De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Vreugdevol samenleven met paarden: met Leuven Kermis kan je het leren, beste Delphine Lecompte

maandag 2 september 2024 14:59
Spread the love
Leuven kermis biedt weer plezier, inspiratie, kansen en lessen, het is de eerste maandag van september. Aangekomen ben ik met mijn e-fiets  bij een wagen waar een zestal grote trekpaarden rond staan, rustig en imposant. De Sint-Jacobskerk waar recent onderzoek en restauratie gebeurt, waakt over het plein dat nu vol hoefdieren is. Een vrouw van in de dertig zadelt een zwaar en rustig paard op, en spant de singel aan. Ik kijk gefascineerd toe terwijl ik mijn ijzeren paardje vastleg. Hoe gezond-makend is toch de zorg voor, en het leven met grote dieren (geweest)!
__
__
De grote, imposante maar opvallend kalme en vriendelijke trekpaarden mag ik weer graag aaien, en op de zijkant van hun grote, sterke nek een schouderklopje geven. Van contact met paarden ben ik niet vervreemd, als grote vriend van Fellow en gewezen ruiter (veertig jaar terug leerde ik als student aan de KU Leuven paard rijden, en ook 7 jaar geleden lukte het opnieuw aardig). De meeste medeburgers staren vanop afstand en fotograferen, en een vrouw van in de vijftig geeft het toe: “Dichtbij komen durf ik niet!”
Terwijl ik een derde grote ruin masseer bij de nek en schoft, hoor ik een vader zijn peuter corrigeren: “Paard! Geen camion. Paard.” Waar zijn wij als maatschappelijke gemeenschap, als cultuur naartoe geëvolueerd? Sinds moeder mij fotografeerde hier op de dierenmarkt toen ik zelf maar vier of vijf jaar oud was… De vervreemding van grote dieren is iets dat ik diep betreur.
Gelukkig gaat de Cattle Walk, de dierenmarkt door in deze toffe stad. Het is een groots Ritueel. Een lokaal ruraal ritueel dat ons stedelijke leven van waardevolle, onschatbare, onvervangbare ijkpunten voorziet!
__________________
Intussen sprak ik uitgebreid met een dame die hier met zes zesjarige merries staat, ook forse, maar nu bijna reusachtige trekpaarden. Zij vertelt dat zij jaarlijks op een reeks plaatsen kunnen optreden, aan kampioenschappen deelnemen. Nu in Leuven begint het seizoen, dat doorloopt tot december. De vrouw vlecht de staart van een merrie, en ik merk op dat paarden in weiden soms geen aandacht krijgen, dat dit niet hoort. Blijkbaar treft die opmerking bij deze toegewijde liefhebster een snaar, een goed gesprek met wederzijds volle aandacht neemt een aanvang. Zij herinnert zich hoe zij ooit bezoekers, stadsmensen, hoorde passeren die aan hun kind zegden: “Kijk, dit zijn koeien”! Dat gaat dus om volwassen personen, in deze tijd! 😅
Voor de mensen die hier met hun paarden komen vandaag, is dit geen beroep, geen broodwinning. “Neen, dit is een dúre Hobby!” zegt de vrouw uit Elewijt, bij Zemst in de provincie Antwerpen terwijl zij mij intens in de ogen kijkt en verder vlecht.
“Het Belgische Trekpaard wordt tot in het buitenland gewaardeerd”, stel ik op vragende toon, nadat ik dit onlangs las.
Ja, antwoordt de blonde vrouw die het haar in een korte staart achter het hoofd heeft gebonden, terwijl zij verder gaat met het vlechten van de staart van de reuze merrie. “Maar, ik zou graag zien dat overheden het Trekpaard uit onze regio beter beschermen”. “Er dreigt bijvoorbeeld een tekort aan weiden voor de kweek van deze nobele dieren. Ook omdat via de inzet van Natuurpunt vele gronden naar Natuurbeheer en natuurbehoud gaan.”
__
“Als kind was ik bang aan de achterhand van een paard te staan”, herinner ik mij luidop. “Grote mensen hadden mij verwittigd: een paard kan plots de achterpoten uitslaan, en dat is dodelijk gevaarlijk! Hebt u dat al meegemaakt, dat de dieren naar achteren trappen?”
“Ja, dat gebeurt. Zeg nooit met een paard “dat gebeurt nooit”. Als zij van iets schrikken, kan het dat zij trappen. Het blijven levende wezens!…”
“Ja, dat is geen boosaardigheid”, merk ik op, “Dat is in een reflex, bij paniek”. “Paarden en honden, waar mensen vaak impulsief bang van zijn, zijn trouwens veel beter voorspelbaar (en betrouwbaar) dan de mens. Dat is pas een soort waar je beter een slag om de arm bij houdt”, lach ik.
“Inderdaad” bevestigt de paardendame. “Ik had dat in het begin ook, die angst voor een trap. En tot op vandaag, hoor, zelfs nu terwijl ik deze staart vlecht. Als mensen mij hier [op dit paardenevenement] vragen de vlecht te maken, zeg ik niet altijd ja. Bij paarden die ik niet ken ben ik voorzichtig…”
__
__
“Dat begrijp ik”, antwoord ik. “Het draait om elkaar kennen en vertrouwen. Zoals onder mensen, uiteindelijk. Ik zie dat u elk paard op zijn persoonlijkheid beoordeelt. Dat moeten wij onder mensen ook doen. Het is niet zo dat alle mensen van die groep, religie of kleur zus of zo zouden zijn. Je moet naar de ene mens waar je mee te doen hebt, kijken”
“Dat is zo”, knikt de paardenexpert.
__
Tijdens het gesprek heb ik de grijze merrie de nek en de hoge flanken gemasseerd. Er komen wat piepkleine zilveren haartjes van het dikke maar zachte vel mee bij het strijken. Dat deert natuurlijk niet. Al te hygiënisch denken en leven is contraproductief, dat is niet gezond. Het doet mij integendeel plezier en deugd dat dit fenomenale wezen mij toelaat en vertrouwd. Ik neem afscheid en bedank voor het gesprek. Er is hier nog meer te zien, het is nu 11 uur. Dit evenement als deel van “Leuven Kermis”, de informele “nationale feestdag” van onze thuisstad, komt op toeren, klasjes kleine kindjes in helgele hesjes komen gefascineerd kijken.
 
