Internationale dag van waardig werk in teken van onze planeet
De wereld van arbeiders is meer dan ooit verbonden aan de mondiale uitdaging van klimaatverandering. Dat is de conclusie op deze Internationale dag van waardig werk in tijden van klimaatontwrichting, aan de vooravond van de klimaattop 2021 in Glasgow en de Klimaatmars van zondag in Brussel.
Als 2020 in teken stond van de coronacrisis, stond 2021 in teken van klimaatontwrichting. Hitterecords werden gebroken, bosbranden teisterden de hele aardbol, overstromingen waren niet langer een ver-van-ons-bedshow en één op vijf doden bleek te wijten aan luchtverontreiniging. Een akelig voorsmaakje op wat ons nog te wachten staat.
In de geschiedenis van de planeet, ging massale uitsterving telkens gepaard met klimaatveranderingen. Ook vandaag dreigt opwarming van de aarde, door de ontegensprekelijke toedracht van de mensheid, te zorgen voor massa-extinctie. Sinds 1970 is er maar liefst 68% van de dierenpopulatie uitgestorven. Volgens sommige projecties maken de jongeren die vandaag opgroeien nog het zesde massale uitstervingsmoment in de geschiedenis van de aarde mee.
Leven dat we kennen
Het wordt steeds duidelijker dat wat er op ons afkomt, de levens op de aardbol totaal gaat veranderen. Meer nog, die veranderingen vinden nu al plaats. En dan heb ik het niet alleen over extreme weersfenomenen die plots je tuin afbranden of je kelder doen onderlopen.
Sociaal-economisch is klimaatverandering al bepalend voor de wereld waarin we leven. De rechtstreekse link tussen onrust en klimaatverandering is overduidelijk en nu al het meest zichtbaar in gebieden die het meest kwetsbaar zijn. De impact op hongersnood en conflict is bijvoorbeeld wijd gedocumenteerd in Mozambique. Daarnaast zijn natuurrampen gelinkt aan klimaatverandering, verantwoordelijk voor wereldwijde migratiebewegingen. Of het nu vuur, water, honger is: wie niet weg is, is gezien. Denk aan Centraal-Amerika waar natuurgeweld in 2020 een gigantische impact had.
Klimaatverandering zet bovenal een ongeziene druk op de wereld van werk. Industriële infrastructuur verdwijnt plots door overstromingen. Dieren en planten krijgen het moeilijk, wat landbouwindustrie ontwricht. Energieprijsschommelingen en het stilvallen van bepaalde productieketens, wat we intussen kennen door de coronacrisis, worden door klimaatverandering de nieuwe standaard. Het Europees Verbond van Vakverenigingen vatte de gevolgen samen en schetst een somber beeld als het gaat over arbeid en klimaat. Gaande van hittesterfte, acute gezondheidsproblemen, productiviteitsvermindering tot welvaarts- en jobverlies.
Gevolgen van klimaat verandering voor arbeid
-
Jobverlies
-
Productieonderbrekingen
-
Verminderde gezondheid en veiligheid
-
Korte en lange termijn migratie
Bron: Internationale Arbeidsorganisatie
Ook de omgeving rondom het werk deelt in de klappen. Milieu en huisvesting komen onder druk te staan. Om nog niet te spreken hoe sommige regio’s en gebieden totaal onleefbaar dreigen te worden door de stijgende vochtigheid.
Ook de gezondheid van arbeiders en hun gemeenschappen staat onvermijdelijk onder druk. Chronische stress door hittegolven en verwondingen door overstromingen zijn het meest zichtbaar. Maar ook subtielere gevolgen zoals toename van epidemieën en de impact van oorlog, honger en migratie zetten druk op gezondheid en zorgsystemen.
Naast de sociale determinanten van gezondheid, zijn er ook de milieudeterminanten van gezondheid. Het hoeft niet te verbazen dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vaststelt dat beiden onder immense druk staan van klimaatverandering.
