De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Van Leopold tot lithium: hoe bedrijven de kunst van het plunderen van Afrika perfectioneerden

Van Leopold tot lithium: hoe bedrijven de kunst van het plunderen van Afrika perfectioneerden

donderdag 30 januari 2025 23:06
Spread the love

De oorzaken van het conflict in de DR Congo hebben diepe wortels die teruggaan tot in de koloniale tijd.

Door Moussa Ibrahim, uitvoerend secretaris van de African Legacy Foundation, Johannesburg.

Het is meer dan zes decennia geleden dat de Democratische Republiek Congo (DRC) de onafhankelijkheid uitriep, maar de oostelijke provincies blijven gevangen in een vicieuze cirkel van geweld, plundering van grondstoffen en geopolitieke intriges. Recente ontwikkelingen, zoals de heropleving van de rebellengroep M23 en de toenemende spanningen met Rwanda, schetsen een grimmig beeld van een conflict dat diepgeworteld is in een koloniale erfenis van uitbuiting en controle. Als je goed luistert, kun je nog steeds de echo’s horen van de rubberen zweepjes en de mijnbouwboren van koning Leopold II in de kobaltmijnen van vandaag.

Het huidige conflict in de DRC is niet alleen een symptoom van een bestuurscrisis of etnische spanningen, maar een directe voortzetting van een koloniaal project dat geëvolueerd is tot een project voor de 21e eeuw – dit keer aangedreven door smartphones, elektrische auto’s en multinationale hebzucht.

Recente ontwikkelingen: De wederopstanding van de M23

Na een periode van inactiviteit na hun opstand in 2012-2013 (tengevolge van hun militaire nederlaag en de daaropvolgende vredesovereenkomst van Nairobi van 2013), is de 23-Maart militie (M23) teruggekeerd en zint zij op wraak. Zij heeft strategische gebieden van de provincie Noord-Kivu ingenomen en burgerslevens verwoest. De regering van de DRC beschuldigt Rwanda ervan M23 te steunen – een bewering die wordt ondersteund door een rapport van de Verenigde Naties, waarin de logistieke en financiële steun aan de groep wordt beschreven. Rwanda ontkent deze beschuldigingen uiteraard, waardoor we worden geconfronteerd met een geopolitieke welles-nietesspel terwijl ondertussen meer dan 1,5 miljoen mensen ontheemd zijn in Oost-Congo.

De heropleving van M23 valt samen met een gestegen wereldwijde vraag naar de minerale rijkdommen van de DRC, met name kobalt en coltan, die essentieel zijn voor oplaadbare batterijen en andere hightech gadgets. Terwijl de wereld racet naar een “groene toekomst”, betaalt de DRC daar de prijs voor, zowel in bloed als in soevereiniteit.

Koloniale grenzen: Afrika’s bron van alle kwaad

Om de oorsprong van Congo’s eindeloze conflict volledig te begrijpen, moeten we teruggaan naar 1884, toen Europese machten in Berlijn bijeenkwamen om Afrika op te delen als ware het een verjaardagstaart – zonder ook maar één afrikaan aan tafel. Kunstmatige grenzen gooiden verschillende etnische en religieuze groepen op een hoopje, terwijl ze natuurlijke gemeenschappen en hulpbronnen verdeelden. Voor de DRC, een land met meer dan 200 etnische groepen, was het uiteindelijke resultaat een fragiele staatsstructuur zonder veel natuurlijke cohesie.

Na de onafhankelijkheid werden deze koloniale grenzen de aanleiding voor een nieuwe strijd: identiteitspolitiek. Leiders manipuleerden etnische identiteit om gemeenschappen te verdelen, wat conflicten over land, hulpbronnen en macht aanwakkerde. Wat nog erger is: multinationals hebben deze verdeeldheid uitgebuit om hun controle over natuurlijke hulpbronnen veilig te stellen. Achter het oppervlakkige laagje van etnische spanningen gaat vaak een diepere agenda schuil: de strijd om de minerale rijkdommen van Congo. Deze tactiek zorgt ervoor dat gemeenschappen elkaar blijven bestrijden terwijl de belangen van bedrijven onaangetast blijven.

De oplossing ligt in het verwerpen van verdeeldheidzaaiende identiteitspolitiek en het omarmen van een pan-afrikaanse identiteit – een identiteit die tribale affiliaties overstijgt en afrikanen verenigt in de gedeelde strijd voor soevereiniteit, waardigheid en rechtvaardigheid. Zoals de panafrikanist Amilcar Cabral ooit zei: “Verberg niets voor de massa’s van ons volk. Vertel geen leugens. Ontmasker leugens wanneer ze worden verteld.”

