Hoe de Amerikaanse regering NGO’s gebruikt om de ‘civiele samenleving’ over de hele wereld te corrumperen.
Washington bewapent pseudo-academische ‘mensenrechten’-groepen als onderdeel van z’n buitenlands beleid.
Door Glenn Diesen, professor aan de Universiteit van Zuidoost-Noorwegen en redacteur bij het tijdschrift Russia in Global Affairs. Volg hem op Substack. 14 juni 2024.
In het Westen, en daarbuiten, zijn drukkingsgroepen die opereren onder de vlag van ‘niet-gouvernementele mensenrechtenorganisaties’ (NGO’s) sleutelactoren geworden in het verspreiden van oorlogspropaganda, het intimideren van academici en het corrumperen van het maatschappelijk middenveld. Deze instellingen fungeren als de poortwachters die bepalen welke stemmen gehoord mogen worden en welke moeten worden gecensureerd en onderdrukt.
Een gezond maatschappelijk middenveld is van cruciaal belang als tegengewicht tegen de macht van de staat, maar overheden proberen dit steeds vaker te kapen via de door hen gefinancierde NGO’s. Deze kunnen een luidruchtige minderheid in staat stellen een zwijgende meerderheid te overstemmen.
In de jaren tachtig verergerde de Reagan-doctrine het probleem omdat deze ‘mensenrechten-NGO’s’ gefinancierd werden door de overheid en bemand door mensen met banden met de inlichtingendiensten, om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld niet te sterk zou afwijken van het overheidsbeleid.
Het vermogen van academici om open en eerlijk te spreken wordt beperkt door deze poortwachters. NGO’s beperken vandaag de dag bijvoorbeeld afwijkende meningen in academische debatten over de rivaliteit tussen de grootmachten in Oekraïne. Goed gedocumenteerde en bewezen feiten die van essentieel belang zijn om het conflict te begrijpen, komen simpelweg niet aan bod in de media en elke poging om deze feiten aan te kaarten wordt van tafel geveegd met vage beschuldigingen van “controversieel” of “pro-Russisch” te zijn, een overtreding die moet worden bestraft met intimidatie, censuur en annulering.
Ik zal hier eerst mijn persoonlijke ervaringen met een van deze NGO’s schetsen, en hoe zij het maatschappelijk middenveld kapen.
Mijn ontmoeting met het Noorse Helsinki Comité
Het Noorse Helsinki Comité wordt gefinancierd door de Amerikaanse regering en door het CIA-filiaal, de National Endowment for Democracy (NED). Ze publiceren regelmatig schotschriften over mij en er gaat bijna geen week voorbij zonder tweets van hen die mij als propagandist voor Rusland bestempelen. Het is altijd schelden en zwartmaken, in plaats van iets wat als samenhangende argumentatie kan worden beschouwd.
De standaardformule om mij gecanceled te krijgen is om mijn universiteit in elk artikel en tweet te beschamen omdat ze academische vrijheid toestaat, met het impliciete aanbod dat daar een einde zou aan komen door mijn contract als hoogleraar te beëindigen. Het hoogtepunt van absurditeit deed zich voor bij een artikel van zeven pagina’s in een krant waarin werd beweerd dat ik het internationaal recht had geschonden door oorlogspropaganda te verspreiden. Ze moesten met tegenzin toegeven dat ik vanaf dag één tegen de oorlog was, maar het feit dat een professor Russische politiek zich met de Russische media inliet, zou mij medeplichtig hebben gemaakt aan het verspreiden van oorlogspropaganda.
Elke keer dat ik word uitgenodigd om een toespraak te houden op welk evenement dan ook, zal deze NGO proberen de organisatoren publiekelijk te beschamen en onder druk te zetten om mijn uitnodiging op te zeggen. De organisatie probeert ook openlijk academici op te hitsen om zich tegen mij te keren om hun pleidooi voor censuur kracht bij te zetten in een proces dat zich uitsluitend afspeelt in de publieke arena. Naast het aanwakkeren van haat in de media door mij een propagandist voor Rusland te noemen, zetten ze anonieme online trollenlegers zoals “NAFO” aan om mij online en in de echte wereld te cancelen. Na de daaropvolgende intimidaties via sociale media, e-mails, sms en telefoontjes adviseerde de politie mij om mijn huisadres en telefoonnummer af te schermen van het publiek. Iemand van het Noorse Helsinki-Comité publiceerde onlangs een verkoopadvertentie voor mijn huis, inclusief foto’s van het huis en mijn adres voor hun sociale-mediavolgers.
