en andere natuurlijke bronnen. Die lag simpelweg veel meer in de lijn van hoe het er al miljoenen jaren aan toe gaat in de Natuur. Niets gaat verloren, niets fungeert als dodelijk gif voor het geheel, niets blijkt onoplosbaar afvalproduct dat op termijn als zand de radermachine dreigt te verlammen.

Mijn mosterd voor deze  Analyse, die destijds was voorbehouden aan een klein aantal witte raven, haalde ik bij een goed begrip van het fenomeen dat Charles Darwin vanaf de publicatie van “The Origin of Species” in 1856 heeft beschreven: de Evolutie van de Natuurlijke Wereld tijdens tientallen, honderden miljoenen jaren. Dat is het allerbreedste Referentiekader, dit is de wetenschappelijke Theorie die verklaring biedt voor het grootste aantal feiten, die elke observator vandaag in het achterhoofd moet houden en als ultiem uitgangspunt dient te adopteren. Vandaag brengt iemand als Griet Vandermassen, studente van professor en wetenschapsfilosoof Johan Braeckman, vanuit dit kader der kaders bijvoorbeeld doeltreffende kritiek op de verhoudingen tussen mannen en vrouwen en op een fout maar populair soort feminisme. De Evolutie combineert als de ultieme visie inderdaad de kracht van de lange-termijngeschiedenis met deze van de biologie (en aanverwante domeinen als de ethologie en de ecologie). Wie ver vooruit wil kijken, moet niet alleen zoals Winston Churchill het al opmerkte, ver in de geschiedenis terug kunnen kijken. Je bent dan ook maar best beslagen in de wetenschap van het leven op Aarde. Je weet best een en ander af van de diepere kwaliteiten, beperkingen, strijd en eigenschappen van alle levende wezens, dieren, planten, bomen, gewervelden en insecten, zwammen en (vooral) van de mensapen.

Het is hemeltergend, afschuwelijk, dat de bedreiging die onze cultuur en economie heden vormen voor de Biodiversiteit gewoon niet te vatten blijkt voor miljarden tijdgenoten. De medicijn, het vaccin dat ik moet voorstellen, heet: injecteer de patiënt met een hoge dosis Darwin.

 

De pletwals van het WTC-bestel
Persoonlijk had ik als hoofdrichting bij mijn universitaire vorming de Geschiedenis gekozen. Dat curriculum van vier tot vijf jaar levert ons historici het befaamde “Historisch Bewustzijn” op: wij hebben de hele voorgeschiedenis van onze huidige samenleving als referentiekader en als parate kennis in het achterhoofd. Mijn oud-professor Geschiedenis van de Nieuwe Tijd, Michel Cloet, met wie ik nog steeds nauw bevriend ben, noemt dit “het helikopterzicht van de historicus”. (Bovendien biedt deze studie met haar inleiding in “de historische methode” die dient om het gezag, de waarheidswaarde van een informatiebron te bepalen, vandaag een groot voordeel bij het kruisen in de digitale internetjungle). Daarnaast ben ik als veertienjarige actief geworden in de “natuurstudie, natuurbescherming en natuurbeleving” zoals het werd verwoord in de definitie van de “Wielewaaljongeren”, de huidige Jeugdbond voor Natuurstudie”, de JNM. Dat is de jongerenafdeling van Natuurpunt (intussen genoegzaam bekende vereniging die is ontstaan uit de fusie van de ornithologische vereniging De Wielewaal en de conservatieorganisatie Natuurreservaten midden de jaren negentig). Ik besef dat deze dubbele achtergrond mij een grote bonus, een kostbaar privilegie oplevert in het vermogen te begrijpen wat er zich vandaag afspeelt. Je moet echter toch geen historicus zijn of kenner van de fauna en flora om het volgende perspectief te onderschrijven? Dat de cultuur van de westerse democratieën, onze cultuur van het WTC-bestel (naar de definitie van prof Etienne Vermeersch, de westerse beschaving die een soort overmachtige “drie-eenheid” wist te smeden met als samenstellende delen Kapitaal, Wetenschap en Technologie), vanwege de komende generaties naar alle waarschijnlijkheid zal de naam krijgen de cultuur, de generatie te zijn, die het goede leven op de wereld voor de volkeren, (iets dat we metaforisch kunnen voorstellen als een boot die de vaart der volkeren mogelijk maakt op de oceaan van de tijd op de groene planeet), voor de duur van ettelijke eeuwen op sluipende wijze de romp heeft doorboord, lek geslagen?

