Bart De Wever heeft recent een en ander naar zijn hoofd gekregen – we krijgen bijna medelijden met de man – maar dit kan er misschien nog wel bij. Bart en zijn partij hebben meer gemeen met Hu Jintao en de Chinese communisten dan ze allicht zelf denken. Heeft Siegfried Bracke het dan toch bij het rechte eind, als hij de N-VA “de meest linkse partij van allemaal” noemt?
Eerst het Chinese luik van het verhaal. Nu de communistische ideologie al een tijdje minder goed in de markt ligt, probeert (een deel van) de Chinese communistische partij meer nog dan vroeger het nationalisme aan te wakkeren van Chinezen. Daarvoor doen Hu en de zijnen onder meer een beroep op het underdog-gevoel van Chinezen. Nationalistische Chinezen zien zichzelf nogal eens als slachtoffer van Westers imperialisme, dat in de 19de eeuw en een stuk van de 20ste eeuw inderdaad nogal tekeer ging in China (al konden de Japanners er ook wat van). China is ondertussen terug bijna een supermacht, en de KP is al lang verveld van een revolutionaire partij tot een establishment-partij, maar Chinese machthebbers gedragen zich vaak nog als een underdog, zeker in de relaties met het buitenland. Niet alleen willen ze nogal eens beklemtonen dat China nog altijd een ‘ontwikkelingsland’ is, Chinese nationalisten hebben ook de speciale gave om overal Westers imperialisme en machinaties te ontwaren, die de Chinese opmars proberen te stuiten. Datzelfde snode Westen zou China ook om de haverklap proberen te vernederen – recent nog met de Chen-affaire. Dat het Westen ondertussen bijna in de touwen ligt, hebben ze stilaan ook wel in de smiezen, maar dat is voor nationalisten alleen maar een bijkomend motief om anti-Chinees gedrag te vermoeden.
Toegegeven, de KP heeft een wat ambivalente verhouding met nationalisme. De partij onderkent er ook de risico’s van, inclusief die voor de eigen legitimiteit, als de KP de nationalistische verwachtingen niet zou kunnen waarmaken. Toch is het vaak sterker dan haarzelf, en wakkeren facties binnen de partij nationalisme in de publieke opinie aan, als dat hen opportuun lijkt. Ze spelen daarbij in op historisch gewortelde gevoelens van wrok jegens het Westen. En dat lukt vrij aardig – zo ben ik ooit eens door een babbelzieke taxichauffeur in Beijing getrakteerd op een tirade over wat het Westen allemaal had uitgespookt in China aan het eind van de 19de eeuw.
Over naar De Wever en de zijnen dan. De N-VA is onder de Wever in snel tempo een establishmentspartij aan het worden, zeker in Vlaanderen (of denkt er iemand bij Muyters en Bourgeois nog aan revolutionairen?). Op lokaal vlak zijn de ambities even uitgesproken, met een beetje geluk omgordt De Wever binnenkort de burgemeesterssjerp in ‘grootstad’ Antwerpen. En ook qua sociaal-economische en Europese standpunten is dat het geval: de Wever werkt niet alleen graag aan de eigen lijn, hij schurkt ook graag aan bij het bezuinigings-discours van Merkel, en is een zelfverklaard liefhebber van de arbeidsmarkthervormingen doorgevoerd onder Schröder. Het Eurocratisch establishment zit op dezelfde lijn, vraag dat maar aan Josef Ackerman of Mario Draghi. Enkel federaal is N-VA geen establishmentpartij, maar zelfs daar lijkt er haar veel aan gelegen om een aura van ‘verantwoordelijke partij’ te behouden.
Ondanks die fundamenteel gewijzigde positie in het electorale veld, wentelt de partij zich nog steeds graag in een slachtoffer-, underdog of anti-establishmentsrol (alle drie tegelijk kan ook) – zeker als het haar uitkomt. Dan zijn ‘kaakslagen’ en andere grove vernederingen niet uit de lucht, al geeft de Wever zelf toe dat taal- en culturele discriminatie en de “gemargaliseerde” Vlaming grotendeels iets van het verleden zijn, met uitzondering van Brussel en de rand. De N-VA is die Calimero-rol ondertussen zodanig gewoon, dat ze die niet zomaar van zich af kan schudden, ook als de partij dat zou willen. Het is een beetje een automatische reflex geworden. De cartoon van Lectrr vorige week in de Standaard – met De Wever draaiend aan het rad van alle ‘instanties of personen die je de schuld kunt geven als er wat fout loopt’ – gaf dat treffend weer.
En dan is er nog het economische nationalisme van de Wever en co: hun discours van efficiëntie, ‘hefbomen van goed bestuur’, financiële transfers, regionalisering van sociale zekerheid en fiscaliteit,… De N-VA claimt dat met haar aan de macht, een autonooom Vlaanderen binnen de kortste keren in het Europese koppeleton zal vertoeven qua economische groei – “en anders dreigen we af te zakken naar een Griekse situatie”. Behalve dan de regionale focus, verschilt dat op het eerste zicht niet veel van de retoriek van de Chinese communisten, als die stellen “Wij hebben China terug groot en sterk gemaakt; zonder ons de chaos, wij zijn de enigen die voor stabiliteit kunnen zorgen in dit land, en voor 8 % groei elk jaar”.
Qua nationalisme en establishments-gehalte zitten de Wever en Hu Jintao dus min of meer op dezelfde lijn. Hun stijl van politiek bedrijven verschilt echter wél radicaal. Om maar iets te zeggen, ik denk niet dat Hu veel ‘Karel de Gucht momenten’ heeft, bijvoorbeeld. En er is nog wel meer waarin ze van elkaar verschillen. Hu Jintao zal je niet snel horen verklaren “De mensen spuwen de media uit”, dat is eerder iets dat je uit de mond van ‘Hu met de pet’ zult horen.
Die laatste uitspraak zou overigens ook bij de schreeuwerige Sarah Palin-aanhang en de Tea Party op uitbundig getoeter onthaald worden. Of hoe de N-VA anno 2012 zowel gelijkenissen vertoont met de Chinese communisten als met de Amerikaanse Tea Party. Vandaar die peilingen van boven de 40 % in Antwerpen, allicht.