Epiloog
Bijna tien jaar voorbij de leeftijd van de legendarische Nestor, begrijp ik persoonlijk plots veel meer van onze populatie.
Bijna tien jaar heb ik als onbezoldigde vrijwilliger bij de telefonische hulplijn Tele-Onthaal mee met een vijfhonderdtal collega’s en de staf geluisterd en troost geboden aan de ongeveer tweehonderdduizend bellers die we per jaar krijgen. Toen was mijn voorlopige conclusie: wat is er hier in deze vlakte veel verborgen verdriet onder de mensen!?
Als bewust en gaandeweg van kennis voorziene observator ben ik eveneens lange tijd verbaasd geweest over bepaalde remmingen en onvermogen. In 1989, als kersvers historicus, schreef ik een eerste opiniestuk in De Standaard, waarvan de titel was: “Het belang van een werkelijkheidsadequaat wereldbeeld”. Dat klinkt vandaag profetisch. Het wereldbeeld, het mensbeeld, het zelfbeeld van de Vlaming, daar klopt iets niet mee. Duizenden lopen, zo blijkt, dag en nacht rond met de pijn van de grootvaders (en moeders).
Zonder dat zij de woorden of de moed vinden om dat gevoel klaar en duidelijk uit te spreken.
Dat is een gigantische vergissing, een zwakte bod.
Want de bevrijdende waarheid is: “EXPRESSIE IS HET BESTE MIDDEL TEGEN OBSESSIE”
Deze mensen blijven inderdaad vastzitten in een collectieve obsessie. Wie zijn “demonen” tijdig naar buiten weet te brengen, in gesprek gaat met andere mensen, die raakt ervan bevrijd.
Het is zoals een wonde, die heelt als ze licht en lucht krijgt. Die ettert als zij zonder zorg toegedekt wordt.
Nu begrijp ik waarom ongelofelijk veel mannen en vrouwen niet mee konden met de zeer actuele boodschap over het zeer grote gevaar waar Greta Thunberg over gaat.
Waarom wel velen mee opstapten en steun boden aan de boodschap van de Vlaamse Anuna De Wever, die Thunberg met de geniale bekende formule aan de wereld heeft doorgegeven; maar waarom ook vele mensen van hier totaal niet mee konden met de boodschap van de tweede De Wever.
Er zat een doorn in de dij van die mensen. Die stelden, ga jij maar weer naar je schoolbank, en ruim je kamer op”.
Met een doorn in je dij, denk aan het beroemde beeldhouwwerk “Galliër neemt een doorn uit zijn voet weg”, stap je niet zomaar blij en dapper mee op naar de toekomst; dan ga je liever zitten klagen en zorg vragen, eerder dan te vechten tegen duidelijk bedreigende problemen.
Misschien is deze doorn van de verongelijkte verhalen van grootvaders (die echt wel foute keuzes maakten in hun tijd, dàt is de opgave om mee rond te komen voor de nakomelingen), in de limiet ook een reden waarom ons land aan de Europese top staat, en zelfs aan de wereld top, wat zelfdodingen betreft. Verdriet en eenzaamheid zijn niet gezond. De rancuneuze boosheid van betrokken kleinzonen en -dochters maakt de mens hard. Meedogenloos. Niet in staat vriendelijke aandacht te bieden aan bepaalde medemensen. Meer zachte, subtiele, gecultiveerde, talig ingestelde medemensen die deze wereld na vijftien, twintig of dertig jaar zo danig “hard” en “onmenselijk” bevinden dat zij er niet langer kunnen blijven. Dat zij de dood kiezen.
Dit collectieve trauma verziekt de potentieel goede geest in ons land, in onze regio op heel diverse vlakken, volgens mij.
Heel veel gezonde dynamiek lekt op deze manier, langs deze wonde, weg.
Nu begrijpen wij ook de weerstand bij bepaalde leden van deze getraumatiseerden die zich als verongelijkte groep profileert, tegen therapie: hoe Theo Francken tweette dat Dirk De Wachter, een van de scherpzinnige en wijze profetische Vlamingen van vandaag, met zijn baanbrekende boek “Borderline times” zou beweren “dat iedereen een beetje gek is”.