Wij hebben niet alleen geregeld in eigen voet geschoten, de westerling heeft de boot van Mensheid én Planeet bijzonder doeltreffend getorpedeerd!

 

Catastrofen op historische, op planetaire, op Bijbelse schaal
In dit bestek volstaat het misschien, om de juistheid van het gebruik van deze straffe oorlogsmetafoor te bewijzen, te verwijzen naar enkele onomstotelijke feiten die iedereen heeft leren kennen. Zoals de immense bosbranden die in vier of vijf continenten hebben gewoed in de loop van de vorige twee zomers: van de Amazonegebieden tot Aziatisch Siberië en van midden en oost-Afrika tot Australië. De rookpluimen waaiden duizenden kilometer ver, zichtbaar op beelden gemaakt door satellieten. In Australië alleen al zouden bij het miljard grotere dieren zijn omgekomen. Of gedenk de unieke af-smelting van de bodem in het Hoge Noorden, waar de Permafrost niet meer bevroren blijft zoals het hoort, zodat het huis van de mens er letterlijk in een moeras terecht komt en ondergaat. Denk verder een seconde lang aan de piekende, maar helaas ‘onzichtbare’ en daardoor ook blijkbaar chronisch niet door de geest van de tijdgenoot meegerekende Luchtvervuiling. Elk uur sterven er in ons land nu al niet minder dan negen mensen aan de gevolgen daarvan. Dat vernam ik vorige week persoonlijk tijdens de lezing die schrijver en eco-activist Nick Meynen wegens de mondiale pandemie en bijgaande gevaren en regels staande in de boomgaard van de plukboerderij bij de Abdij van Park ten zuiden van Leuven ten beste gaf. Zijn nieuwe monografie “De val van Icarus. Het virus als kantelpunt” legt helder het verband tussen de verwoestende pandemie (die maakt dat wij morgen, op 2 november, voor de tweede keer in nationale Lockdown gaan) en het langdurige mishandelen van de natuurlijke gegevenheden door deze “westerse democratische beschaving”.

 

Menswetenschappers en striptekenaars, bewakers van uw toekomst
Mijn persoonlijke bijdrage aan dit debat was daar en dan ook de volgende: dat het niet zal volstaan ons oor te luisteren te leggen bij de klimatologen voor de ene ramp, net zomin als onze collectieve reactie op de epidemie kan volstaan met advies ingewonnen bij virologen en epidemiologen. Inderdaad, in de grond is de breuk in de geschiedenis en in de levenskansen van mensheid en biosfeer niet te wijten aan een bepaald (broeikas)gas of aan een nieuw en heftig virus. In wezen is een bepaalde mentaliteit van de mensheid de veroorzaker en de ware, gevaarlijke vijand. Daarom hopen wij in het Debat en bij het Beleid dringend veel meer menswetenschappers te betrekken. Geschiedkundigen, psychologen, theologen, sociologen, economen, antropologen… Om de boodschap te laten doordringen voor de boot zinkt, hebben wij voorts vooral ook scheppend genie uit de wereld van de kunst en de communicatie nodig: romanschrijvers, scheppers van mythen, documentaire makers, ontwerpers van games en striptekenaars. – Laat onze stem luid klinken in het parlementaire halfrond en de Minister President in de Vlaamse versie ervan, tot bezinning brengen over de waarde van Cultuur. Zijn partij en de ideologie van de afgevaardigden des volks op de rechter banken aan de Leuvenseweg in de hoofdstad, het mag hier herhaald, zij lijkt mij op wraakroepende, afstotelijke manier intellectueel gebonden aan bepaalde problemen van betrokken grootouders tijdens de laatste oorlog. Met voorlopig een overeenstemmende verblinding tot gevolg voor problemen met hoog internationaal en ecologisch gehalte.

 

Quousque tandem, homo, abutere patientia nostra?
Hoe verblind door verworven materiële rijkdom en techno-kracht kan een mens(heid) worden bij het benaderen van de Grote Natuur en van elk lid van deze planetaire Levende Gemeenschap die nu eenmaal niet in staat is jou in geld te betalen?  Samen met mensen als Greta Thunberg, Louisa Neubauer en Anuna De Wever – Vander Heyden stel ik mij dagelijks de vraag:

“Hoe lang gaat deze run-op-de-Titanische-ijsberg voor het Schip van de Samenleving nog zonder koerscorrectie doorgaan?…”

 

________________________________________

 

