De schokgolven van de onvoorspelbare politiek van Donald Trump zijn zeer voelbaar. Zijn woelige buitenlandse beleid en het dreigen met terugtrekking uit internationale verdragen hebben een diepe indruk achtergelaten op Europese politici.
In Vlaanderen pleiten politici zoals Bart De Wever en Theo Francken, deels uit angst voor geopolitieke instabiliteit, voor een steviger Vlaams defensieverhaal. Maar terwijl deze politici spreken over defensie als een noodzaak, sluimeren er gevaarlijke economische belangen, en dreigen werknemers opnieuw gereduceerd te worden tot pionnen in een groter machtsspel.
Economische belangen boven ethiek
Voka, de Vlaamse werkgeversorganisatie, zet druk op de regering om een eigen defensieplan voor Vlaanderen te ontwikkelen. Hun argumenten zijn economisch gedreven: de defensiesector biedt immers mogelijkheden voor groei en werkgelegenheid.
Theo Francken ziet kansen om via Europese defensiebudgetten extra middelen naar Vlaanderen te halen. Bart De Wever gaat zelfs verder en pleit voor investeringen in kernwapens, deels ingegeven door de onzekerheid die de Amerikaanse politiek onder Trump teweegbracht.
De economische focus op defensie lijkt hardnekkig, maar wie de geschiedenis kent, weet dat een dergelijke koers vaak gevaarlijke gevolgen heeft. In de jaren dertig werd een vergelijkbare wapenwedloop ingezet door Hitler, met de belofte om Duitsland te versterken na de economische malaise van de Eerste Wereldoorlog.
Deze bewapeningsdrang leidde niet alleen tot economische groei, maar uiteindelijk ook tot een verwoestende oorlog. De lessen van toen lijken vandaag te vervagen in het politieke debat, waarin defensie steeds meer wordt gezien als een economische kans in plaats van een ethisch vraagstuk.
Werknemers als speelstukken in een geopolitiek spel
De opmars van een Vlaams/Belgisch defensiebeleid roept ook vragen op over de positie van werknemers in dit verhaal. Terwijl economische groei als argument wordt aangevoerd, dreigen arbeiders en ingenieurs gereduceerd te worden tot speelstukken in een groter geopolitiek machtsspel.
De geschiedenis leert ons dat werknemers in de defensiesector vaak kwetsbaar zijn voor schommelingen in de markt en geopolitieke spanningen, en dan nog los van ethische dilemma’s.
In plaats van te focussen op werkzekerheid en duurzame industrieën, lijkt de keuze voor defensie eerder ingegeven door kortetermijnwinst. Werknemers lopen het risico terecht te komen in een sector die afhankelijk is van internationale conflicten en wapenwedlopen.
Denken we maar aan de bijna cynische redenering van Francken om de failliete autofabriek in Vorst om te toveren tot een wapenindustrie.
Is dit werkelijk het pad dat Vlaanderen wil bewandelen?
Een oproep tot de vredesbeweging
Wat ontbreekt in deze hele discussie is een grondig maatschappelijk debat. De roep om een Vlaams defensieverhaal lijkt steeds meer op een machtsstrijd die wordt gevoed door economische belangen en politieke ambities.
De geschiedenis toont aan dat een verhoogde bewapeningsdrang het risico op oorlog juist vergroot. De Duitse filosoof Immanuel Kant benadrukte al in zijn werk “Zum ewigen Frieden” dat bewapening, in plaats van vrede te verzekeren, vaak juist de kans op conflict doet toenemen. Het versterken van militaire capaciteiten creëert een klimaat waarin spanningen kunnen escaleren, niet afnemen.
Vredesbewegingen zouden hier luidkeels op moeten reageren. Het zwijgen over deze ontwikkelingen is gevaarlijk. In plaats van mee te gaan in de militaire logica, moeten we streven naar ontwapening en diplomatieke oplossingen. Het gevaar van deze evolutie is dat we steeds verder afglijden van de idealen van vrede en samenwerking.
De wereld wordt dan opnieuw gereduceerd tot verschillende machtsblokken, dit keer niet zozeer ideologisch, maar geheel volgens de neoliberale logica: economische blokken die zich militair bewapenen.
Een oproep tot reflectie
De huidige koers van politici zoals Francken, De Wever en Diependaele roept belangrijke vragen op over de richting die Vlaanderen en België inslaan. In plaats van de belangen van de wapenindustrie te dienen, zou de focus moeten liggen op het welzijn van de samenleving als geheel.
Economische groei mag nooit ten koste gaan van ethische waarden, het welzijn van burgers en de bescherming van werknemers.
Dat er geen andere weg is dan bewapenen, is een flagrante leugen. “The public are lied to every day. The question is, how much do they notice?” (“Het publiek wordt elke dag voorgelogen. De vraag is, hoeveel merken ze ervan?”, Noam Chomsky).
Laten we dergelijke stemmen zomaar begaan? Of kiezen we voor een duidelijk standpunt dat onze Belgische kwaliteiten als diplomaten verder in de verf zet? Hebben we vandaag, met de huidige generatie politici, die kwaliteiten niet meer in huis?
Het is hoog tijd dat we het debat over een Vlaams/Belgisch defensiebeleid aangaan. Laten we ons niet leiden door economische belangen en politieke ambities, maar door de waarden die we belangrijk vinden: vrede, sociale rechtvaardigheid en het welzijn van iedereen.
Bewapening en militarisering zijn niet de antwoorden op de onzekerheden van vandaag. Het versterken van vredesinitiatieven is dat wel.