Het Noorse Helsinki Comité infiltreert en corrumpeert ook andere instellingen. Een van de meer enthousiaste medewerkers van het Helsinki Comité is ook bestuurslid bij de Noorse organisatie voor non-fictie auteurs en -vertalers (NFFO). Hij gebruikte zijn positie daar om een evenement, waarvan NFFO co-organisator was, te laten cancelen omdat ik als spreker uitgenodigd was. Het Noorse Helsinki Comité is ook oververtegenwoordigd in het Nobelcomité, om ervoor te zorgen dat de juiste kandidaten worden gekozen.
Waarom zou een humanitaire NGO handelen als moderne bruinhemden door de academische vrijheid in te perken? Je zou je ook kunnen afvragen waarom een mensenrechten-ngo meer moeite doet om Julian Assange te demoniseren in plaats van de mensenrechtenschendingen die hij aan het licht heeft gebracht te onderzoeken.
Deze “mensenrechten-NGO” houdt zich in de eerste plaats bezig met het aankaarten van misstanden in het Oosten. Vervolgens worden alle interacties tussen de grootmachten geframed als een competitie tussen goede en slechte waarden. Het construeren van stereotypen voor zij die aan deze kant van de lijn staan versus zij die aan gene kant staan, als een conflict tussen goed en kwaad is een sleutelcomponent van politieke propaganda. De complexiteit van het streven naar veiligheid tussen grootmachten wordt afgezwakt en gepropageerd als louter een strijd tussen liberale democratie en autoritarisme. Bovendien gebruiken deze NGO’s als argument voor hun geloofwaardigheid het feit dat ze ‘niet-gouvernementeel’ zijn en louter toegewijd zijn aan de mensenrechten, wat de effectiviteit van hun berichtgeving vergroot.
Door de wereld voor te stellen als een conflict tussen goed en kwaad, komen wederzijds begrip en compromissen neer op verzoening, terwijl vrede wordt bereikt door vijanden te verslaan. Deze ‘mensenrechten-NGO’s’ roepen dus op tot confrontatie en escalatie tegen eender wie de meest recente reïncarnatie van Hitler is, terwijl de mensen die oproepen tot diplomatie als verraders worden bestempeld en de mond worden gesnoerd.
NGO’s kapen het maatschappelijk middenveld
Na de Tweede Wereldoorlog speelden Amerikaanse inlichtingendiensten een belangrijke rol in het manipuleren van het maatschappelijk middenveld in Europa. De inlichtingendiensten werden in verlegenheid gebracht toen ze op heterdaad werden betrapt, en de oplossing was om zich in het volle zicht te gaan verbergen.
De Reagan-doctrine bracht het opzetten van NGO’s met zich mee die zich openlijk zouden bemoeien met de civiele samenleving van andere staten onder het mom van het promoten van mensenrechten. Het goed gedocumenteerde doel was om beïnvloedingsoperaties van de Amerikaanse inlichtingendiensten te verbergen. Het ‘niet-gouvernementele’ aspect van de NGO’s is frauduleus, aangezien ze bijna volledig worden gefinancierd door de staat en bemand zijn met mensen met connecties naar het inlichtingenwereldje. Een voorbeeld: tijdens de ‘Oranje Revolutie’ in Oekraïne in 2004 werd een protest tegen corruptie omgebogen tot een pro-NAVO/anti-Russische regering. Het hoofd van de invloedrijke NGO Freedom House in Oekraïne was de voormalige directeur van de CIA.