Als ik als interludium een positieve toets mag aanslaan, wijs ik graag op het volgende. Er zijn tekenen dat de tanker toestuur krijgt. Niet alleen kinderen, maar ook Mensen met invloed hebben het Gevaar gezien, elke dag zijn zij met meer. Tijdens de week voor Allerheiligen brachten de economische pagina’s in toonaangevende kranten het nieuws dat de financiële markten, de beurzen, er al iets van begrepen hebben: investeerders trekken massaal kapitaal weg uit de bedrijven die handel drijven in wat we zijn gaan benoemen als fossiele brandstoffen, en starten volop met investeren in duurzame, circulaire energiebronnen en -systemen. Het gaat om een bedrag van 360 miljard op dit moment, dit is ruimschoots meer dan het totaal van de spaartegoeden van de burgers in ons land, dat intussen nog altijd als een (financieel) rijke populatie bekend staat.

 

De geest van de mens, dat bespottelijke, gênante sukkeltje?
Maar vergis u niet, het gaat ongelofelijk fout. Om een ernstig woordspel door te trekken op basis van de laatste termen: ons land is dus wel rijk in geld, maar het begint te kapseizen wat de toestand van de geesten betreft. Niet alleen wat foute, bijzonder nefaste wereldbeelden en idealen & waarden betreft, maar ook wat de basale geestelijke gezondheid betreft. Ik heb persoonlijk acht jaar doorgebracht met wekelijks een luisterend oor te bieden aan angstige, wanhopige en eenzame mensen via de telefonische hulplijn Tele-Onthaal. Een drieduizend keer heb ik de telefoon opgepikt. Een tiental kandidaten voor acute zelfdoding heb ik een uur tot anderhalf uur beluisterd en van levengevende woorden voorzien. Acht op de tien hebben we – voorlopig – kunnen redden. De twee anderen namen cynisch afscheid, wellicht voor altijd, van iedereen.

Voor mij komt het niet als een verrassing als de voormalige kabinetschef van Minister van Gezondheid Magda Aelvoet, Manu Keirse, in een opiniestuk in De Standaard van de zomer stelt:

“Meer dan de helft van de gezondheidsklachten betreffen vandaag de mentale gezondheid. Toch gaat nog altijd maar zes (6) procent van de budgetten daar naar toe. De fysieke gezondheidszorg krijgt nog altijd 94 procent van de middelen.”

Persoonlijk heb ik nog geen onderzoeken gelezen die voor dit soort schandalige en dramatisch-foute situaties grondig verklaring biedt… Onze academici, het is bekend, blinken niet uit in deelname aan het maatschappelijk debat. En de deelnemers aan dit debat, zij blinken zelden uit in aandacht voor diepere oorzaken van  problemen groot of klein, dat is mij intussen, tweeëntwintig jaar na de publicatie van mijn eerste opiniestuk in de krant, duidelijk.

De vanuit ecologische noodzaak gedreven Versobering die er staat aan te komen, ik meen dat wij die het best, als een soort bocht in de loop van de menselijke geschiedenis,  gaan kunnen ‘nemen’, wanneer wij erin slagen de gekende ‘materiële welvaart’ te vervangen door het ontwikkelen van een Innerlijk Leven en door Innerlijke Rijkdom.

 

