Wanneer de 1% rijkste inwoners van een land meer dan 20% van het nationaal inkomen van een land verdienen, mag zo’n land als een banenrepubliek worden bestempeld, schrijft Nicholas D. Kristoff in de New York Times. Spijtig genoeg mogen nu ook de Verenigde Staten aan dat lijstje worden toegevoegd, want dat land heeft nu een meer onevenwichtige inkomensverdeling dan traditionele bananenrepublieken als Nicaragua, Venezuela of Guyana.
De 1% rijkste Amerikanen bezaten in 2009 24% van het nationaal inkomen; in 1976 was dat amper 9%. CEO’s van Amerika’s grootste bedrijven verdienden in 1980 gemiddeld 42 keer zoveel als een gewone werknemer; in 2001 was dat al 531 keer.
De meest opvallende statistiek is misschien wel deze: tussen 1980 en 2005 verdween meer dan 80% van de totale Amerikaanse inkomenstoename in de zakken van de 1% rijkste Amerikanen. (FZ) (Foto)
Bron : Express.be / Nicholas D. Kristoff New York Times