De laatste tijd wordt heel wat ‘geforfaitariseerd’ en vaak zelfs doelbewust. De meeste GSM operatoren hebben tegenwoordig een tarief waarbij je een vast bedrag per maand betaalt en (quasi) ongelimiteerd kunt bellen/SMS’en. Het kon niet lang duren of de internet providers moesten volgen: weg met de downloadlimieten. En steeds meer ‘all-you-can-eat’ concepten vinden hun weg naar ons land. En waarom deugen deze niet? Omdat ze moral hazard in de hand werken. Een aantal voorbeelden.
Het eerste voorbeeld is dat van de bedrijfswagen met een tankkaart. Mensen met een dergelijk systeem rijden gemiddeld meer kilometers buiten (woon)-werk dan mensen die een eigen wagen bezitten. Tegenstanders roepen nogal eens: ‘Dat is omdat het gratis is’. Dat is niet correct, want de werknemer moet daar een (weliswaar beperkte) fiscale bijdrage voor leveren en het wordt in enige mate verrekend in bruto lonen. Het probleem ligt in de ‘forfaitarisering’. Of je nu 10 000 of 100 000 kilometer per jaar bolt voor eigen gebruik, met een bedrijfswagen maakt dat niets uit. Dus waarom niet met de auto naar de postbus op de hoek van de straat? Volgens mij ligt een van de sleutels tot reductie van autoverkeer in België net daar. Het is zinloos dat de overheid de brandstof duurder maakt, als diegene die ze verbruikt een stijgend verbruik niet voelt.De kosten moeten op een of andere manier gevariabiliseerd worden voor de eindgebruiker, anders zal men blijven rijden en de (stijgende) forfaits gewoon ophoesten.
Een gelijkaardig fenomeen zien we niet bij het aantal afgelegde kilometers, maar ook bij het aantal schadegevallen. Een heel recente studie toont dat het aantal schadegevallen bij omnium verzekerde leasing wagens versus gewoon verzekerde privé wagens ligt 3,6% hoger. Dat percentage stijgt nog als je de groep bekijkt van de werknemers die ‘pas’ een omnium verzekerde wagen ter beschikking kregen.Waarom voorzichtig rijden als een ongeval niets extra kost?
Hetzelfde gaat op voor de GSM abonnementen ‘all in’. Ik ken mensen die tegenwoordig hun kinderen in hetzelfde huis opbellen om te melden dat het eten klaar is. ‘Want het kost niets’. Fout gedacht, het kost wel iets, namelijk uw forfait abonnement, de telefoonoperator zal – over alle klanten samen genomen – geen verlies maken. Maar de forfait creëert een gevoel van ‘gratis’, vandaar ook het succes van een dergelijke formule. De ongelimiteerde internetverbindingen zijn heel vergelijkbaar. Wat veel mensen niet weten is dat aan de basis van het internet het verkeer tussen de zogenaamde ‘backbones’ gefactureerd wordt per Gbyte. Dus ook daar is ‘gratis’ een illusie.
De ‘all-you-can-eat’ formules – ten slotte – zijn heel populair in de VS. Maar in bepaalde vormen zijn ze bij ons ook heel bekend: de ‘all-inclusive’ vakantie is daar eigenlijk een variante op. Uit studies blijkt dat de mensen die een all-you-can-eat zaak bezoeken meer eten dan als diezelfde mensen in een gewoon restaurant eten. De gratis illusie zorgt hier voor twee problemen: enerzijds verspillen mensen meer voedsel door voedsel op hun bord te scheppen dat ze niet opeten, anderzijds eten ze ook systematisch te veel – wat hun gezondheid niet ten goede komt.
Conclusie: forfaits werken moral hazard in de hand: als je verbruik niet moet betalen naar mate dat je verbruikt, wat is dan de drempel om meer te verbruiken? Bij een all-in is er geen afweging tussen de opbrengst (nut/genot) en een kost. Men koestert de illusie dat alle verbruik dan gratis is, maar niets is minder waar: op het einde van de rit moet alle verbruik betaalt zijn. De overheid moet haar accijnzen hebben; de verzekeraar, de GSM operator, de internet provider en de restauranthouder moeten winst maken. There’s no such thing like a free lunch. Afvoeren dus, die forfaits, onze algemene welvaart zal er door toenemen.