De liberale – en verondersteld vrijheidslievende – minister Bart Somers heeft de pijnlijke opdracht om als een trouwe soldaat in de Vlaamse regering tegen zijn eigen mening in de ideologische directieven van N-VA ten uitvoer te brengen: het nekken van het door radicaal-rechts in Vlaanderen verafschuwde UNIA, het interfederaal centrum voor gelijke kansen.
UNIA, dat in 1993 in het leven geroepen werd om o.a. klachten over racisme en discriminatie te behandelen en burgergelijkheid te promoten, is internationaal erkend omwille van zijn politieke onafhankelijkheid. Dat is de garantie voor objectiviteit en doelmatigheid. Maar dat is meteen ook waar voor Vlaams Belang en N-VA het schoentje knelt: UNIA vaart een eigen onafhankelijke koers, en de politiek heeft er geen macht over. Ook legde UNIA in zijn werking de vinger al te vaak op de plekken waar het pijn doet, met name dat Vlaanderen pover scoort op het vlak van racisme en burgergelijkheid, en de discriminatieproblematiek liefst onder het tapijt ziet verdwijnen. De strijd tegen UNIA begon enkele jaren geleden met toenmalig N-VA-minister voor gelijke kansen Liesbeth Homans, voor wie UNIA een vervelende angel in de voet was. Haar beleid faalde dan ook schromelijk maar dat mocht niet geweten zijn. Weg dus met die lastige criticasters uit de hoek van de gelijke kansen. Rancune zit diep ingebakken bij de N-VA. UNIA werd onder hun druk voorwerp van de regeringsonderhandeling bij de vorming van de huidige Vlaamse regering. Het voorgestelde alternatief is nu het Vlaams Mensenrechteninstituut, een bij voorbaat gepolitiseerd instrument waarvan de onafhankelijkheid en efficiëntie nog zullen moeten blijken. Ongeveer elke in de materie bevoegde instantie gaf hieromtrent negatief advies. Maar Bart Somers zet door. Aan zijn onderdanigheid hoeft de N-VA alvast niet te twijfelen. Hij fungeert als waterdrager voor het faciliteren van het radicaal-rechts gedachtengoed in Vlaanderen. Wat anders te zeggen van een liberaal die meewerkt aan het fnuiken van de basis van persoonlijke vrijheid: gelijkheid ongeacht ras, geloof, geslacht of bezit.