Koloniale exploitatie opnieuw uitgevonden

Om te begrijpen waarom de DRC een brandpunt van conflicten blijft, moeten we teruggaan naar zijn koloniale wortels. Toen de Belgische koning Leopold II Congo eind 19e eeuw tot zijn persoonlijk bezit verklaarde, ontketende hij een van de meest brute uitbuitingsprogramma’s uit de geschiedenis. Onder het mom van het ‘beschaven’ van Afrika plunderde het regime van Leopold het rubber en ivoor van Congo, maakte miljoenen mensen tot slaaf en vermoordde naar schatting 10 miljoen mensen.

Spoelen we vooruit naar de 21e eeuw, dan is er niet veel veranderd – behalve dat de plunderaars nu maatpakken dragen en multinationale ondernemingen vertegenwoordigen in plaats van Europese monarchen.

De DRC beschikt over een geschatte waarde van 24 biljoen USD aan onontgonnen mineralen, waaronder 60% van de wereldwijde kobaltvoorraad. Deze grondstoffen zijn onmisbaar voor bedrijven als Apple, Tesla en Samsung. Maar in plaats van Congolese gemeenschappen ten goede te komen, wakkeren deze rijkdommen het geweld aan. Gewapende groepen, waaronder M23, vechten om de controle over mijnbouwregio’s, terwijl multinationals deze chaos stilzwijgend laten gedijen door hun toeleveringsketens niet effectief te traceren.

Volgens een rapport uit 2021 van Amnesty International zijn kinderarbeid en gevaarlijke werkomstandigheden wijdverbreid in de ambachtelijke mijnbouwsector van Congo. Een Congolese mijnwerker zei naar verluidt: “De rijke wereld wil zijn elektrische auto’s en smartphones, maar wij sterven terwijl we graven naar de materialen om ze te maken.”

Khadafi’s pan-afrikaanse visie: een gemiste kans

Weinig leiders in de afrikaanse geschiedenis hebben de visionaire ambitie van Muammar Khadafi getoond. De Libische leider wijdde een groot deel van zijn leven aan het aanpakken van de grondoorzaken van de conflicten in Afrika door middel van panafrikanisme en de oprichting van sterke, onafhankelijke afrikaanse instellingen. Ik had de eer om onder zijn directe leiding te werken en getuige te zijn van zijn onvermoeibare inspanningen om het continent te verenigen.

Khadafi was een voorvechter van de oprichting van de Afrikaanse Unie (AU) in 1999, stelde een Verenigd Afrikaans Leger voor om de soevereiniteit van het continent te beschermen en pleitte voor een afrikaanse organisatie voor natuurlijke hulpbronnen om de controle over de rijkdom van Afrika te onttrekken aan exploitatie door multinationals. Hij was ook de drijvende kracht achter plannen voor een Afrikaans Satelliet- en Communicatiesysteem om een ​​einde te maken aan de afhankelijkheid van westerse telecommunicatie en promootte de oprichting van een afrikaanse gouden munteenheid, geruggesteund door de immense goudreserves van Afrika, om het continent te bevrijden van de dominantie van buitenlandse valuta zoals de Amerikaanse Dollar en de Euro.

Kadhafi heeft deze transformatieve ideeën al in 1999 rechtstreeks aan de Congolese regering overgebracht en het AU-platform gebruikt om aan te dringen op praktische stappen voor de uitvoering ervan. Als de DRC zijn visie had omarmd, hadden de minerale rijkdommen collectief kunnen worden beheerd door middel van door Afrika gecontroleerde structuren. Buitenlandse inmenging zou worden beperkt en de eenheid tussen Afrikaanse naties zou worden bevorderd om te bemiddelen bij interne conflicten. Door de middelen te bundelen, een gemeenschappelijk defensiesysteem op te zetten en prioriteit te geven aan economische onafhankelijkheid, bood de blauwdruk van Khadafi een duidelijke weg naar stabiliteit in Congo – een weg die ervoor zou hebben gezorgd dat de afrikaanse rijkdommen de afrikaanse welvaart ten goede zouden komen en tegelijk de systemische ongelijkheden die geweld aanwakkeren, zou hebben aangepakt.

De neokoloniale rol van multinationale ondernemingen

Multinationale ondernemingen zijn de hedendaagse Leopold II, zij het dat zij over betere PR-teams beschikken. Ondanks talloze beloften voor ethische inkoop, blijven veel techgiganten profiteren van de ellende in Congo. Een onderzoek uit 2022 door The Washington Post onthulde dat bedrijven als Apple en Microsoft nog steeds kobalt betrekken van leveranciers die banden hebben met gewapende groepen.

