De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Vijanden van Venezuela zijn van bedenkelijk allooi

Vijanden van Venezuela zijn van bedenkelijk allooi

zondag 23 februari 2025 10:12
Spread the love

De extreemrechtse Europese partijen[1]

Ik veronderstel dat er weinig mensen van wakker lagen, als ze het al wisten. Begin februari dit jaar ging in Madrid de eerste top van de extreemrechtse ‘Patriotten voor Europa’ door. Dat conclaaf werd georganiseerd door de Spaanse extreemrechtse patij Vox. De bedoeling is eenheid te tonen en de strategie van de groep uit te stippelen. De groep is nog geen jaar oud en wil haar agenda opleggen op het internationale toneel buiten het Europese continent, in de schaduw van de triomf van Donald Trump.

Wie er zoal aanwezig waren? 15 extreemrechtse partijen, die 13 landen vertegenwoordigen, met 86 leden in het Parlement van Straatsburg en 19 miljoen stemmen bij de laatste Europese verkiezingen. Onder hen waren onder andere Orban van Hongarije, Abascal van de Spaanse partij Vox, Jordan Bardella en Marine Le Pen van de Franse Rassemblement national, evenals de Italiaanse vicepremier Matteo Salvini en Geert Wilders, leider van de Nederlandse Partij voor de Vrijheid als meest prominente figuren in de groep. Ook aanwezig waren vertegenwoordigers van andere extreemrechtse partijen: de Actie van Ontevreden Burgers uit Tsjechië, Chega uit Portugal, Vlaams Belang uit België, de Volkspartij uit Denemarken, de Stem van de Rede uit Griekenland en Letland First. Met andere woorden het puik van extreemrechtse stromingen in Europa.

‘We moeten doen wat Trump ons heeft gezegd: vechten, vechten, vechten. We moeten een Europa heroveren dat van ons is. Een christelijk Europa,’ verklaarde André Ventura, leider van de extreemrechtse Chega-partij in Portugal.

Een wit konijn uit de mouw getoverd

En wie kwam daar in dat illuster gezelschap in al haar glorie op de proppen? Niemand minder dan de Venezolaanse María Corina Machado, die oppositie voert tegen de regering van president Nicolás Maduro.

Al tijdens een voorbereidende vergadering van de oprichting van die groep enkele jaren terug was María Corina Machaddo aanwezig en het was uitgerekend zij die de conventie begin februari dit jaar opende met een zeer expliciete videoboodschap: “We leven in tijden van duizelingwekkende veranderingen, de samenleving begrijpt de waarde van vrijheid en gezond verstand. Zowel in Europa als in Venezuela hebben we dezelfde waarden en doelstellingen, we vechten tegen dictatuur.”

Nu zou men kunnen denken dat de meerderheid van de Europese bevolking en politieke leiders nog altijd niet alleen wars, maar ronduit bang zijn van extreem rechts. En toch schaarde de Europese Unie zich voluit achter Edmundo González Urrutia en María Corina Machado die de overwinning van de verkiezingen in juli vorig jaar claimden. Beiden ontvingen  de Sacharovprijs voor Vrijheid van Meningsuiting van het Europees Parlement.

Is de afkeer van de Unie tegen de socialistische president Nicolás Maduro zó onoverwinnelijk dat ze zichzelf aan de kant van extreemrechts zet?

Colombiaanse fascisten tegen regering van Nicolás Maduro[2]

Neem nu Álvaro Uribe Vélez, tot vandaag een machtig man in Colombia. Tweemaal werd hij verkozen tot president (2002 – 2006 en 2006 – 2010), hij was gouverneur, senator en leider van de politieke beweging Centro Democrático.

Hij richtte ‘zelfverdedigingsgroepen’ op tijdens zijn ambtstermijn als gouverneur van Antioquia ten tijde van de bloedbaden van La Granja en El Aro. Volgens de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten verloren meer dan 17 weerloze boeren het leven bij dit bloedbad en werden vele anderen van hun bezittingen beroofd en van hun grondgebied verdreven.

