6) Gadamer en het
belang van de hermeneutische toepassing.
Gadamer stelt dat het hermeneutisch verstaan in drie fasen
verloopt. Het verstaan, uitleggen en tenslotte het toepassen. Het toepassen is
dan het in de realiteit omzetten van het hermeneutisch verstaan. De politieke
realiteit en onze wetgeving zijn hier illustraties van (Carsten, 1998: 104). We
kunnen het politiek beleid, hier ten aanzien van cannabis en zijn gebruikers,
zien als een hermeneutische toepassing. Van politici mogen we verwachten dat ze
bij het uitstippelen van hun beleid zich laten leiden door rationele argumenten
niet door morele, betuttelende argumenten.
Na onderzoek blijkt al gauw dat het cannabisbeleid in de VS
gebaseerd is op fouten en verkeerde vooroordelen. We zouden gezien de
racistische insinuaties van Anslinger zelfs xenofobe motieven naar voren kunnen
schuiven voor een dergelijk beleid. In hoeverre is bij Anslinger een bepaalde
racistische Amerikaanse traditie aan het woord? Een traditie van angst van het onbekende, de
andere, de vreemde. Met zijn beleid lijkt het of Anslinger niet zozeer de
cannabisgebruiker wou treffen maar eerder de vreemde Mexicaan, Zwarte
jazzmuzikant, de communist. Mensen die anders zijn. Mensen die een andere
huidskleur hebben, een andere achtergrond hebben, zich anders gedragen en er andere
gewoonten op na houden. Het roken van cannabis is maar één van die andere
gewoonten. Maar het is wel een gewoonte die de cannabisroker verschillend maken
van traditionele blanke Amerikaanse samenleving of zoals die ideale samenleving
gezien werd door Anslinger en dat wordt als beangstigend door een groot deel
van de bevolking ervaren. Zijn strijd tegen cannabis wordt door verschillende
auteurs als een ‘morele kruistocht’ omschreven. Andere rassen, gewoontes,
overtuigingen en geloven die de Amerikaanse samenleving bedreigen moesten
aangeklaagd worden. Door zijn moraliserende manier van optreden kunnen we
stellen dat Anslinger niet alleen een ‘moral entrepreneur’ maar een ‘moral
enforcer’ was (Elsner et al., 1998: 665, 667; Ferraiolo, 2007: 152). De VS streven
een uniforme wereld na waar de Amerikaanse waarden en normen overgenomen
worden. Nadelmann ziet de VS dan ook als ‘transnational moral entrepeneurs’
(Nadelmann, 1990: 482). Dat Anslinger zijn beleid niet gericht was tegen
cannabis als drug maar tegen de ‘andere’ die het gebruikt, wordt nog het best
geïllustreerd met volgend voorbeeld. Anslinger vond het geen enkel probleem om
zijn goede blanke vriend senator McCarthy morfine, een hard drug, te
verstrekken (Gerber, 2004: 15).
We moeten er ons als mens, ook als beleidsmaker, van
bewustzijn dat er doorheen ons een gehele traditie spreekt. Door onze
socialisatie worden we wie we zijn. Onze ideeën over iets, bijvoorbeeld wordt
ons als het ware ingelepeld. Door onze opvoeding krijgen we een eerste idee over
de wereld. Gadamer verwijst naar die eerste idee als een ‘horizon’. Deze
horizon heeft zijn beperkingen en we moeten ermee opstap durven gaan om met
andere horizonnen in dialoog te treden. Uit deze ontmoeting en dialoog vormen
we telkens weer een andere horizon. Deze ‘horizonversmelting’ is telkens weer
een bijstelling van onze mening over een bepaald thema (Carsten, 1998: 30;
Gadamer, 2014: 289-293). Om tot een horizonversmelting te komen moet er van de
persoon, samenleving, een bepaalde openheid uitgaan anders is dit totaal
onmogelijk. We hebben allemaal wel ervaring met mensen die koppig blijven
vasthouden aan een ongefundeerd standpunt of vooroordeel.
Over mensen die vast blijven zitten in hun traditie of
gebruik maken van een autoriteit of vooroordeel, zoals Anslinger, om hun
standpunten te legitimeren zegt Gadamer het volgende “Quiconque invoque
l’autorité et la tradition n’a pas d’autorité. Point à la ligne. Il en est de
même avec les préjugés. On ne
peut discuter avec celui qui les invoque. Et on ne peut pas plus discuter avec
celui qui n’est pas prêt à réviser ses préjugés.”(Carsten, 1998: 31-32). Met
vooroordelen en een gesloten geest kunnen we geen adequaat beeld vormen van de
realiteit. Laat staan dat we op deze manier tot een adequaat politiek beleid
zouden kunnen komen. Een beleid dat op vooroordelen en een racistische traditie
is steunt kan geen goed beleid zijn. Bovendien is het zeer moraliserend en
bepaalt dit beleid hoe de burger van een bepaalde politieke regio zich moet
gedragen.
7) Besluit.
We hebben na een hermeneutisch onderzoek gezien dat cannabis
verre van het duivelskruid is dat door Anslinger en andere beweerd wordt. Het
cannabisbeleid in de VS van de jaren dertig is een racistisch beleid dat
vandaag nog grotendeels blijft voortduren[1]. Het wil
de bevolking in een morele dwangbuis sluiten en morele waarden en normen
opdringen. Hierbij worden minderheden en mensen die er andere gewoonten op
nahouden geviseerd. Bij Anslinger en consorten moet de diversiteit van de cultuur
plaats maken voor een monocultuur waar cannabisgebruikers niet in thuis horen.
