De boog kan niet altijd gespannen staan, ook niet in Niger. Dat beseften ook onze Nigerese gastheren en gastvrouwen maar al te goed toen ze het programma van onze ervaringsreis opstelden, dus halverwege werd er een eerder ontspannende dag ingelast. Op het programma van de dag:
- een geanimeerde boottocht in een prauw over de Niger, met heel veel verhalen over vroegere én huidige ceremonies om de watergeesten van de Niger tevreden te stemmen.
- Een ontspannen namiddag in Les Jardins, waar we opnieuw samenkwamen met de mensen van de CNT en een korte ontmoeting hadden met een voormalig minister.
- Een heuse kamelenrit, waar iedereen heel even mocht proeven van het leven van een Toeareg-nomade.
- En afsluiten deden we met een gezellig optreden van een Afrikaanse live-band.
We zijn dus halverwege. Tijd dus om eens terug te kijken op de eerste week van de reis. Wat zijn onze indrukken, wat weten we al, wat weten we nog niet en waar kunnen we ons steentje bijdragen? In principe is het zondag wanneer je dit leest en het is grijs weer in België, dus neem gerust de tijd om deze iets langere blog helemaal te lezen …
Kortom: “Piet, wat hebben we geleerd?”
Les 1: Bloggen vinden wij leuk.
We willen eigenlijk beginnen met … JULLIE te bedanken. Het opzetten van een blog om onze ervaringen hier in Niger zo snel mogelijk met jullie te delen, was nieuw voor ons. Maar het doet de hechte ploeg ervaringsreizigers (en dat zijn we inmiddels zeer zeker) enorme deugd om met jullie contact te houden, jullie reacties op onze ‘avonturen’ te lezen, te weten dat jullie toch ook een beetje mee zijn op reis en hopelijk ook begrijpen dat het leven in Niger allesbehalve idyllisch is. Het is hier dan ook een ‘erekwestie’ geworden om dagelijks een berichtje te schrijven. Hoe laat ook op de avond/nacht of hoeveel gevloek er ook is op het internet dat hier niet altijd voldoet aan onze (luxe)normen.
Dus: blijf ons zeker nog een half weekje volgen. Hier en/of op Facebook. Jullie kunnen de pagina www.facebook.com/waasendender.acv ten andere ook volgen zonder dat je zelf ‘op Facebook zit’, gewoon klikken op de link en je kunt alles zien.
Langs onze kant beloven we dat we jullie blijven informeren, maar dat we ook nog heel wat ervaringen en indrukken te vertellen hebben als we thuis zijn!!!
“En wat hebben we nog geleerd?”
Les 2: Niger is een ander land…
Om te beginnen een misverstand van praktische aard rechtzetten: Niger is NIET Nigeria. Het zijn buurlanden, dat wel. Maar het is een ander land. En de inwoners noemen Nigerezen en niet Nigerianen!
Dit gezegd zijnde … Niger is ook een ander land dan België. En niet zomaar een beetje anders dan alles wat wij kennen. Op zowat alle lijstjes over armoede in de wereld bungelt Niger onderaan. Armste land van Afrika, derde armste land ter wereld, ondanks alle inspanningen nog steeds een hoog percentage kindersterfte, een gemiddelde levensverwachting die zo’n 15 à 20 jaar lager ligt dan bij ons. Harde cijfers … Dat zien we hier dan ook dagelijks, continu. Op straat, in het hotel, tijdens onze bezoeken. Armoede is zo alom tegenwoordig dat we zelfs dreigen om die niet meer te zien, we draaien onze hoofden al niet meer om als we ‘s avonds midden op straat iemand op een matje op de grond zien slapen! Een onbewuste zelfbeschermingsmaatregel?
Van waar komt die armoede eigenlijk? Wel, we zijn zeker geen historici of sociologen, dus onze analyse is niet wetenschappelijk verantwoord. Intussen hebben we natuurlijk wel al ’t een en ander meegemaakt en beginnen we toch een heel klein beetje Niger-kenners te worden 🙂
Niger is een woestijnland. Slechts één derde van het land is bewoonbaar, de rest is zand. Door het keiharde klimaat (in sommige delen van het land kan het soms jaren niet regenen) en de continue hitte is er een beperkte eigen landbouw.
- Niger is een zeer mooi land, maar het valt ons op dat voorlopig de enige vorm van toerisme ramptoerisme kan zijn. Er zijn geen mooie stranden of junglegebieden, de woestijn trekt enkel doorwinterde avonturiers aan, het enig bekend monument ligt midden in de woestijn. Enorm veel mensen langs de kant van de weg verkopen spulletjes waarin maar een zeer klein gedeelte van hun potentieel cliënteel in geïnteresseerd is.
- Er is een zeer hoge geboortegraad. Dat gegeven heeft hier in de groep al voor heel wat geanimeerde gesprekken gezorgd. Maar het is wat het is, onze reis gaat aan dit feit niets veranderen.
Voor de mensen hier is het hebben van kinderen een evidentie. Zij helpen mee in het huishouden, werken mee op het land, … Voor het land zelf is een gigantische bevolkingsgroei echter rampzalig: het aantal vierkante kilometers bebouwbaar land stijgt immers niet, er is geen vooruitzicht op een enorme economische groei en ook de overheid kan voorlopig niet veel meer investeren in onderwijs en gezondheidszorg dan dat ze nu al doet.
