Draagmoederschap, of zwangerschap voor iemand anders, bevindt zich in België in een juridisch grijze zone. Het is niet verboden, maar ook niet gelegaliseerd. Draagmoederschap blijft een omstreden onderwerp. Politici raken er niet aan uit. De afgelopen legislaturen bogen verschillende beleidsmakers zich over de kwestie, maar tot dusver zonder resultaat. Met een nieuwe legislatuur in het vooruitzicht, pleit de Vrouwenraad voor een duidelijk wetgevend kader. Draagmoederschap is voor de Vrouwenraad onder bepaalde voorwaarden aanvaardbaar, maar moet wettelijk omkaderd worden. Die wetgeving moet als doel hebben misbruiken voorkomen en mensenrechten van alle vrouwen in alle gevallen verzekeren. De Vrouwenraad pleit hierbij voor altruïstisch draagmoederschap. Met deze keuze wil de Vrouwenraad een balans vinden tussen autonomie en bescherming van de rechten en belangen van vrouwen en van het kind.
Definities en types draagmoederschap
De afgelopen decennia werd dankzij de medische wetenschap steeds meer mogelijk op gebied van voortplanting. Hierdoor zijn voor veel vrouwen en koppels nieuwe mogelijkheden ontstaan om een kinderwens te vervullen. Toch blijven er grenzen aan wat biologisch mogelijk is. Zo kan een vrouw zonder baarmoeder zelf geen kind dragen of kan een zwangerschap levensbedreigend voor haar zijn, waardoor zij aangewezen is op alternatieven.
Een draagmoeder is iemand die een kind draagt voor een ander persoon of koppel – de wensouder(s). Er bestaan verschillende vormen van draagmoederschap, die variëren naar technologisch niveau en betrokken genetisch materiaal:
- Laagtechnologisch draagmoederschap: Hierbij wordt de eicel van de draagmoeder bevrucht met sperma van de wensvader. De draagmoeder heeft een genetische band met het kind.
- Hoogtechnologisch draagmoederschap: Dit omvat in-vitrofertilisatie (IVF), waarbij een embryo, vaak met genetisch materiaal van de wensouders, in de baarmoeder van de draagmoeder wordt geplaatst. In dit geval heeft de draagmoeder geen genetische band met het kind.
De Belgische situatie: juridische en sociale aspecten
België heeft geen wettelijke regeling voor draagmoederschap. Dit leidt tot een scala aan uitdagingen:
- Afstamming en adoptie
Volgens Belgisch recht is de vrouw die het kind baart de wettelijke moeder (mater semper certa est). Wensouders kunnen enkel juridisch ouder worden via adoptie, wat een langdurig proces is. Voor de wensmoeder kan dit tot twee jaar duren.
- Sociale zekerheid en verlof
Draagmoeders vallen onder de standaardregeling voor moederschapsverlof. Wensouders daarentegen komen enkel in aanmerking voor adoptieverlof, wat hen beperkt in het opnemen van zorgverantwoordelijkheden na de geboorte.
- Gezondheidsrisico’s voor draagmoeders
Naast de gebruikelijke zwangerschapsrisico’s zijn er specifieke risico’s verbonden aan IVF en hormonale behandelingen. Postnatale zorg wordt vaak beperkt vergoed voor wensouders.
Internationale dimensies en ethische vraagstukken
Het draagmoederschapsdebat strekt zich uit over internationale grenzen, zeker omdat Belgische wensouders vaak naar het buitenland trekken voor commerciële draagmoederschapstrajecten. In landen zoals de Verenigde Staten en Georgië is commercieel draagmoederschap toegestaan, maar dit roept vragen op over uitbuiting en mensenhandel.
Een belangrijke stap in de EU is de toevoeging van draagmoederschap (bij dwang of misleiding) aan de definitie van mensenhandel in de herziene richtlijn van 2024. Toch blijft er een gebrek aan uniforme regelgeving, wat leidt tot juridische onzekerheden bij grensoverschrijdende draagmoederschap.
