Zeker in Vlaanderen is een open, diepgaand tegensprekelijk debat over de zinvolheid van vaccinatie doorgaans ver te zoeken. Als er al eens een woord van twijfel in de media verschijnt, wordt dat al snel tegengesproken door een of andere ‘expert’, en daarmee lijkt de kous af. Dit kan de indruk wekken -en sommige ‘experts’ beweren dat ook met zoveel woorden- dat er onder deskundigen eigenlijk geen wezenlijke twijfel bestaat over noodzaak, veiligheid en efficiëntie van vaccins.
Wie de wetenschappelijke wereld een beetje volgt, weet dat de werkelijkheid er anders uitziet. Er is een hevige en fundamentele discussie bezig over vaccinatie, die alleen maar in heftigheid toeneemt.
In september 2011 verscheen het verslag van een nieuw, grootschalig vergelijkend onderzoek (Hum Exp Toxicol, september 2011) naar vaccinatie in 34 welvarende landen. Vrij uit het Engels vertaald stellen de auteurs dat “zodra een bepaald welvaartsniveau is bereikt -goede basishygiëne, voldoende voedsel- er een tegen-intuïtief verband ontstaat: hoe meer kindervaccins, hoe meer kindersterfte”. Voor de statistici: het gaat om een “high statistically significant correlation, with r = 0.992 (p = 0.0009)”. De babysterfte bedraagt 3,36/1000 in landen met 12-14 inentingen vóór de leeftijd van 1 jaar, 3,89 bij 15-17 inentingen, 4,28 bij 18-20 inentingen, 4,97 bij 21-23 inentingen en 5,19 bij 24-26 inentingen. De auteurs uiten het vermoeden dat veel gevallen van kindersterfte in feite door vaccinatie veroorzaakt worden, maar niet als zodanig (h)erkend worden en in de statistieken verborgen zitten onder andere noemers, zoals wiegendood.
Waarom verscheen dit niet in de gangbare media, en heb ik het via de ‘alternatieve’ kanalen moeten vernemen? Het had volgens mij voorpaginanieuws moeten zijn.
En dat is de reden van deze bijdrage: media, burgers en artsen bewust maken van het bestaan en de ernst van deze feiten en deze discussie. Vooral wil ik die media met aandrang oproepen, hier veel en veel meer ruimte voor te maken. Want nu blijft dit debat veelal in wetenschappelijke cenakels hangen (zoals het aangehaalde tijdschrift), terwijl het maatschappelijk belang ervan me reusachtig en vanzelfsprekend lijkt.
Nog even over mijn achtergrond aangaande dit thema: mijn interesse hiervoor werd gewekt tijdens de Mexicaanse griep-”epidemie” in 2009. Mij viel toen de kloof op tussen de heftige discussie in wetenschappelijke kringen en op open internetfora, en de bijna volledige radiostilte in de gangbare media. De enige verklaring die ik hiervoor vind, is de enorme invloed van de farma-industrie op overheden, publieke opinie, media en zelfs informatieverstrekking aan artsen. Want ook de meeste artsen lijkt deze discussie grotendeels te ontgaan. Hoe dan ook, sinds 2009 las ik honderden pagina’s wetenschappelijke literatuur, hoorde ik tientallen artsen en wetenschappers hun vaccin-kritische visie uitgebreid toelichten en kon ik enkelen onder hen persoonlijk spreken.
Hier nog enkele andere feiten om verder te verduidelijken waarom dit thema volgens mij zo belangrijk is en meer media-aandacht verdient (een kleine selectie uit de bestaande informatie):
1 Studies tonen aan dat het risico op wiegendood 7 tot 8 keer groter is in de drie dagen volgend op een DKT-vaccinatie.
2 Een aantal courante ‘kindervaccins’ worden tegenwoordig gemaakt in weefsel van menselijke (geaborteerde) foetussen, zodat er menselijk DNA in zit. Dat DNA beïnvloedt het DNA van het ingeënte kind: dat heet ‘transcessie’. Dit is met name het geval voor het polio-, het BMR- en het waterpokken-vaccin. Deze transcessie wordt ervan verdacht mee aan de basis te liggen van de aanzienlijke stijging van het aantal gevallen van chronische ziekten en met name “de vier A’s”: autisme, ADHD, astma, allergie.
3 Het verband tussen toegenomen vaccinatie en de explosieve stijging van de autisme-incidentie valt in ieder geval moeilijk te ontkennen, volgens heel wat wetenschappers. Zo steeg het aantal autismegevallen in Engeland na de invoering van het MBR-vaccin in 1988, van minder dan 1/2000 tot 1/800; verder tot 1/500 in 1990-1991 na de invoering van de vervroegde DKT-vaccinatie; tot 1/345 in 1993 na de invoering van het Hib-vaccin; en tot 1/64 nu, na de verdere uitbreiding van het vaccinatieprogramma.
4 Ander onderzoek toont aan dat ook de metalen (aluminium, kwik) die in bepaalde vaccins zitten, waarschijnlijk schade berokkenen. Kinderen die deze vaccins krijgen, zijn immers veel vaker onrustig (huilbaby’s) of krijgen ontwikkelingsstoornissen, dan een controlegroep die vaccins met minder van deze metalen kreeg toegediend.
5 Het AFSSAPS, het Franse overheidsorgaan dat gaat over de veiligheid van voedsel & geneesmiddelen, spreekt in verband met vaccinatieschade van een ‘ijsberg’ en stelt dat er sprake is van een “systematische onderrapportering van bijwerkingen”.
6 Volgens heel wat wetenschappers zijn de bekende infectieziekten niet teruggedrongen door vaccinatie, maar door een betere hygiëne: ze waren immers al goeddeels verdwenen voor het vaccineren begon. Bovendien zijn er gevallen van heropflakkering van deze ziektes, bijvoorbeeld na aardbevingen, bij bevolkingsgroepen die voor nagenoeg 100 % ingeënt waren!
7 De algemene gezondheidstoestand van niet-ingeënte kinderen blijkt een pak beter dan die van ingeënte, blijkt uit recent onderzoek van Vaccine Injury (2011), dat 8.000 ongevaccineerde kinderen vergeleek met 17.641 gevaccineerde (en uit drie eerdere studies). De studies zijn nog te zeldzaam voor definitieve conclusies, maar de eerste resultaten wijzen allemaal in dezelfde richting: een hele resem acute en chronische aandoeningen komt bij ongevaccineerde kinderen veel minder voor dan bij gevaccineerde: 2 tot 8 x minder allergieën, 5 tot 8 x minder astma, 10x minder hyperactiviteit, 3x minder chronische oorontsteking, 15x minder auto-immuunziekten enzovoort.
Tot slot: ik vraag niemand om mij blindelings te geloven. Ik vraag wel aan elke arts en journalist die dit leest: voor u nog één artikel over vaccins schrijft, of er één enkel toedient, check bovenstaande informatie, check onafhankelijke bronnen, telkens opnieuw. Mijn bronnenmateriaal stel ik u op vraag graag ter beschikking.
Marleen Entinge