Er blijft veel weerstand tegen een verhuis?
De Cubanen zijn het bijna gewend om na een orkaan hun huis op dezelfde plaats weer op te bouwen. De schade wordt na rampen ook collectief hersteld, met bouwteams uit alle hoeken van het land. Alleen is cement door de economische crisis schaars. De overheid wil dat niet langer verspillen aan woningen die makkelijk door orkanen worden verwoest. Ze stimuleert mensen om op een veilige plaats te bouwen door bouwmaterialen dan aan een lagere prijs aan te bieden of goedkopere leningen te verstrekken. Ze bouwt al volop nieuwe wijken voor getroffen gemeenschappen. Zoals ik al zei, met wisselend succes. Ik hoorde ook van een gemeenschap tegengekomen die na een orkaan nieuwe huizen had gekregen, maar na verloop van tijd weer naar haar oude plaats terugkeerde. Een goede begeleiding door sociale organisaties is dus cruciaal. Dat zijn nieuwe inzichten die al na vijf jaar van dit plan volop worden geïmplementeerd.
Worden er ook op andere domeinen inspanningen gedaan? Wat met bijvoorbeeld energie?
Cuba importeert nog altijd veel olie en gas. Tarea Vida streeft naar 24% hernieuwbare energie. Nu ligt dat aandeel op 5%. Na de implosie van de Sovjetunie plaatsten veel afgelegen Cubaanse gemeenschappen al zonnepanelen. Ze konden niet worden aangesloten op het net. De overheid stimuleert nu de plaatsing van zonnepanelen in de rest van het land met gunstmaatregelen, zoals de belastingvrije invoer van zonnepanelen.
Cuba kijkt eigenlijk vooral naar windenergie en plant de bouw van windmolens met China. De meeste hernieuwbare energie haalt Cuba intussen uit biogasinstallaties, op basis van bijvoorbeeld het afval van suikerriet en mest. In het geval van suikerriet vind ik dat circulaire verhaal wel mooi. Die sector heeft vroeger zoveel natuur vernield en mensen uitgebuit.
En die oude, vervuilende oldtimers? Hoe zit het daarmee?
(lacht) Het is grappig hoeveel mensen me daarnaar vragen. In de steden rijden tegenwoordig eerder modernere, zuinigere wagens rond. De oude auto’s en trucks vind je vooral op het platteland. De mensen hebben er geleerd zichzelf te behelpen. Sommige jongeren proberen inderdaad om daar een elektrische motor in te monteren. De overheid onderzoekt ook of ze wagens op biogas kan laten rijden.
Vergeet niet dat Cuba geen wegwerpcultuur kent, zoals die in België. Auto’s worden eindeloos gerepareerd tot er echt geen wisselstukken meer te vinden zijn. De impact ervan is kleiner. Bovendien is het autobezit laag. Ik geloof dat minder dan de helft van de Cubanen een auto heeft. De overheid steunt het openbaar vervoer. Sinds de crisis rijden er minder bussen door gebrek aan brandstof, maar de regering houdt de prijs van een busticket bewust laag.
Hoe staat de bevolking tegenover het plan? Vindt ze het rechtvaardig?
Bij sommige delen van de bevolking is er weinig draagvlak. Dat heb ik in die kustdorpen wel gemerkt. Maar de landbouwers zijn helemaal mee. Ze zien duidelijk de negatieve gevolgen van de klimaatopwarming. Hun gronden verdrogen. De normale cyclus van de seizoenen bestaat niet meer. Ze weten zelfs niet meer wanneer ze moeten zaaien. Ze zijn heel dankbaar voor de wetenschappelijke begeleiding die ze van lokale universiteiten krijgen. Ze stappen geleidelijk over naar een agro-ecologische landbouw met droogtebestendige variëteiten.
Door de economische crisis rijst regelmatig de vraag “Moeten we daar nu mee bezig zijn?” Maar in feite is Tarea Vida een overlevingsplan. De weinige middelen die er zijn, worden toekomstgericht ingezet. De overheid beseft dat ze met de bevolking moet overleggen, en mensen moet begeleiden. Dat vind ik zo interessant aan het Cubaanse verhaal: je hebt daar een samenspel van overheidsbeleid, gemeenschapswerking en wetenschappelijke ondersteuning door universiteiten. De mangroves, bijvoorbeeld, worden niet zomaar gezaaid. Wetenschappers leren de lokale gemeenschappen er meer over tijdens workshops, zodat mensen de bomen niet kappen. Het kunstonderwijs stimuleert studenten om werken over de Cubaanse natuur te maken. Alle neuzen wijzen richting klimaatadaptatie.
100 jaar om de zee te stoppen
Julie Steendam schreef samen met Isabelle Vanbrabant een boek over haar onderzoek naar Tarea Vida. Het reisverhaal leidt je langs tal van projecten die elk op hun manier de klimaatuitdaging aangaan. 100 jaar om de zee te stoppen verschijnt in oktober bij uitgeverij EPO.
FOS in Cuba
We werken in Cuba samen met onder andere de vakbonden van de bouw, de toeristische sector en de suikerrietindustrie. Zij moedigen hun leden aan om energie te besparen en leggen uit hoe ze dat kunnen doen. De opleidingen zijn bittere noodzaak. Cuba voert het grootste deel van zijn olie en gas in, terwijl het land met een economische crisis kampt. Ook hier versnellen de hoge energieprijzen dus de transitie naar een groene economie.
De biogasinstallaties op de suikerrietvelden bieden een alternatieve brandstof, maar heel duurzaam zijn ze niet. Om de voedselzekerheid van het eiland te verbeteren, maakt het suikerriet ook langzaam plaats voor andere teelten. Het is nog even afwachten of zij volledig volgens agro-ecologische principes zullen gebeuren. De overheid zal ook op dat punt radicale keuzes moeten maken.