Even verder zie ik twee grote torens van strobalen. Er staan een vijftigtal kinderen van een jaar of acht bij. Ik besluit het kind in mijzelf een gunst te doen, en beklim met enige moeite de balen. Daar boven kan ik het plein overzien en wat beelden schieten. Tot mijn blijdschap merk ik dat na amper een minuut, een hele horde schoolkinderen ook de strobergen beklimt, met plezier en enthousiasme. Ze roepen vrolijk, klimmen op en neer, een paar komen bovenaan naast me staan en kijken mij aan. Als ik naar beneden klim, zie ik dat twee jongens zich lekker in een grote opening tussen de balen in de schaduw hebben verborgen; klasgenootjes hebben hen gevonden en komen erbij.
__
Ik bedenk hoe dit alles een mooi voorbeeld is van hoe kinderen naar onze daden kijken, meer dan zij naar onze woorden kunnen luisteren. En, hoe groot de waarheid is die wij wel eens hoorden uit de mond van volwassenen, vorige eeuw: “Woorden wekken, maar voorbeelden trekken!”.
__
Hoe belangrijk en betekenisvol onze pure Aanwezigheid kan zijn voor de jonge mensen, bedenk ik ook. Het is niet goed mens en dier van elkaar te scheiden, maar ook mens en kind moeten genoeg samen blijven optrekken.
__
___________^^^__^^^____________
Meer over de grote, goede geest die optreedt wanneer mens-en-dier samen leven, vinden wij in de boeken van de Engelse herder die de wereld verbaasde met zijn verslag van zijn bestaan met schapen en honden, Het herdersleven. Veel recensenten konden niet geloven dat schapen zoveel persoonlijkheid kunnen hebben. De link naar mijn recensie van het werk van James Rebanks vind je hier: Levenswijsheid uit Het Herdersleven. Het stuk kreeg in precies drie jaar tijd al wat lezers, bijna vierduizend; vandaag blijkt nog eens hoe terecht die interesse is. In een wereld waar schermen groot en klein onze levensgezellen werden, lijken wij soms de traditionele kompanen vergeten.
___________^<<<<>>>>^___________
Op dit feest van Mens & Dier vind ik overigens ook sterke motivatie en inspiratie om verder kritisch weerwerk te bieden aan tijdgenoten die, wellicht vanuit goede bedoelingen, dieren van mensen willen scheiden. Zoals schrijfster Delphine Lecompte deed met haar recente opiniestuk in De Standaard. Daarin neemt zij de koetsiers in Brugge kwalijk dat zij met trekpaarden werken.
Graag laat ik hier de doordachte reactie volgen die ik na het lezen uitschreef. Eerst volgt het opiniestuk.