Er bestaat een alternatief pad

Ik besef dat voor veel lezers bij dit concept van Innerlijk Leven meer uitleg bij nodig zal zijn. Laat mij vandaag volstaan met het geven van een voorbeeld of twee: indien je innerlijke houding kunt bijsturen, kan het verzorgen van een gehandicapte zoon of dergelijk meisjeskind een bron van diepe voldoening en levensvreugde worden. Terwijl ouders en burgers in het intussen voorbijgestreefde “materialistische” en technologie-gedreven emotionele, ethische en spirituele kader, vaak een strak plan in de zin van abortus zullen hebben overwogen, als het nieuws hen bereikt na de scan bij de vrouwenarts, dat het kindje het syndroom van Down of een andere aandoening vertoont… Sommige mensen kunnen overigens absoluut niet alleen zijn. Ik vermoed echter dat voor de meeste mannen en vrouwen het na training mogelijk zal zijn om te leren genieten van “zelfgekozen eenzaamheid”. Op die manier komt, bijvoorbeeld tijdens solitaire wandelingen in de Natuur, een grote bron van zingeving, stabiliteit, existentiële oriëntatie en innerlijke vrede beschikbaar! Wie zichzelf jaar na jaar meer toegang geeft tot deze dimensies, wordt veel minder afhankelijk van zaken als geldbezit en vastgoed of blitse automobielen. Een mensheid die in deze zin evolueert, heeft geen behoefte meer aan een economie die almaar groeit en dan ook meer schade aanricht aan de Natuur en de zachte zielen. De kunst van het Sublimeren biedt veel perspectieven. Wie een rijk innerlijk leven ontwikkelt, verschaft zichzelf in feite de vaak voor onmogelijk geachte “planeet B”. Met een andere boutade: de mens zal geen heil en verlossing vinden door naar Mars of Maan op Fantastic Astrology Holiday te gaan, maar door de mysticus in zichzelf wakker te kussen. Meditatiepraktijk, klankschalen-genezing, shinrin yoku beoefenen in het bos, de stemmen van de vogels leren opmerken en de soorten determineren, veldstudie van de botanica, herborist worden, hippotherapie toepassen, het houden, opvoeden, tijdens tochten begeleiden en vakkundig knuffelen van een hond, vrijwillige inzet voor kwetsbare medemensen, lectio divina van heilige teksten, lectuur van romans en gedichten, bidden in de huiskring en in de gebedskring, schrijven, de schilderkunst beoefenen, vruchten uit tuin en natuur bereiden in de keuken, neerhofdieren houden, een fijne erotische seksualiteit ontwikkelen… : er zijn paden op overschot om los te komen van de verslaving aan Koopkracht & om in een adem een meer waarachtig soort geluk en een betere vorm van Rijkdom te vinden.

 

Wie is er bang van catastrofes?
Het lijkt erop dat de tijdgenoot, de landgenoot een prijs kan claimen in ‘meester in het wegkijken van wat het allerbelangrijkst is’. Zowel in het geval van de beschadiging van de natuurlijke basis van ons collectief bestaan, als wat betreft de zorg voor de geest, die snakt naar innerlijke vrede, geestkracht, resilience en voldoening. Mensen kijken weg, een hele samenleving kijkt al te vaak weg van het hart dat bij velen hunkert naar een toevoer van liefdeservaringen en erkenning, dat kreunt van de behoefte aan bestrijden van verwarring en verlies van de levenszin, zoals we die vast konden stellen in de talloze gevallen van depressie, allerlei neuroses en psychose, verslavingen en angsten die ons om steun en vriendelijke nabijheid vroegen in onze rol als vrijwillig hulpverlener in de institutionele psychiatrie en de palliatieve zorg, als Bezinningsbegeleider van jongeren ook. Deze miserie is uiteraard niet zeer zichtbaar voor wie niet in deze sectoren werk verricht. Het is nochtans wel een ellende die die voor elke observator voorzien van een gezonde dosis emotionele intelligentie duidelijk opklinkt uit de schabouwelijk hoge cijfers voor zelfdoding. Cijfers die ons land een ereplaats op de betreffende lijsten opleveren, en dit al minstens van in de jaren zestig!

Filosoof Dirk De Visser, verbonden aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van de KU Leuven, heeft dit thema gesignaleerd in zijn merkwaardige essay verschenen in het boek “Het catastrofale”.

 

Auto’s en de Fellow Creatures
Nu we de bredere context van aanmatiging, verblinding en schadelijke gewoonten hebben geschetst die ingebakken lijkt in de mentale dimensie, in de neo-liberale (en in zekere zin maar al te religieuze) ideologieën van “de westerse democratieën”, kan ik mijn kritiek op het standpunt van Doornaert omtrent de moslimculturen pas goed uitdrukken. – Het betreft hier overigens een westerse ideologische situatie die, zeker wat betreft de vernietiging van de Natuur, van het levensnoodzakelijke netwerk dat bemand wordt door de duizenden soorten Fellow Creatures, van de bijen en de zwaluwen tot de zwammen en de zeehonden, in feite een enorm gevoel van Schuld zou moeten veroorzaken bij de burger, niet alleen in de rol van autochauffeur. Opnieuw rijst de vraag: wat is er met het geweten gebeurd? Wat doet een goed gevulde bankrekening en het bezit van een ruim huis met vier vrije zijden wel met een mens? Of moeten we de consument en deelnemer aan het autoverkeer en aan de actuele arbeidsmarkt meer zien in zijn slachtoffer-kenmerken? Moet de vraag misschien ook zijn, “Wat doet salarisarbeid onder hoge prestatiedruk en tijdsdruk, maar met toenemend gelimiteerde verantwoordelijkheid met een mens?”…