Visies van feministische organisaties
Feministische groepen in België en Europa zijn verdeeld over draagmoederschap. Terwijl sommigen het categorisch afwijzen (totaalverbod) en draagmoederschap zien als een vorm van uitbuiting, pleiten anderen voor het recht van vrouwen om over hun lichaam te beschikken, mits de praktijk zorgvuldig wordt gereguleerd. Wanneer wensouders enkel een vergoeding betalen voor de kosten die gepaard gaan met de verwekking, de zwangerschap en de bevalling, is er sprake van altruïstisch draagmoederschap. Wanneer de draagmoeder voor haar tussenkomst een financiële vergoeding krijgt die de kosten van de verwekking, zwangerschap en bevalling overschrijdt, is dit commercieel draagmoederschap. Wanneer een zwangerschap georganiseerd wordt door bemiddelende derden die er een winstgevende business van maken om wensouders en draagmoeders met elkaar in contact te brengen en te begeleiden, is dit ook commercieel draagmoederschap.
Er zijn ook actoren die vanuit het perspectief van de belangen van derden, de wensouder(s) pleiten voor commercieel draagmoederschap, over grenzen heen. Nog anderen verdedigen een model van draagmoederschap als een vorm van zorgwerk en arbeid.
De Vrouwenraad herzag dit jaar haar standpunt uit 2001 en diepte de kwestie uit in een informatieve nota. Ze boog zich met de oprichting van een specifieke werkgroep verder over de kwestie. Een totaalverbod op draagmoederschap, een standpunt dat door vele vrouwenorganisaties verdedigd wordt, zal misbruiken niet kunnen uitsluiten. Eerder dan het totaal te verbieden, moeten we daarom werken naar een betere regeling. De vraag stelt zich ook of een totaalverbod niet indruist tegen de vrijheidsrechten. Om gelijklopende redenen wordt ook de piste van commercieel draagmoederschap en van draagmoederschap als vorm van zorgarbeid verworpen. Daarbij bestaat een reëel en hoog risico op misbruik van vrouwen in kwetsbare situaties. Deze standpunten druisen in tegen ethische beginselen m.b.t. de inherente menselijke waardigheid en niet-instrumentalisering van de lichamen van vrouwen.
De Vrouwenraad ziet altruïstisch draagmoederschap als een aanvaardbare oplossing. Bij deze vorm neemt een vrouw uit vrije wil, op eigen initiatief en zonder financieel gewin de rol van draagmoeder op zich. Dit model respecteert de autonomie van vrouwen en voorkomt dat financiële prikkels een rol spelen, die misbruik in de hand kunnen werken. We moeten vermijden dat vrouwen een middel worden om het doel van anderen te bereiken.
Een juridisch en ethisch kader nodig
Het draagmoederschapsdebat illustreert de spanning tussen individuele rechten en verschillende, soms tegenstrijdige, belangen. Terwijl wensouders een vervuld ouderschap nastreven, blijft de draagmoeder een cruciale, vaak kwetsbare schakel in dit proces. België staat voor de uitdaging om een wettelijk kader te creëren dat zowel de belangen van het toekomstige kind, de wensouders als de draagmoeder beschermt.
Volgens de Vrouwenraad biedt altruïstisch draagmoederschap ruimte voor solidariteit en vrijheidsrechten, zonder daarbij ethische grenzen te overschrijden. Er wordt echter benadrukt dat een solide wettelijke omkadering noodzakelijk is om misbruik te voorkomen.
Het standpunt gaat verder dan een ethische richtlijn. De Vrouwenraad pleit voor concrete wetgeving die:
- Misbruik en exploitatie voorkomt
- Vrijheidsrechten zorgvuldig afweegt tegenover rechten op sociale bescherming
- De rechten van alle betrokkenen, inclusief toekomstige kinderen, in rekening brengt
- Internationale goede praktijken en expertise integreert
De oproep van de Vrouwenraad is duidelijk: beleidsmakers moeten werk maken van een zorgvuldige wettelijke regeling die zowel de rechten van de draagmoeder als van het kind beschermt, en ook rekening houdt met de rechten van de wensouder(s).
We mogen daarbij niet vergeten dat het recht op een kind geen absoluut, noch afdwingbaar recht is.
De Vrouwenraad beseft dat dit geen eenvoudige kwestie is. Daarom zal de organisatie in 2025 hier verder mee aan de slag gaan en het advies over altruïstisch draagmoederschap verder uit diepen. We zullen daarbij oog hebben voor (internationale) ‘goede praktijken’ en ons laten bijstaan door experts en ervaringsdeskundigen, zoals de fertiliteitscentra, ethici en juristen met expertise in de materie. We voorzien in 2025 daartoe (minstens) twee webinars.
Het volledige dossier van de Vrouwenraad over draagmoederschap is hier terug te vinden.