In het jaarlijkse openingsdebat van Carl Devos aan de UGent was het dit jaar de beurt aan Bouchez (a.k.a. GLB). Zo sprak hij over dat de landen die liberaal en kapitalistisch zijn rijk, democratisch en veilig zijn. In welk land dat niet liberaal en/of kapitalistisch is zou je anders willen wonen vroeg hij aan de studenten in de aula? Venezuela? Cuba? China?
Dit betoog voor klassiek liberalisme en mensenrechten slorpt je zo op. Je wilt de man per direct gelijk geven. Niemand wilt toch op het armzalige Cuba gaan wonen? Of in het corrupte Venezuela? Niemand wilt toch elke dag gecontroleerd worden door de CCP?
Dit soort discours lijkt evident door zijn schijnbare nuance. Enerzijds bevestigt ons rationele brein dit. Want we horen namelijk frequent vreselijke verhalen en zien bijna dagelijks verontrustende beelden vanuit deze landen. We hebben dus bewijs dat de mensen daar zijn aangewezen op een erbarmelijk bestaan.
Anderzijds voelen we ons emotioneel ook verbonden met dit discours aangezien voor de meeste mensen de idealen van de universele mensenrechten (iedereen gelijk en vrij) resoneert. Dit narratief lijkt dus te kloppen: zowel sociaaleconomisch (kapitalisme leidt tot welvaart en liberalisme) als politiek-cultureel (liberalisme leidt tot democratie en gelijkheid).
Wat is dan het probleem met dit discours? Het narratief is namelijk zoals elk verhaal selectief en simplistisch. Het bevat heel wat blinde vlekken. Twee belangrijke aspecten die in dit eenzijdige narratief systematisch onderbelicht worden, zijn de rol dat macht speelt en het belang van het zien van samenhang.
Macht is een moeilijk iets omdat het abstract is. Als ik aan de macht zou zijn, zou ik hen die zoals ik denken of zich zoals ik gedragen, belonen. “Soort zoekt soort” zoals een bekende volkswijsheid luidt. Zo wilt de Verenigde Staten, dé liberale kapitalistische grootmacht, een clique van gelijkgezinde naties (Europa, Canada, Japan, Australië, Nieuw-Zeeland, etc.) rondom zich en aan zich binden door ze financieel en logistiek te belonen. Hoe meer landen hetzelfde lijken te doen, hoe moeilijker het wordt om dat wat problematisch is, te duiden.
Ik gebruik een metafoor om dit te verduidelijken: als één iemand door het rood wandelt, en niemand anders doet dit, dan is het simpel om te stellen dat die ene persoon iets fout doet. Als de meeste mensen door het rood wandelen, dan lijkt het de normaalste zaak van de wereld om door het rood te wandelen en zullen zij die wachten op dat het groen wordt benadeeld worden (doordat ze tijd verliezen bijvoorbeeld). Als het internationale (in het bijzonder het Amerikaanse kapitalisme) geen rekening houdt met regels omtrent mensenrechten of rechten van de natuur, is het zo goed als onmogelijk om als land die regels wel op te leggen aan bedrijven en multinationals doordat het je (economisch) zal benadelen.
Macht is dus de uitzondering op de regel kunnen zijn, zonder daar de legale gevolgen voor te hoeven dragen. Als de VS of haar kapitalisten zich niet aan de internationale spelregels houdt, kan niemand ze daarvoor straffen. Dit creëert een domino-effect, waardoor minder en minder naties/multinationals zich aan de regels gaan houden (en zelfs geld gaan pompen in het ontmantelen van regulering omdat het hen geen windeieren legt).
Samenhang is dan weer iets dat haak staat op politiek. Politiekers doen niets liever dan theoretisch hokjesdenken, grenzen stellen en ‘realistisch’ overkomen. Alsof ideologieën zoals het neoliberalisme en systemen zoals het kapitalisme grenzen hebben. Het feit dat zo goed als alle landen kapitalistisch zijn, maakt het letterlijk onmogelijk om een alternatief te doen werken.
Als 18 van de 20 leerlingen van een klas voetbal spelen omdat ze (denken) dat (te) willen of omdat ze enkel dat spel kennen, is het nogal moeilijk om een potje basket te organiseren. Mocht je dan toch een spelletje basketbal kunnen spelen met twee, dan mag je er vanuit gaan dat je minder aantrek van toeschouwers en van investeerders zal hebben in vergelijking met de voetballers.
Daarom zal je niet snel rechts-liberalen of nationalisten horen praten over de slachtoffers van het spel dat zij (lees: de landen in het Globale Noorden) willen spelen. De Afrikanen, Cubanen, Venezolanen of Chinezen moeten maar leren voetballen volgens hun logica. Het feit dat ze een ander spel willen spelen of telkens verliezen, ligt niet aan Europa of Amerika. Wij hebben hier democratisch (of eerder: aristocratisch/oligarchisch) bepaald dat we voetbal willen spelen. Dus zullen wij ook die landen die dat niet willen forceren dit spel mee te spelen, zodat wij kunnen blijven winnen.
Mensen als BDW of GLB zullen dus dik in de verf blijven zetten dat ‘voetbal’ het beste spel is, want het maakt ons rijk. Maar ze zullen er nooit bij vermelden dat er ook slachtoffers zijn of dat Amerika (en de EU) zich al decennialang moeit met de politiek van andere landen (wat inherent illiberaal is).
Hier zwaaien ze graag met de idealen van het liberalisme en de mensenrechten. Maar dat de mensenrechten met de voeten wordt getreden in het Globale Zuiden door westerse bedrijven, vergeten ze te vermelden. Dat de natuur geen rechten heeft en moet wijken voor meer en meer ‘voetbalvelden’ ook.
Als we deze metaforen proberen samen te brengen, dan wordt het toch iets duidelijker waarom er geen werkende alternatieven zijn voor het kapitalisme. Daarnaast mogen we ook niet vergeten dat de geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaar: en dat dus alle alternatieven voor voetbal al jaar en dag beschimpt worden. In deze voetbalwereld mag je kiezen voor welke ploeg je supportert, maar moet je helaas wel tevreden zijn met het feit dat het spel voetbal is en zal blijven. There is no alternative zoals Thatcher reeds zei.
#VoteSmartOnSunday #NatureAndHumanityFirst