De opwerping die ik in debat met opiniemakers als Doornaert, en de ongetwijfeld talrijke politici met vergelijkbaar standpunt, wil maken is deze:

Moet een cultuur, een beschavingskring die zich aan dermate grote fouten en zeg maar Misdrijven tegen de Menselijkheid, tegen de Toekomstkansen van de wereldgemeenschap, tegen de Natuur, tegen de Soorten en tegen allerlei groepen van slachtoffers, waaronder de Inheemse volkeren en de medemensen-arm-aan-geld-respect-en-kansen… schuldig blijkt te maken, aan zodanig verstrekkend toekomstbedreigend gedrag overgeeft… niet best een houding aannemen van de diepste Nederigheid?

 

Gesprekspartners met een nuttige spiegel
Wie zulke massale, massieve daden van kapot maken van wat wezenlijk is voor een vitale mensheid bedrijft, moet die niet een houding aannemen van met wijd open oren luisteren? Van zoeken en vragen? Meer dan stellig poneren dat waarden als godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid en vrije meningsuiting alle mogelijke blijvende eerbied verdienen, lijkt mij dat het hoog tijd is een boetvaardige expeditie te ondernemen. Een pelgrimstocht naar Compostela met als doel onszelf te leren kennen en op basis van de verworven kennis eindelijk, eindelijk de koers van ons Schip adequaat bij te sturen.

Onze gesprekspartners zullen dan alleen maar de dieren, de planten, de horizonten, de maan, de zon, het water, de sterren, de bomen, de diverse biotopen kunnen zijn.

En omdat het evident niet iedereen gegeven is die partners te beluisteren of nog maar serieus in het oog te krijgen of hun taal en teken te begrijpen, lijken mij andere volkeren en culturen die niet of in mindere mate zijn besmet met ‘ons’ virus van verabsoluteerde waarden zoals “economische groei”, “vrijheid van expressie”, “vrijheid van ondernemen” en zoiets als “vrij en ongelimiteerd opstapelen van financiële massa”… de beste, de meest geprivilegieerde partners.

Bronnen van Wijsheid moeten toch zijn voor de westerling, al wie nog een beetje onbesmet is gebleven met de koorts van technologie en cash? Geef ons contacten met de schaars geworden menselijke wezens die nog onbesmet zijn door het luide, constante loeien van voertuigen en die nog kunnen ademen de exotische lucht die niet door de ‘adem’ van deze voertuigen is vergiftigd!

Bronnen van inzicht. Stemmen die ons misschien kunnen leren dat juist de huidige neo-liberale ideologie veel weg heeft van een totalitair “geloof”. Wij zouden beter moeten weten: nog maar een kleine eeuw geleden trokken katholieke en lutheraanse missionarissen uit deze vlakte nog naar alle mogelijke volkeren in de vier windstreken, naar populaties die vaak veel meer natuurverbonden stonden in hun leefwijze, om daar te spotten met de heersende scheppingsmythes en sagen, en te verklaren dat “onze westerse” Bijbelse visie, deze van een paradijs met een Adam en een Eva, “de enige juiste” was. Hoe belachelijk komt die in wezen zeer persoonlijke, cultuurgebonden zekerheid intussen over.

In wezen gaat het in de contacten tussen volkeren en culturen om dezelfde krachtlijnen die onze psychologen ter genezing en bij de zoektocht naar gezonde persoonlijke groei, naar het losraken uit mentale verstrikkingen voorhouden aan personen in therapie: je kunt jezelf enkel leren kennen in open dialoog met anderen.

“Zelfkennis is van levensbelang, maar ze is een schat die zeer moeilijk te verwerven is”. Zo zei Mark Eyskens mij, en hij schreef die wijsheid al vaak uit in zijn boeken,  in een hedendaagse versie van de bekende uitspraak van Socrates, “Alle wijsheid begint bij zelfkennis”. “Je krijgt jezelf als mens niet in beeld”, zo stelde de voormalige toppoliticus en ongelofelijk breed geschoolde geleerde, tevens mijn intellectuele partner sinds bijna veertig jaar, het tijdens mijn bezoek aan hem op 21 december van het revoltejaar 2019.