Niet alleen de tech-industrie heeft boter op het hoofd. Ook het goud, tin en wolfraam van de DRC – ook wel ‘conflictmineralen’ genoemd – komen terecht in toeleveringsketens over de hele wereld, wat het conflict verder aanwakkert. Volgens een rapport uit 2017 van Global Witness publiceerde minder dan de helft van de bedrijven die mineralen uit Oost-DRC, Rwanda en Oeganda exporteerden in 2015 due diligence-rapporten. Het rapport benadrukte dat naar schatting 94% van het goud van Congo in 2014 illegaal het land verliet.

Zo is er ook een artikel in de Wall Street Journal (2023) getiteld ‘How This Conflict Mineral Gets Smuggled Into Everyday Tech’ dat bespreekt hoe coltan, gedolven in de DRC, Rwanda binnengesmokkeld wordt en als ‘conflictvrij’ verkocht wordt aan wereldwijde smelterijen, wat aanzienlijke inkomsten oplevert voor gewapende groepen als M23.

En laten we de Wereldbank en het IMF niet vergeten, die met structurele aanpassingsprogramma’s in de jaren negentig de DRC dwongen om zijn mijnbouwsector te privatiseren, waardoor de sluizen openzwaaiden voor buitenlandse bedrijven om de grondstoffen van het land te exploiteren met uiterst beperkt toezicht.

De menselijke kost: een land dat bloedt

De menselijke tol van de etnische conflicten, de Eerste Congolese Oorlog (1996-1997), de Tweede Congolese Oorlog (1998-2003) en het aanhoudende geweld (2003-heden), in de DRC is verbijsterend. Meer dan 6 miljoen mensen zijn sinds eind jaren negentig in het land omgekomen, wat het het meest dodelijke aanhoudende conflict sinds de Tweede Wereldoorlog maakt. De Hoge Commissaris voor Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) schat dat er momenteel 5,8 miljoen mensen ontheemd zijn in het land.

Oost-Congo is ook een humanitair rampgebied. In Noord-Kivu werken duizenden kinderen in ambachtelijke mijnen en wordt seksueel geweld gebruikt als oorlogswapen. Uit een onderzoek van het International Rescue Committee uit 2022 bleek dat één op de drie vrouwen in de regio seksueel geweld heeft meegemaakt – een statistiek die de wereldgemeenschap tot actie zou moeten aanzetten, maar in plaats daarvan slechts lauwe reacties oproept.

De weg vooruit: pan-afrikaanse oplossingen voor een wereldwijd probleem

De benarde situatie van de DRC onderstreept de dringende behoefte aan pan-afrikaanse solidariteit en oplossingen. De Afrikaanse Unie (AU) moet een assertievere rol spelen bij het bemiddelen in conflicten en regionale actoren zoals Rwanda ter verantwoording roepen. Dit zou kunnen betekenen dat er een robuustere afrikaanse vredesmacht moet worden ingezet of dat er een continentaal kader voor grondstoffenbeheer moet worden opgezet dat transparantie en een eerlijke verdeling van rijkdom garandeert.

Tot slot moet het Globale Zuiden zich verenigen om de uitbuitingspraktijken van multinationale ondernemingen tegen te gaan. Zoals Kwame Nkrumah, de vader van de afrikaanse onafhankelijkheid, ooit zei: “De bevrijding van Afrika kan niet compleet zijn zonder economische onafhankelijkheid.”

Een slimmere, meer ethische toekomst?

Het conflict in de DRC is een ontnuchterende herinnering dat de technologische vooruitgang van de wereld vaak ten koste gaat van de meest kwetsbaren. Laten we, terwijl we onze iPhones opladen en in onze Tesla’s rondzoeven, de congolese mijnwerkers niet vergeten die hun leven riskeren voor ons gemak.

Misschien zal het verhaal van de DRC op een dag niet langer een verhaal van uitbuiting zijn, maar van emancipatie. Tot die tijd moeten we ongemakkelijke vragen blijven stellen en de machthebbers blijven ter verantwoording roepen. Zoals de overleden afrikaanse geleerde Ali Mazrui zei: “Afrika produceert wat het niet consumeert en consumeert wat het niet produceert. Dat is de kern van het probleem.”

Het is tijd om dat script te herschrijven.

Moussa Ibrahim was in 2011 woordvoerder van de Libische regering en minister van Media van Libië. Hij werkt als uitvoerend secretaris van de African Legacy Foundation in Johannesburg, Zuid-Afrika.

Vertaald van: From Leopold to lithium: How corporations perfected the art of plundering Africa, [GECENSUREErt].com, 29 januari 2025

Content van [GECENSUREErt].com mag vrij gedeeld worden op sociale media.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!