Vorige week zaterdag was het mijn verjaardag. Weeral een jaar ouder…de tijd gaat zo snel voorbij. Ik kijk soms naar jonge mensen die helemaal niet aan ouder worden denken (deed ik ook niet) en vraag me af hoe ze terug zullen kijken eens ze mijn leeftijd zijn.
Een kind als individu:
Het is ook zoals vele mensen ervaren dat ik me eigenlijk helemaal niet ouder voel; het is net het lichaam dat ouder wordt. Op school, vooral in de kleuter en lagere school, wordt de verjaardag van elk kind gevierd. Het is belangrijk om ieder kind als individu te erkennen en zijn/haar geboorte te herdenken. Toen ik nog kleuterjuf was vond ik deze gelegenheden heel bijzonder. Ieder kind maakte een tekening voor de jarige, de tafel werd speciaal gedekt, er was een kroon en een mantel voor de jarige, tijdens de kring tijd werd een speciaal geboorteverhaal verteld waarvoor de ouders waren uitgenodigd, er was een taart met kaarsjes en de morgen werd afgesloten met een verhaal en een ritueel waarop het jarige kind kleine geschenkjes uit de natuur van elke kleuter ontving. Ieder element op zich had zijn waarde voor de jarige maar ook voor de andere kinderen.
Mijn verjaardag:
Zelf kan ik me niet herinneren dat ik ooit als kind een verjaardag vierde. Het viel altijd tijdens de examen periode. Ik was al in mijn late dertiger jaren toen ik voor het eerst echt mijn verjaardag vierde met mensen die mij speciaal aandacht gaven. Het was ook een teken van mijn gebrek aan zelfwaardering want ik kon er niet goed tegen om aandacht te krijgen. Nu nog is het geen groot evenement. Mary en haar vriendjes vonden het heel leuk om koekjes te bakken en te versieren en we hadden een taart. De dag voordien gauw wat vrienden uitgenodigd om op de koffie (op de thee) te komen. Het was leuk, vooral voor de kinderen. Ik verwacht ook nooit geschenken want de aanwezigheid van vrienden is een geschenk op zich. Maar natuurlijk brengt iedereen wel iets mee en dit wordt dan heel erg gewaardeerd.
Herdenking protestmars Soweto:
Op 16 juni, een nationale vakantiedag, wordt herdacht hoe Hector Pieterson, een 13-jarige student, werd doodgeschoten door de politie tijdens een protestmars in Soweto in 1976. Op de foto, die de wereld rond ging, is te zien hoe de stervende jongen wordt weggedragen. De jonge studenten protesteerden tegen het gebruik van Afrikaans als enige taal van onderwijs in het middelbaar onderwijs. Over een periode van 16 maanden werden 575 jongeren gedood tijdens protestdemonstraties.
Nu, 17 jaar na het einde van Apartheid, wordt deze gebeurtenis herdacht als een belangrijke bijdrage tot de strijd tegen apartheid die uiteindelijk pas in 1994 officieel ten einde kwam met de eerste democratische verkiezingen. De dag wordt herdacht met een verscheidenheid aan activiteiten maar wordt vooral door de ANC-jeugdliga gebruikt als een politiek wapen. Hedendaagse jongeren in Zuid-Afrika hebben geen directe ervaring meer van apartheid en 16 juni is niet meer dan een vrije dag.
Er is ook een tendens om tijdens deze dag de aandacht te richten op de uitdagingen die jongeren NU ervaren en die hen nog altijd in de weg staan om een volwaardig leven uit te bouwen. Gezien werkloosheid een enorm probleem is voor jongeren (de meerderheid van jongeren tussen 18 en 24 zijn werkloos en gaat niet naar school) zijn de twee grootste uitdagingen kwaliteitsONDERWIJS en VAARDIGHEDENTRAINING. Onlangs werd aangekondigd dat de overheid een bedrag van bijna 2 biljoen rand zal besteden aan het ondersteunen van bestaande en het opzetten van nieuwe vaardigheidstrainingen.