 

Verlossing ontvang je maar van buiten je eigen universum. Het voorbeeld Van Orden
Persoonlijk heb ik geprobeerd – intussen sinds een halve eeuw – een houding aan te nemen van stringente zelfkritiek via openhartige, volgehouden confrontatie met de opvattingen – en wijsheden – van andere volkeren en religieuze opvattingen; ik heb met open oor uiteenlopende culturen als de Inuït, de Lakota en de Congolese Yaka bestudeerd, met behulp van colleges, universiteitsbibliotheken en met behulp van een persoonlijke briefwisseling met de grote kenners ter zake, zoals Fred Bruemmer en Claude Deribeaupierre en recenter met internetvrienden met wortels in bepaalde inheemse culturen. Met bewoners uit de ijzige vlakten van centraal Siberië hebben we diepgaande gesprekken gevoerd tijdens persoonlijke ontmoetingen in het buitenland; ik legde mijn oor te luisteren tijdens goede gesprekken met Russen ten oosten van Moskou en in Novgorod, bij Kroaten aan de mediterrane kust, bij Polen in de oerbossen aan de Wit-Russische grens, bij Chinese studenten in Leuven, bij Japanners m/v, van wie ik de taal heb bestudeerd. De gesprekken met een andere long time partner, mijn sensei voor Japans Mark Heremans, leverden een diepe en vaak lichtjes bevreemdende maar altijd verrijkende kennis van deze zeer ‘exotische’, (dit is ‘buitenlandse’) cultuur en dito menselijke wezens op.

Ik heb persoonlijk enkele jaren lief en leed gedeeld met een dame geboren in het grootste, meest volkrijke land van Afrika. Soms werd ik bijna van de sokken geblazen door de ‘cultuurschokken’ die daarbij optraden, door de ‘intellectuele stress’ die dergelijke contacten en gesprekken meebrengen. Hoewel deze terminologie nog geen ingang heeft gevonden in het debat, betreft het een innerlijke pijn en ontreddering die al beschreven staat in folianten uit de middeleeuwen, van de hand van Europese geleerden en zeelieden die toen deelnamen aan rondetafels met een zeer gevarieerd publiek wat betreft intellectuele en religieuze achtergrond, met name  in Bagdad.

Andere “huis- perspectieven” van zeg maar ‘heel andere mensen’, ik heb er kennis van genomen en er mijn geest door laten veranderen via fantastisch betekenisvolle monografieën als “Black Elk Speaks”, de genoteerde getuigenissen van de betreffende laatste Lakota medicijnman. Ook in onze eigen taal zijn er wonderlijke bronboeken beschikbaar. Zoals het prachtige verhaal met grootste beelden “Leven met de Inuït” van Fred Bruemmer. En vooral denk ik hier aan “De glans van het echte” van Chris van Orden (uitgeverij Maitreya, 1995). Die unieke schrijver en expeditieleider voelde met fijnzinnige geestelijke voelsprieten bepaalde verdoken, verwrongen vormen van geloof in eigen waarden in onze westerse democratieën aan, na te zijn opgegroeid in de jungle dorpen van Indonesië en door een culturele hel te zijn gegaan bij zijn landing in het verstedelijkte vaderland Nederland als negenjarige. Van Orden trok dertig jaar lang naar alle uithoeken van Siberië, op zoek naar persoonlijke grootheid, naar mensen met echte karaktersterkte, naar zuiverheid van geest en handelen. Hij ontmoette geweldige gastvrijheid en generositeit, moed, dapperheid, wijsheid en inspirerende verschillen in beleving van tijd, bezit, ouderschap, zorg voor de doden en in erotiek. Hoe de mens van “de westerse democratieën” tot op vandaag zijn lichaam en de erotische dimensie ervaart, dat is een ander en een vaak intriest verhaal, laten we daar even niet over beginnen.

 

Als ik deze waaier van bronnen overloop die mijn heilige verontwaardiging voeden, bronnen voor mijn visie die al die tijd voor iedereen met wat zakgeld en ondernemingszin vrij ter beschikking stonden, kom ik in de verleiding de harde woorden van Paulus te herhalen. Woorden die ik tot nog toe altijd te streng heb bevonden:

“De mensen van tegenwoordig konden een excuus inroepen voor het feit dat zij zo ver zijn afgedwaald, als zij niet het voedende woord van wijsheid [van de Bijbel, in die context] ter beschikking hadden gehad. Nu dit er wel is geweest, en zij ervan hebben weggekeken, wacht hen de zwaarste straf!”. (Vrij naar de betreffende passus uit de Brieven van Paulus, tweede Testament).