Tegen de gevolgen van klimaatverandering moeten we ons dringend wapenen (adaptatie). En dat terwijl we inzetten op een koolstofneutrale of zelfs -negatieve economie om de aanhoudende verandering een halt toe te roepen (mitigatie). Zo komen we bij een laatste grote uitdaging die impact heeft op arbeiders, hun werk en hun gezondheid: beleidsbeslissingen. Zullen politici nog willen investeren in sociale bescherming, wanneer er geld nodig is voor plotse infrastructuurwerken? Zullen arbeidsrechten nog van tel zijn, wanneer productiviteitsschommelingen en labiele toevoerketens de winsten van ondernemingen onder druk zetten? Kortom: laten politici de rechten, die net onder druk staan door toedoen van klimaatverandering, de verandering overleven?
Klimaatongelijkheid: lokaal en mondiaal
Klimaatverandering is niet neutraal. De gevolgen treffen niet iedereen gelijk en niet iedereen heeft dezelfde middelen om ermee om te gaan. Bovendien draagt niet iedereen evenveel bij aan klimaatverandering.
Verantwoordelijkheid tekent zich af volgens geografische lijnen. Als je enkel kijkt naar uitstoot, valt het op dat hoge en midden-inkomenslanden zorgen voor 86% van de wereldwijde uitstoot. Daarbij springt op het eerste zicht China in het oog. Maar kijk je naar uitstoot per inwoner of ten opzichte van inkomen, doemt het aandeel van westerse landen op. Breng je nog eens de historische uitstoot in verrekening, valt de Europese en Belgische verantwoordelijkheid nog meer op. Voeg daar de consumptie gerelateerde emissies bij, de uitstoot die gemaakt wordt in landen in functie van consumptie in een ander land, en je krijgt een nog meer getekend beeld.
Maar die geografische benadering van uitstoot vertelt niet alles. De energiesector is verantwoordelijk voor 75% van alle uitstoot, maar zorgt slechts voor een fractie van de wereldwijde jobs. Er zijn zelfs vier keer zoveel huishoudwerkers als arbeiders actief in de energiesector. Slechts 20 multinationale ondernemingen zijn verantwoordelijk voor 1/3e van de wereldwijde CO2-uitstoot. Volgens het geroemd rapport ‘confronting carbon inequality’ is de rijkste 5% van de wereld verantwoordelijk voor een derde van de wereldwijde toename in koolstofuitstoot. De armste helft van de wereld zorgt voor maar 7% van de uitstoot. “Ons huidig economisch model heeft een catastrofaal klimaat en een even catastrofale ongelijkheid mogelijk gemaakt”, concludeerde voormalig secretaris generaal van de Verenigde Naties Ban Ki Moon toen hij die cijfers las.
De verantwoordelijkheid gelinkt aan persoonlijke rijkdom en geografie, staat haaks op het profiel van mensen en landen die het hardst getroffen worden. Bovendien wordt de ongelijkheid waarmee de wereld al decennia geconfronteerd wordt, die gelinkt is aan klasse, leeftijd, geslacht, gender en afkomst, verder uitgediept door klimaatverandering. Niet iedereen is immers in staat om zich even vlot aan te passen aan een snel veranderende wereld. Een goed voorbeeld hiervan is hoe vrouwen vaak het eerste slachtoffer zijn. De traditionele taken die ze opnemen en hun beperkte financiële onafhankelijkheid, maakt hen extra kwetsbaar.
Welke transitie?
Overheden, werkgevers, academici, arbeiders en internationale instellingen zijn het erover eens dat een omslag dringend nodig is. De uitstoot moet drastisch naar beneden. Maar in realiteit gaapt een gigantische kloof tussen woorden en daden: de uitstoot zakt amper. De dagdagelijkse excuses gelden niet en getuigen van een onmiskenbaar cynisme. Sparen we toekomstige generaties door een aanpak uit te stellen tot het ‘betaalbaar’, maar te laat is? Helpen we kwetsbare groepen die de eerste slachtoffers zijn van klimaatverandering, door het systeem in stand te houden dat hen kwetsbaar maakt én verantwoordelijk is voor het grootste deel van de uitstoot?