Maar wat betekenden die zogezegde ‘zelfverdedigingsgroepen’ opgericht door Alavaro Uribe in feite? Het Ongekend dossier ‘Chiquita Brands, Uribe en de paramilitairen’ van Nicolás Sánchez Arévalo, uit de regio Urabá in Antioquia schrijft onder meer het volgende:[3]

“Mannen in burgerkleding, met lange geweren en radio’s hielden de Willys Jeep tegen waarin Luis Durango en zijn neef zaten. Ze dwongen alle inzittenden uit te stappen en identificeerden zich als leden van de Convivir, ‘veiligheidscoöperaties’ die waren opgezet door de toenmalige gouverneur van Antioquia, Álvaro Uribe Vélez, om zogenaamd veiligheid te bieden en bedrijfsleiders te beschermen tegen de guerrilla. Het waren legale, door de staat gesanctioneerde organisaties. Maar daar, op die zanderige landweg in Turbo waar ze een wegversperring hadden opgezet, was het bekend dat ze eigenlijk samenwerkten met paramilitaire bendes. Het was moeilijk om de een van de ander te onderscheiden, ze waren bijna een en dezelfde. Luis en zijn neef waren boeren. Ze kwamen net van boodschappen doen in het dorp en waren op weg naar huis, naar Puerto César. Convivir beval alleen hen tweeën te blijven; de chauffeur en de rest van de mensen in de Willys vervolgden hun weg. Het risico om midden op de weg uit een auto gegooid te worden stond gelijk aan dood in een greppel gevonden te worden.”

Bij de operatie en misdaden van de zogezegde veiligheidscoöperatie Convivir was geld van machtige nationale en internationale zakenlieden gemoeid. En dat soort van ‘coöperaties’ maakte op zijn beurt miljarden peso’s over aan de ‘Verenigde Zelfverdedigingsmacht van Colombia’ (AUC) die cruciaal was voor het gewapend conflict dat het land teisterde. Het geld was afkomstig van de bananenmaatschappijen. Vandaag komen gerechtelijke uitspraken in verband met de medeplichtigheid van de bedrijven met de misdaden van de ‘veiligheidscoöperaties’ (gelinkt aan paramilitaire bendes) in Colombia maar moeizaam van de grond. In het Amerikaanse rechtssysteem daarentegen werd meer vooruitgang geboekt. In 2024 werd het multinationale bananenbedrijf Chiquita Brands in de Verenigde Staten veroordeeld voor zijn bijdragen aan het paramilitarisme in Urabá.

Maar dat is slechts een deel van het verhaal. In Colombia loopt een proces tegen tien voormalige directeuren van het bedrijf en de Colombiaanse bananenmaatschappij Banacol. Naast hen werden in maart 2024 nog veertien bedrijfsleiders van bananenplantages beschuldigd van het financieren van paramilitaire groeperingen.

 Folterkrochten[4]

Maar er is meer. De Venezolaanse zender Radio del Sur publiceerde op 29 oktober 2016 een huiveringwekkend bericht. Het landgoed, La Carolina, de fokkerij van stieren gelegen in het departement Antioquia, eigendom Álvaro Uribe Vélez, werd gebruikt als vernietigingskamp door de paramilitaire groep, genaamd  ‘De Twaalf Apostelen.’ (sic). Dit bericht werd onthuld in een 206 pagina’s tellende aanklacht van het Colombiaanse Openbaar Ministerie tegen Santiago Uribe, de broer van Álvaro, die een van de organisatoren was van de paramilitaire bende die wordt beschuldigd van ongeveer 533 moorden.

Valse positieven

Ook dit nog. Tijdens het mandaat van Alvaro Uribe werden onschuldige jonge mannen uit hun huizen gesleurd en weggevoerd naar verlaten terreinen. Daar werden ze afgemaakt en achtergelaten. Naderhand maakten legerofficieren zich sterk dat ze weer een aantal guerrillastrijders onschadelijk gemaakt hadden en kregen daarvoor promotie en geldelijke compensaties. Die moorden op burgers door het leger werden al in 2003 opgemerkt door de Verenigde Naties en mensenrechtenorganisaties, maar pas in 2008 erkende president Álvaro Uribe Vélez eindelijk een deel van het probleem.

Maar sinds in maart vorig jaar werk gemaakt wordt om die misdaden gerechtelijk aan te pakken houdt Uribe staande dat daarvan geen sprake was tijdens zijn mandaat. ‘Ik vind het vreemd dat er wordt gesproken over valse positieven, maar niet over valse beschuldigingen,’ sneerde hij.