 

God, de Heilige bij uitstek

Misschien is de tijd intussen toch in die mate gerijpt dat tenoren van de cultuur en de vigerende mensvisie zoals mevrouw Doornaert, toch eens het oor te luisteren leggen kunnen bij de waarden die een religieus geloof te bieden heeft. Mijn indruk is dat de ideologie die ons vandaag massief maar vaak op sluipende manier stuurt, en die wij zoals dat gaat pas ergens in de toekomst helder gaan kunnen beschrijven, ongelijk heeft met het bagatelliseren van een sterk religieuze inslag van denken en doen.

Misschien schuilt in ‘het mentale gevoel’ van de moslimwereld dat er zaken bestaan die zo dicht bij de (kwetsbare!) kern van het Leven zelf staan, dat je ze niet mag aanvallen of bespotten, toch iets van grote waarde.

Hoe kan het met onze wereld goed gaan, (een wereld die de grote meerderheid van ons, dat geef ik graag toe, een zeer veilig en zeer comfortabel leven oplevert op heden), blijvend goed gaan doorheen de volgende generaties en de volgende eeuwen, als wij niet wensen te erkennen dat er heilige, “onschendbare” zaken en personen bestaan?

Dat kan volgens mij enkel als je gaat erkennen dat het ook puur rationeel een gebaar van wijsheid kan zijn, als je het Leven zelf en zijn diepste bronnen, met Ontzag, (dit is met eerbied en het gevoel te maken te hebben met iets dat sympathieke liefde verdient en onschendbaarheid) benaderen moet.

Dat het meer dan louter verstandig of efficiënt is, wanneer je deze waardevolle sfeer en principes in verband met wat leven is en leven geeft, iconisch voor gaat stellen als jouw “God”. Of met een van de vele andere tentatieve termen zoals “De Schepper”. “De Eeuwige”. De “Grote Geest”. “De Heilige Geest”. “Grote Vader”.”Grote Moeder”…

In een tijd waarin het internetuniversum zich opleukt, maar ook onmiskenbaar de maatschappelijke geschreven conversatie rijker en verfijnder maakt met behulp van iconen allerhande, kan dit basale religieuze handelen toch geen onoverkomelijke opdracht zijn?

 

Stef Hublou Solfrian
Onafhankelijk publicist

 

 

Voor verdere studie

“De glans van het echte. Impressies uit Centraal Azië en Siberië 1970-1995”. Chris Van Orden, Maitreya, 1995.

https://www.deslegte.com/de-glans-van-het-echte-847628/

“Zwarte Eland spreekt. Verhalen en visioenen van de laatste ziener der Oglala Sioux”. John Neihardt. (Diverse uitgaven).

https://www.nebraskapress.unl.edu/bison-books/9780803283916/

“Ik sprak met viervoeters, vogels en vissen” Nobelprijswinnaar Konrad Lorenz. Diverse uitgaven. Dit werk heb ik als tiener ideaal bevonden om de geest van begrip, eerbied en zorg voor de biosfeer en de dieren mee te krijgen.

https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.854373640.html/ik-sprak-met-viervoeters–vogels-en-vissen/

“Reason for Hope”/”Hoop voor de toekomst” Jane Goodall en Philip Berman.

“My life with the Chimpansees”./”Mijn leven met chimpansees”. Jane Goodall.

https://www.standaardboekhandel.be/p/my-life-with-the-chimpanzees-9780671562717

“Bonobo’s, schalkse apen met menselijke trekjes”. Prof. Hilde Vervaecke.

https://leuven.bibliotheek.be/catalogus/hilde-vervaecke/de-bonobos-schalkse-apen-met-menselijke-trekjes/boek/library-marc-vlacc_2412755

“Red Road” door Derib. Uitgeverij Le Lombard (diverse uitgaven). Graphic Novel van de Zwitser die de geest van de Amerikaanse Indianen als geen ander weet te vatten. Het verhaal van een traditionele medicijnman in de negentiende eeuw, en het relaas hoe zijn nakomeling vandaag zich een plaats zoekt in de wereld en een modus om zijn profetische DNA op fatsoenlijke wijze te laten arbeid verrichten.