Jongeren en politieproject:
In ons eigen dorp McGregor werd deze maand vanuit de politie het initiatief genomen om met verschillende organisaties, bedrijven, kerken en scholen samen te komen om het huidige probleem van de kinderen en jongeren in ons dorp realistisch te bekijken. Ik was niet aanwezig op de eerste vergadering maar ging op 8 juni naar de tweede vergadering. Tijdens de eerste vergadering werd aan alle aanwezigen getoond dat volgens de meeste recente politiestatistieken misdrijven in ons dorp door KINDEREN worden gepleegd en niet meer zoveel door ouderen of jongeren. En dat verontrustte onze politie zoveel dat ze de vergadering bijeenriepen om te vragen wat we kunnen om dit te voorkomen en waar kunnen deze kinderen terecht eens ze terugkomen van het tehuis waar ze hun straf uitzaten. In ons dorp worden een aantal programma’s aangeboden maar wat we merken is dat de kinderen en jongeren voor wie deze programma’s bedoeld zijn niet deelnemen. Gezien ze beschouwd worden als ‘children at risk’ hebben ze geen volwassenen rond hen die zeker maken dat ze aanwezig zijn.
Op de vergadering werd besloten om tijdens jeugddag op 16 juni een programma voor de kinderen aan te bieden die hen kan tonen wat er beschikbaar is – sport, dans, muziek, vaardigheden, kunst en om soep met brood aan te bieden. Zelf bood ik aan om tekenen, schilderen en gezelschapspelen beschikbaar te maken.
Nadat het op de nacht van woensdag op donderdag heel wat geregend had was ik was bezorgd over onze jeugddag. Gelukkig had de plaatselijke staatschool ingestemd dat we een aantal klaslokalen konden gebruiken voor het programma. De staatschool heeft les aan ongeveer 300 dorpskinderen en heeft de beschikking over een complex aan gebouwen. Ik kreeg de beschikking over een klaslokaal samen met Jill, die een loopbaan visualisatie had voorbereid en de jongeren wou laten werken met klei aan het bouwen van een miniatuurhuis. Jill heeft immers haar eigen huis met klei gebouwd en gebruikt alleen alternatieve energiebronnen.
We vonden het klaslokaal niet schoongemaakt, met bijna kale muren en vol met gebroken lessenaars. Maar zodra alles was gereorganiseerd stroomden de kinderen toe en voor twee uur was er een intense bedrijvigheid van kinderen die niet stopten met tekenen, schilderen, knippen en spelen. Het staatsonderwijs biedt geen kunstzinnige activiteiten aan en ik kon zien hoe deze kinderen missen om zich kunstzinnig en vrij uit te drukken. De meeste van de tekeningen en schilderwerkjes waren ‘dun’ – enkel lijntekeningen met maar één kleur. De kinderen moesten aangemaand worden om het op te vullen met kleur. Maar ik merkte natuurlijk ook diegenen die wel volledig opgingen in de activiteit en alles rond zich vergaten. Een aantal kinderen hielpen om het klaslokaal op te ruimen en alles weer terug op zijn plaats te zetten.
Een jongen vroeg wanneer ik terugkwam. Een geslaagd begin tot iets dat hopelijk verder kan worden uitgebouwd. Want het is een enorme uitdaging voor de mensen in dit dorp om iets door te zetten vooral als er moet samen gewerkt worden met mensen uit verschillende culturen. Maar ik heb er deze keer vertrouwen in dat Boetie Willemse (boetie – Afrikaans voor broer), de politieman verantwoordelijk voor het sociaal aspect, coördinator van dit intitiatief en ex-leerkracht aan de Waldorfschool, er zal in slagen om de verscheidenheid in ons dorp samen te brengen ten voordele van een meer evenwichtige ontwikkeling en bescherming van onze kinderen.