- Het analfabetisme is nog steeds enorm groot. Er is leerplicht tot 18 jaar en er is een degelijk aanbod aan hoger onderwijs, maar de prioriteit van straatarme mensen die dagelijks moeten vechten om te leven, is helaas niet het onderwijs…
Niger is uiteraard ook een islamitisch land. Tussen de 90 en 95 % van de bewoners is moslim, verder zijn er ook nog katholieken en animisten (stammen die geloven in verschillende geesten, zoals de vissers die nog steeds jaarlijks offeren aan de watergeest, een soort zeemeermin). Dat betekent onder meer dat er vijf keer per dag gebeden wordt (in verschillende bedrijven die we bezochten mag dat tijdens de werkuren)en de vrijdagmiddag is het tijd voor het grote gebed en dan ligt het leven in Niamey even stil. De meeste werknemers stoppen dan ook met werken vanaf de vrijdagmiddag.
Dat betekent natuurlijk ook dat een man meerdere vrouwen kan hebben en dat vrouwen het toch wat moeilijker hebben dan mannen op de arbeidsmarkt. Natuurlijk is dit in de groep stof tot heel wat discussie over gelijke rechten en gendergelijkheid.
Maar Niger staat ook bekend als een tolerante lekenstaat, wat niet overal zo is in West- en Noord-Afrika. Dat betekent dan weer onder meer dat Nigerezen openstaan voor verschillende godsdiensten, dat alcohol toegelaten is (en dat hebben we hier geweten), dat vrouwen geen sluier moeten dragen en dat ze wel degelijk heel veel rechten hebben. Verschillende mensen bevestigden ons dat er toch een positieve evolutie merkbaar is in de positie van de vrouw, maar natuurlijk is dit anders dan in België. Voor en tijdens onze reis hadden we het geluk om een paar sterke vrouwen te ontmoeten die wel degelijk hun mannetje willen en kunnen staan.
Niger mag dan een totaal ander land zijn, doordat er een vrij stabiele en democratisch verkozen regering is en er recent petroleum is gevonden, zijn er wellicht betere vooruitzichten voor het land. Jammer alleen dat het wellicht nog zeer lang zal duren voor het land op een aanvaardbaar niveau van algemeen menswaardig bestaan voor iedereen zal komen, maar stap per stap gaat ook vooruit. We gaan er, samen met de voormalige minister die we vandaag hebben gesproken, vanuit dat de Nigerese regering prioriteit gaat stellen aan dat waar het land momenteel het meest nood aan heeft: een betere gezondheidszorg voor iedereen en een zeer grote aandacht voor het onderwijs en alfabetisering.
Natuurlijk mogen we onze belangrijkste les over Niger niet vergeten. We hebben al verschillende keren gezegd dat de Nigerezen die wij ontmoet hebben enorm warme en gastvrije mensen zijn, dat er ondanks alles heel veel gelachen wordt en dat er zeer open met elkaar wordt omgegaan. Dat is een rijkdom die al even moeilijk te omschrijven is als de armoede die hier heerst …
“En les 3?”
Les 3: De ene vakbond is de andere niet.
Er zijn zo’n 44 individuele vakbonden aangesloten bij de CNT, Confederation Nigerienne du Travail. Die vakbonden vertegenwoordigen iedere keer een beroep apart. Zo is er dus een vakbond voor de kapsters (informele sector), voor de mensen die in de luchtvaart werken, voor contractuelen in het basisonderwijs maar ook een voor statutairen, enz. Die 44 vakbonden zijn samen goed voor 8 ‘federaties’, wat we bij ons de centrales zouden noemen en zijn dus allemaal lid van de Kortom: redelijk gelijkaardige structuur, alleen worden onze ‘termen’ andersom gebruikt.
De werking van de CNT is ons niet onbekend: onderhandelingen voeren, ondersteuning bieden aan de lidorganisaties, vormingen organiseren en geven, vertegenwoordigingen op intersyndicaal niveau (zes van de 10 centrales hebben samen een intersyndicaal samenwerkingsakkoord). Ook sociale verkiezingen staan om de twee jaar op het programma.
Het grootste verschil zit hem volgens ons in de doelgroepen die zij moeten bereiken en waar wij als Belgen eigenlijk weinig ervaring mee hebben. Twee voorbeelden:
- het zeer groot aantal mensen in de informele sector (straatverkopers en kraamhouders, kapsters, naaisters, …) kennen wij in België niet. In feite kan je deze sector het best omschrijven als de ‘zeer kleine, zeer arme zelfstandige’. Maar liefst 80 % van de mensen in Niamey werken in deze sector!
- We hadden het gisteren al over de barmeisjes. Ook een doelgroep die wij niet kennen, met een gans eigen aanpak, problematiek, …
Bovendien is het financiële aspect voor een vakbond die volledig afhangt van het lidgeld niet gemakkelijk als je dat vakbondswerk wilt doen in een van de armste landen van de wereld … Wellicht kan de CNT veel meer doen en betekenen voor haar aangesloten vakbonden en hun leden, maar daar is er het geld niet voor… Een vakbondsbijdrage betalen wanneer je amper iets verdient, is geen evidentie.