Meer dan ooit is duidelijk dat een transitie niet mogelijk is door een likje verf hier en daar. Enkel een grondige totaalrenovatie van onze samenleving kan soelaas brengen. Geen miljoenen publiek geld voor een nieuwe productielijn van vervuilende multinationals, maar een nieuwe gediversifieerde productieorganisatie. Geen nieuwe landbouwtechnologie, maar een nieuw landbouwsysteem met landherverdeling. Geen afbraak van sociale bescherming, maar een heropbouw om tegenslagen op te vangen.
Een aanpak waarbij mensen uit de boot vallen, is gedoemd te mislukken. Een transitie die niet sociaal is, botst sowieso op verzet en vernietigt zichzelf. De gele hesjes, die zelf pleitten voor een alternatief sociaal klimaatbeleid, zijn een historisch voorbeeld van dergelijke weerstand. Een transitie kan daarom alleen werken als die sociaal is en macht herverdeelt. Dat betekent geen bonussen voor groene wagens, maar gratis en doeltreffend openbaar vervoer. Geen blind geloof in technologie, wanneer die is ingebed in een systeem van ongelijkheid en arbeidsrechtenschendingen. Denk aan de schrijnende verhalen achter de platformeconomie, waartegen vakbond ABVV en het Europees Verbond van Vakverenigingen vandaag op de dag van waardig werk actie voert.
“Een transitie die niet sociaal is, botst sowieso op verzet en vernietigt zichzelf”
Tegenmacht
Het is waanzin om te wachten op de grote vervuilers om het probleem waarvan ze zelf rijk worden op te lossen. “Sowieso zullen er drastische beslissingen genomen worden met een enorme impact op de samenleving”, vertelt Vanya Verschoore, coördinator van de organisatie reset.vlaanderen. “Een klimaataanpak die nog meer druk legt bij de mensen die vandaag al het minste macht hebben, de mensen die zelf weinig aan klimaatverandering kunnen doen, is een oneerlijke transitie. Zij moeten wél iets te zeggen hebben over de omslag.”
Middenveld en arbeidersbewegingen pleiten daarom voor een duurzame en rechtvaardige transitie: een just transition. Het concept verenigt de aanpak van klimaatverandering met sociale herverdeling in een duurzaam economisch systeem.
Nieuwe, groene jobs met waardig werk en een sociaal vangnet zijn de toekomst. Sharan Burrow, Secretaris Generaal van het Internationaal Vakverbond, zei naar aanloop van de Internationale dag van waardig werk dat jobbehoud de uitdaging is van vandaag. Maar dat de jobs “klimaatvriendelijk moeten zijn die de planeet stabiliseren en een koolstofvrije economie creëren.” Een transitie zal heftig zijn. Sommige vervuilende fabrieken en jobs zullen eraan moeten geloven. Maar als er betere alternatieven zijn, jobs die waardig werk inhouden, hoeft dat niet zo erg te zijn. Zo kan het vergroenen van de energiesector uitstoot drastisch verminderen én heel nieuwe kwaliteitsvolle jobs opleveren.
Het is een revolutie: een transitie die niet business-as-usual is, ligt op tafel. De just transition verscheen expliciet in tal van gewichtige teksten. Van het klimaatakkoord van Parijs tot de Future Of Workverklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie. Maar intussen is het duidelijk dat er voor de uitwerking niet zomaar gerekend kan worden op de bedrijven en overheden aan de onderhandelingstafel.
Om een just transition te realiseren, is er niet alleen nood aan sterke overheden om ambitie te tonen en beloftes te vervullen. Er is evenzeer nood aan een sterk middenveld, dat als tegenmacht kan dienen voor de talloze belangen die een succesvolle transitie tegenhouden. En die belangen wegen vandaag jammer genoeg zwaar op het beleid.
Wereldwijd heeft het maatschappelijk middenveld nochtans het inzicht om de effecten van beleidsmaatregelen en systeemfouten op hun doelgroep te identificeren en inhoudelijke linken te leggen. Lokaal en internationaal zijn ze de waakhond om klimaatplannen op te volgen. Overal slagen ze erin mensen te mobiliseren om de druk hoog te houden. Al decennia strijden ze voor de sociale rechtvaardigheid die we nu aan een klimaattransitie moeten koppelen. Het middenveld zal dus de drijvende factor moeten zijn, om een transitie om te zetten van droom naar realiteit.
Auteur: Dries Merre