Reagan zelf hield de inauguratietoespraak toen hij in 1983 de National Endowment for Democracy (NED) oprichtte. De Washington Post omschreef de NED als de “suikernonkel van openlijke operaties” en stelde “wat vroeger ‘propaganda’ werd genoemd kan nu eenvoudigweg omschreven worden als ‘informatie’.” Uit vrijgegeven documenten blijkt dat de NED nauw samenwerkte met propaganda-initiatieven van de CIA. Allen Weinstein, medeoprichter van NED, erkende: “Veel van wat we vandaag de dag doen, werd 25 jaar geleden in het geheim gedaan door de CIA”. Philip Agee, een klokkenluider van de CIA, legde uit dat NED opgericht was als een “propaganda- en aanstichtingsprogramma” om buitenlandse naties te ondermijnen en het voor te stellen als een initiatief ter bevordering van de democratie. NED financiert ook het Noorse Helsinki Comité.
De NGO’s stellen een luidruchtige, door het Westen gesteunde minderheid in staat een zwijgende meerderheid te marginaliseren en dit vervolgens te verkopen als ‘democratie’. Protesten kunnen daarom de omverwerping van gekozen regeringen legitimeren. The Guardian noemde de Oekraïense Oranje Revolutie in 2004 “een Amerikaanse creatie, een gesofisticeerde en briljant bedachte oefening in westerse merkpromotie en massamarketing” met als doel “de verkiezingen van anderen te winnen“. Een ander artikel van de Guardian bestempelde de Oranje Revolutie als een “postmoderne staatsgreep” en een “door de CIA gesponsorde derdewereldopstand uit de tijd van de Koude Oorlog, aangepast aan de post-Sovjetomstandigheden”. Een soortgelijke regimeveranderingsoperatie werd in 2014 in Oekraïne herhaald om het Oekraïense maatschappelijk middenveld tegen hun regering te mobiliseren, wat resulteerde in de omverwerping van de democratisch gekozen regering tegen de wil van de meerderheid van de Oekraïners. De NGO’s noemden het een “democratische revolutie” waarna Washington zijn dominantie over de belangrijkste machtsinstrumenten in Kiev bevestigde.
Soortgelijke operaties werden ook tegen Georgië gelanceerd. De NGO’s organiseerden in 2003 de Georgische ‘Rozenrevolutie’, die uiteindelijk uitmondde in een oorlog met Rusland nadat de nieuwe autoriteiten in Tbilisi Zuid-Ossetië hadden aangevallen. Onlangs waarschuwde de premier van Georgië dat de VS opnieuw NGO’s inzetten in een poging de regering omver te werpen en zijn land als tweede front tegen Rusland te gebruiken. Het democratisch gekozen parlement van Georgië heeft met een overweldigende meerderheid (83 vóór versus 23 tegen) een wet aangenomen voor meer transparantie over de financiering van de NGO’s. Het zal geen verrassing zijn dat het Westen stelde dat transparantie over de financiering van zijn drukkingsgroepen ondemocratisch was, en dat het daarom een ‘Russische wet’ werd genoemd. Voor de democratische geloofwaardigheid kreeg het westerse publiek beelden geserveerd van straatprotesten, en ze werden gerustgesteld dat de Georgische premier in wezen een Russische marionet was. De VS en de EU reageerden vervolgens door Georgië te bedreigen met sancties in naam van de “steun” aan het Georgische maatschappelijk middenveld.
Het verdedigen van het maatschappelijk middenveld
De samenleving rust op drie poten: de overheid, de markt en het maatschappelijk middenveld. Aanvankelijk werd de vrije markt gezien als het belangrijkste instrument om de vrijheid van het individu ten opzichte van de overheid te vergroten. Maar toen een immense macht zich aan het einde van de 19e eeuw concentreerde in grote industrieën, keken sommige liberalen naar de regering als bondgenoot om de macht van grote bedrijven aan banden te leggen. De uitdaging van onze tijd is dat de belangen van de overheid en het bedrijfsleven steeds meer hand in hand gaan, wat alleen maar toeneemt met de opkomst van de technologiereuzen. Dit maakt het veel moeilijker voor het maatschappelijk middenveld om onafhankelijk te opereren. De universiteiten moeten er daarom zorg voor dragen om een bolwerk van vrijheid te blijven en zich niet de wet te laten spellen door nep-NGO’s.
Dit stuk werd voor het eerst gepubliceerd op Glenn Diesen’s Substack en bewerkt door het RT-team
Bron: How the US government uses NGOs to corrupt ‘civil society’ around the world (gecensureerd in de EU)
Mag vrij gedeeld worden op sociale media.