“Ons huis staat in brand”. Malena Ernman en Greta Thunberg.

https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2019/06/20/pas-op-20-juni-s-morgens-publiceren-ons-huis-staat-in-brand-van-en-over-greta-thunberg-een-boek-op-het-juiste-ogenblik/

“De val van Icarus. Het virus als kantelpunt”. Nick Meynen.

https://www.epo.be/nl/ecologie/4655-de-val-van-icarus-9789462672529.html

“Mijn ogen staan scheef. Omzwervingen in Japan”. Bertus Aafjes. 1971, 2020.

https://www.meulenhoff.nl/producten/mijn-ogen-staan-scheef-9789460239571

Mijn favoriete werk met uitleg hoe we de Bijbel en het christendom best kunnen verstaan en hoe niet:

“Het derde testament. De Bijbel verder schrijven”. Loed Loosen s.j. (Herhaaldelijk geherdrukt).

https://www.kuleuven.be/thomas/page/boeken/view/149692/

Mijn favoriete Bijbel voor de studie van het Christelijke levensperspectief:

“Studiebijbel. NBV (Nieuwe Bijbel Vertaling). Uitgeverij Jongbloed. ca. 80 euro.

https://www.standaardboekhandel.be/p/nbv-studiebijbel-9789065393296

Mijn favoriete Bijbel voor wat het relativeren van Christus’ boodschap betreft door haar terug te plaatsen in de (vaak minder aanmatigende) Joodse (en Islamitische) context: de zeer invloedrijke vertaling naar hedendaags Frans uit de Hebreeuwse, Griekse en Aramese grondteksten door André Chouraqui (die opgroeide in islamitisch Noord Afrika en studeerde in Frankrijk, als zoon van een gelovige Joodse familie). Online beschikbaar zonder kosten. In prachtige boekvorm verkrijgbaar, ca. 70 euro.

http://nachouraqui.tripod.com/id91.htm

https://livre.fnac.com/a1932320/Andre-Chouraqui-La-Bible

“Het catastrofale”. Dirk De Schutter. Bundel essays met aandacht voor het bizarre vermogen van de mens om van de allergrootste gevaren die zijn gedrag meebrengt, weg te kijken.

https://www.standaardboekhandel.be/p/het-catastrofale-9789086871445

De filosoof en schrijver voert een blog waar hij opwekkende en interessante columns post en zijn boeken voorstelt:

https://www.dirkdeschutter.com/

Heel waardevol heb ik het volgende boek bevonden, zes biografieën van invloedrijke vrouwen. “Omdat de afgestomptheid die niet meer laat meeleven met lijdende medemensen moet bestreden worden.”

https://www.liberales.be/teksten/2018/1/15/een-hart-voor-de-wereld-dirk-de-schutter

“De luister van het luisteren.” Piet Nijs, 1995. Een buitengewoon boek van de hand van de man die intussen bijna vier decennia luistert naar de mensen die afvallen in de onmenselijke race. Over het wondere, krachtige fenomeen van het echt luisteren naar andere mensen.

https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.145080870.html/de-luister-van-het-luisteren/

Van dezelfde profetische menswetenschapper: “Je werk, je leven?”

https://www.standaardboekhandel.be/p/je-werk-je-leven-9789044124323

Charles Darwin lijkt mij niet links te laten liggen materie voor ieder die echt wil begrijpen wat de mens is en wat hij doet, waarom en hoe we hem kunnen begrijpen en een kans maken zijn gedrag bij te sturen. Het meest toegankelijke en ook meest herdrukte werk tot op vandaag is zijn logboek geschreven op basis van notities aan boord van de Beagle, het scheepje waarmee hij de befaamde wereldreis maakte, die de jonge wetenschapper de intellectuele munitie en perspectieven leverde bij zijn werk dat de mensvisie en het heersende wereldbeeld zouden laten kantelen. Onlangs zag een prachtig geïllustreerde versie het licht in onze moedertaal.

https://www.standaardboekhandel.be/p/de-reis-van-de-beagle-9789050116213

Tot slot mijn eigen pleidooi, in essay-vorm met bibliografische adviezen, voor Diversiteit en interculturele openheid zoals het net is verschenen bij Liberales:

https://www.liberales.be/teksten/2020/11/1/diversiteit-als-heilsgeschenk-over-het-verschil-tussen-greta-thunberg-en-newton-stef-hublou

 

 

Illustratie: het bekende poëtische gebed “God grant me the serenity…” dat brede bekendheid verwierf nadat de tot dan toe onbekende schrijver Kurt Vonnegut, zelf overlever van het beruchte tapijtbombardement van de geallieerden op de niet-militaire Duitse stad Dresden, het tot twee keer toe meegeeft in zijn doorbraak-roman in het menggenre van historische fictie, satire, oorlogsverhaal en zwarte komedie,  “Slaughterhouse five”.

Antwerpen, 28 feb 2019 klimaatmanifestatie met Anuna, Kyra, Adelaïde en Fellow

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!