We kunnen makkelijk bedenken dat het medisch gebruiken en
voorschrijven van de zo goed als gratis cannabisplant de winstmarges van
farmaceutische bedrijven bedreigd. Hun lobbyapparaat zal er bij de
beleidsmakers dan ook op aandringen om deze evolutie tegen te gaan en cannabis
illegaal te houden[2].
Tevens is het ‘big business’ geworden in de VS om mensen om
welke reden dan ook, dus ook cannabisgebruik op te sluiten in privé
gevangenissen. De bedrijven die aan dit repressieve beleid fors verdienen
zetten evenzeer lobbyisten in om het repressieve cannabisbeleid niet te
veranderen.
Tenslotte zien we dat er met een dubbele moraal beleid
gevoerd wordt. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft in 2014 een rapport
gepubliceerd waarin het stelt dat alcohol jaarlijks 3,3 miljoen dodelijke
slachtoffers eist [3]. Nochtans wordt het
gebruik van alcohol al decennialang niet in vraag gesteld. Van cannabis is
gekend dat men er geen overdosis van kan nemen en is er nog geen enkel dodelijk
slachtoffer gekend (Gerber, 2004: 142-143).
We besluiten dan ook met de hoop dat de regeringen van de
wereld een hermeneutische dialoog aandurven en hun repressief cannabisbeleid
herzien. Met de legalisering van cannabis als recreatief middel in Uruguay,
Colorado en Washington is dit zeker aan het gebeuren. Daarnaast staat de
legalisering van ‘mediwiet’ niet stil. Meer en meer staten in de VS zien de
mogelijkheden van cannabis als medicijn en legaliseren het gebruik van cannabis
als medicijn.
8) Literatuurlijst.
Boeken.
CARSTEN, D.
(1998) Herméneutique – Esthetique –
Philosofie Pratique. Dialogue avec Hans-Georg Gadamer, vert. D. Ipperciel, Canada,
Fides.
GADAMER, H-G.
(2014) Waarheid en methode. Hoofdlijnen
van een filosofische hermeneutiek, vert. M. WILDSCHUT, Nijmegen, Vantilt.
GERBER, R. (2004) Legalizing
Marijuana. Drug policy reform and prohibition politics, United States of America, Greenwood publishing group.
GRINSPOON, L. (1971) Marihuana Reconsidered, Cambridge,
Harvard University Press.
SCHLOSSER, E. (2004) Reefer madness. And other tales from the
American underground, London,
Penguin groups.
VAN DETH, R. en
VANDEREYCKEN, W. (2004) Psychiatrie. Van
diagnose tot behandeling, Houten, Bohn Stafleu Van Loghum.
Wetenschappelijke artikels.
ELSNER, M., GALLIHER, J. en KEYS, D.
(1998) Lindesmith v. Anslinger: An early government victory in the failed war
on drugs, in The journal of criminal law
& criminology, 88(2), 661-682.
NADELMANN, E. (1990) Global
prohibition regimes: the evolution of norms in international society, in International organization, 44(4),
479-526.
SPEAKER, S. (2001) “The
struggle of mankind against its deadliest foe”: Themes of
counter-subversion in anti-narcotic campaigns, 1920-1940, in Journal of social history, spring,
591-610.
FERRAIOLO, K. (2007) From killer
weed to popular medicine: The evolution of American drug control policy,
1937-2000, in Journal of policy history,
19(2), 147-179.
PEDERSEN, W. en SKARDHAMAR, T.
(2009) Cannabis and crime: findings from a longitudinal study, in Addiction, 105, 109-118.
DELISI,
L., FLEMING, J., GALVEZ-BUCCOLLINI, J. en PROAL, A. (2014) A controlled family study of cannabis users with and
without psychosis, in Schizophrenia
Research, 152(1), 283-288.
Rapporten.
BEWLEY-TAYLOR, D., BLICKMAN, T. en JELSMA, M. (2014) The
rise and decline of cannabis prohibition. The history of cannabis in the UN
drug control system and options for reform, in Transnational Institute, 1-86.
DRUG POLICY ALLIANCE
(2013) Jaarrapport, 1-27.
[1] Ook het hedendaagse zeer repressieve beleid van New York City blijkt
heel racistisch. Onder de arrestanten tellen we niet minder dan 84% kleurlingen
hoewel het gebruik van marijuana hoger ligt bij de jonge blanke bevolking (DPA,
2014: 12).
[2] Gerber geeft in zijn boek het voorbeeld van het
legale medicijn Marinol dat synthetisch THC, een actief bestanddeel van
cannabis, bevat. Het kan voorgeschreven worden door dokters onder andere aan
AIDS patiënten om misselijkheid te bestrijden en de eetlust op te wekken. Het
legale Marinol kost tot 1.000 dollar per maand. Hetzelfde effect zouden deze
patiënten kunnen bereiken door de bijna gratis cannabisplant te roken. Reden
genoeg voor deze bedrijven om cannabis niet graag gelegaliseerd te zien
(Gerber, 2004: 82).