Hetgeen volgt zijn mijn kritische bedenkingen en observaties, die een andere richting uitgaan.

Paarden en mensen. Beter niet bij elkaar weggehaald, toch?

Graag reageer ik op de opinie van schrijfster Delphine Lecompte “Paarden zijn geen attracties” van 24 augustus. Lecompte kan schrijven, het is een plezierig stuk om te lezen. Voor haar vermogen een situatie of sentiment met een rist welgekozen adjectieven weer te geven, kunnen we respect opbrengen. Het is waar dat empathie een kernwaarde van onze tijd is geworden, en dat heeft goede kanten. Anderzijds is het bekend dat allerlei soorten echte of vermeende “slachtoffers” vandaag in een meer dan ideale positie verkeren, bijna bedolven worden onder medeleven, dat echter soms misplaatst is, en zelfs van onwetendheid en bemoeizucht getuigt. De herder van de stad Leuven heeft er bijna de brui aan gegeven, zo vertelde hij mij onlangs in een gesprek bij de weide, nadat stedelingen die van het beheer van dieren geen jota afweten, de politie en dierenbescherming hadden ingeschakeld nadat er een jong dier onder het warme weer bezweken was in het park Keizersberg. Na grondige controle door bevoegde en bekwame instanties bleek er geen enkele fout gemaakt te zijn. Er was schaduw en water in overvloed. Betrokken dame had op sociale media onder meer met veel uitroeptekens gesteld dat het een schande was dat er geen “koud water” ter beschikking stond… terwijl iedere huisarts je zal afraden bij warm weer koud water te drinken. Zelf ben ik eigenaar van Fellow, een veertienjarige hond die ik met zeer veel liefde verzorg, en die ik overal mee naartoe neem. Op treinen, bussen en in restaurants heeft het dier naar schatting al meer dan veertigduizend mensen blij gemaakt, wanneer zij hem aanhalen en aaien. Voor hem is de mens de ideale vriend, compagnon en bron van “menselijke warmte”. Hij is jong en gezond voor zijn leeftijd. Tientallen keren per dag krijgen wij soms verraste kreetjes en lof van passanten, ook juist van empathische meisjes en dames: “Wat een schattige hond! Mooie hond, meneer! Nog veel geluk ermee!”. In de dierenwelzijn-werkgroep van Agalev, de voorloper van de partij Groen, bleek destijds al hoe artificieel de opvattingen over mens-en-dier bij sommige figuren zijn die in feite mens en dier zoveel mogelijk uit elkaar lijken te willen halen. De meeste leden van de werkgroep waren overigens letterlijk allergisch aan honden en huisdieren, zo kwam ik na een tijdje te weten. Delfine Lecompte beweert dat de paarden in kwestie tegen hun zin en te hard moeten werken. Een beweging die geen enkel dier nog een inspanning met en voor mensen wil laten doen, lijkt mij echter behoorlijk doorgeschoten. Een vorm van decadentie lijkt het mij. Tienduizenden bezitters van honden weten hoe gelukkig hun dieren zijn, het zijn vaak volwaardige leden van het gezin. De omgang tussen mens en dier is potentieel een bron van grote verrijking en voldoening voor beide partijen. Hoe kunnen kinderen nog interesse en ontzag voor “onze broeders de dieren” leren, als er geen circus met grote dieren meer kan langskomen, als de dierentuinen onder invloed van opdringerige activisten zouden sluiten, nu paarden al generaties door vervuilende en lawaaierige, onpersoonlijke voertuigen zijn vervangen, en vele kinderen in stedelijke context opgroeien zodat zij nog maar zelden met neerhof- en hoeve dieren in contact komen?