Als men bekijkt wat voor soort misdadig bewind destijds in Colombia gevoerd werd (dat toch met het stempel van democratie weg kon) en hoe Alvaro Uribe zich nu rabiaat opstelt tegen een bestuur in Venezuela dat helemaal de andere kant opgaat, dan is het voor mij klaar en vind ik dat men eens mag ophouden met zeuren over een gebrek aan democratie in Venezuela.

Uribe is nog niet uitgespeeld in vijandigheid

Cucutá en de grensstreek tussen Colombia en Venezuela zijn altijd al oorden van guerrilla, paramilitairen, migranten heen en weer en buitenechtelijke executies op verdedigers van de mensenrechten geweest. Daar was het onlangs ook om doen voor Alvaro Uribe. Hij hoopte een massa Colombianen die oppositie voeren tegen hun huidige progressieve president Gustavo Petro en Venezolanen die oppositie voeren tegen het beleid van Nicolás Maduro bijeen te brengen om te keer te gaan tegen president Maduro. Dit gebeurde op hetzelfde moment (10 januari) dat in Caracas het internationale antifascistische wereldfestival ‘Voor een nieuwe wereld’ plaats vond. Daarin werd gedebatteerd over collectieve acties tegen het opdringen van het neoliberaal beleid dat indruist tegen de soevereiniteit van de volkeren. Tijdens haar toespraak verklaarde Delcy Rodríguez, uitvoerend vicepresident van Venezuela dat ‘het Venezolaanse volk geschiedenis blijft schrijven tegen het fascisme, tegen het kolonialisme en tegen het imperialisme.’ Ze riep de aanwezigen op tijdens haar interventie: ‘Het komt erop aan netten te weven die nodig zijn in deze tijden, waarin het fascisme de mensheid en onze planeet probeert over te nemen. Dit is het uur dat de mensheid opgeroepen wordt tot een verenigde strijd tegen het fascisme.’ Het forum werd bijgewoond door meer dan 2.000 afgevaardigden uit 125 landen, die de beëdiging van Nicolás Maduro als grondwettelijke president van Venezuela bijwoonden.

In Cucutá riep Uribe op tot een internationale militaire interventie in Venezuela. Donald  Trump zal het maar al te graag gehoord hebben. Volgens de nieuwe Amerikaanse president is de olie in Venezuela eigendom van de Verenigde Staten en Trump wil ze gaan halen, dreigend met een militaire interventie. Het feit dat oorlogszuchtige en antidemocratische individuen zoals Donald Trump tegen het beleid van Nicolás Maduro zijn, zegt wel iets over de tegenovergestelde kwaliteiten van het Venezolaanse beleid.

Democratie die democratie vernietigt

We kunnen ons tot slot de vraag stellen of de democratie zo ver moet gaan om de democratie naar de verdommenis te helpen en in de plaats ervan een dictator op te voeren. Zijn de Verenigde Staten zo trouw en eerlijk in het navolgen van hun democratische waarden dat ze bereid bleken te zijn een dictator in de gedaante van Donald Trump aan de macht te brengen? Of zijn de VS eerder trouw aan hun parlementair democratisch systeem dat historisch gepaard gaat met hun hegemonie over de wereld? Want Uiteindelijk zijn het dezelfde machtigen voor, tijdens en na Donald Trump, ongeacht alle democratische ingrepen ten spijt, die de touwtjes strak in de handen hebben en houden.

Moest Venezuela dan maar hetzelfde lot beschoren worden met het extreemrechtse tweetal Maria Corina Machado en Edmundo González Urrutia aan het stuur?

En wat, in dat geval, met een brede laag van de bevolking, zowel in de VS als in Venezuela? Die moet dan maar op de blaren zitten?

[1] Venezuela. María Corina Machado, una antipatria aliada de los “Patriotas” – Resumen Latinoamericano

[2] Uribe y los paramilitares: ‘dossier’ inédito de Chiquita Brands

[3] Uribe y los paramilitares: ‘dossier’ inédito de Chiquita Brands

[4] Exintegrantes de “Los 12 Apóstoles” vinculan hacienda de Santiago Uribe

 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!