Zelfverklaarde dierenbeschermers zijn ook vaak tegenstanders van de jacht maar een grote groep jagers kent en respecteert het wild, zoekt het daadwerkelijk frequent op om van het prachtige gezicht te genieten, en velen koesteren een intense vriendschap voor hun hond, “man’s best friend” zoals de Engelsen zeggen. Jagers kunnen Delphine Lecompte ook informeren over “werken”. Jachthonden leren tijdens intensieve en langdurige trainingen allerlei taken uitvoeren, die in de lijn liggen van de ingeboren bekwaamheden van elk ras, zoals waterwild binnenbrengen, kleinwild opsporen en everzwijnen ‘stellen”, met blaffen ter plaatse houden. Zij zijn er niet minder gelukkig mee, duidelijk integendeel! Wanneer je jouw paard of hond vriendelijk en goed verzorgd, is arbeid voor hen, zoals voor veel mensen, juist een bron van “arbeidsvreugde”. Tamme dieren staan net zomin als mensen graag doelloos uren niets te doen, zonder prikkels, zonder sociaal contact. Vanuit vriendschap voor hun verzorgers werken zij graag. Dat heet in kringen van jachthondentrainers de “will to please”.

Wie zo goed als alle relaties die al eeuwenlang bestaan tussen mens en dier wil afschaffen onder het mom van bezorgdheid voor dieren en hun als o-zo-teer gepercipieerde gevoelens, dreigt een grote verarming van de existentie van beide creaturen te veroorzaken, me dunkt. Komt daarbij dat in deze tijden het sociale weefsel elk jaar meer ontrafelt, en ongekozen eenzaamheid tot een plaag uitgroeit, die zoals artsen weten, een risicofactor is voor eenzaamheid, wat zelf een factor is die mensen minder lang laat leven, en even gevaarlijk blijkt als stevig roken. Zeker in tijden van toenemende ont-menselijking door galopperende digitalisering, lijkt het nog verder pogen afzonderen van mens en dier een onverstandige, een heilloze weg. De kritiek is soms opvallend egocentrisch, sentimenteel, kortzichtig en ongefundeerd, ook al klinkt ze soms goed, ze heeft zelden iets te maken met dieren echt goed doen.

Suggesties voor verdieping:

  • Sommigen lijken meegesleept door overmatige compassie. Wat kan het voor het zelfbeeld van een pubermeisje – en jongen – bijvoorbeeld aan problemen en persoonlijke gender-verwarring teweeg brengen, als zij nooit heeft stilgestaan dat “melk niet van de supermarkt komt, maar van de moeder-koe”?…
____________________________________________________________
In Leuven genieten wij vandaag zoals elk jaar met Leuven Kermis van contact met de grote hoevedieren en hoefdieren. Een oefening in eerbied en liefde voor de Natuur is dit ‘beestenfeest’. Een langlopende traditie ook. Iets dat niet verloren mag gaan. Als kind van vier was ik hier al, op 1 september 1966, toen ook al gefascineerd door de runderen. Heel goed herinner ik mij hoe ik dadelijk een grote interesse en levendige sympathie voor deze grote dieren opvatte. Ook juist vanuit ontzag, eerbied en liefde is dit. Hoe ik hen meteen beschouwde als “onmisbare, fascinerende vrienden tijdens ons aardse bestaan”. Een bestaan waarin zo veel viel te ontdekken, en dat dankzij een toegewijde moeder en vader bijzonder interessant van start was gegaan.
Een portret uit ons archief getuigt.
__
Alle fotografie: Stef Hublou Solfrian
__

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!