De Vlaamse hoogleraren Tom Sauer en Steven Van Hecke voeren een verbeten woordenstrijd over de oorlog in Oekraïne, maar verliezen zich in details en blijven blind voor de existentiële aard van het conflict. Rusland vecht voor haar overleving. De titanenstrijd zal de nieuwe wereldorde bepalen.
Voor menig opiniemaker is de oorlog in Oekraïne een thema geworden om zich te profileren. Denk aan VRT-journalisten als Jan Balliauw en Björn Soenens, academici als Sven Biscop, David Criekemans, Jonathan Holslag, Ria Laenen, Alexander Mattelaer, Tom Sauer, Hendrik Vos en Rob de Wijk, en politici als Theo Francken en militairen als Roger Housen en Mart de Kruif. In de bovenstaande tweet van 18 januari liet KU Leuven-hoofddocent Steven Van Hecke er geen gras over groeien. Twee dagen eerder had zijn collega, UAntwerpen-professor Tom Sauer, zich in De Standaard afgevraagd waar de nuchtere blik op de oorlog in Oekraïne is gebleven. En daar moest een repliek op komen, razendsnel. Vrede op de voorwaarden van Moskou, dat moeten we niet willen, aldus Van Hecke.
Dubbelinterview in Tertio
Sauer en Van Hecke hebben al eerder met elkaar in de clinch gelegen. Dat was in het dubbelinterview door Sylvie Walraevens in Tertio van 7 december 2022. Anders dan een drietal andere publicaties in Tertio staat dit dubbelinterview niet vermeld op zijn publicatielijst. Dat debat geeft nochtans een interessant beeld van zijn opvattingen. Op de vraag wat Poetin dreef om Oekraïne binnen te vallen, antwoordt Sauer dat Rusland zich onveilig voelt na de NAVO-uitbreidingen en begrijpelijkerwijs een bufferstaat wil. Maar dat is niet de lezing van Van Hecke.
Op de vraag wat Poetin dreef om Oekraïne binnen te vallen, antwoordt Sauer dat Rusland zich onveilig voelt na de NAVO-uitbreidingen en begrijpelijkerwijs een bufferstaat wil.
Van Hecke zegt dat Georgië en Oekraïne nog steeds geen NAVO-lid zijn dankzij het voorbehoud van Merkel en Sarkozy. Voor hem is machtsbehoud als dictator en angst voor Russische dissidenten die in Oekraïne een model zagen, Poetins motief. Van Hecke zal die opinie wel niet baseren op de bloedige, door de VS bekokstoofde, coup van februari 2014, die voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog in Europa een regering met nazi’s op sleutelposities aan de macht bracht. Hij vindt dat landen “die na de nazi- en Sovjetbezettingen getraumatiseerd en zwak achterbleven”, het “soevereine recht” hebben om tot de NAVO en de EU toe te treden.
IJzeren Gordijn
Sauer gaat daar gedetailleerd op in. Anders dan de wereld in het verleden deed met Frankrijk (1815), Duitsland (1945) en Japan (1945), werd Rusland als verliezer van de Koude Oorlog niet opgenomen in de internationale gemeenschap. We hebben Rusland niet geïntegreerd “in de Euro-Atlantische veiligheidsinfrastructuur, ondanks de drievoudige vraag van Moskou om lid te worden van de NAVO: door Gorbatsjov, Boris Jeltsin en zelfs Poetin. Driemaal hebben wij ‘njet’ gezegd. Daarmee hebben we het IJzeren Gordijn gewoon verlegd.” Voor Van Hecke heeft het Westen “genoeg inspanningen gedaan om Rusland te betrekken”, maar Sauer toonde begrip voor de onvrede van Moskou toen het mocht aanschuiven bij de NAVO zonder enige onderhandeling.
Voor Van Hecke heeft het Westen “genoeg inspanningen gedaan om Rusland te betrekken”
Als Van Hecke de vraag of hij het voortbestaan van de wereld op het spel zou zetten voor een principiële positie met ja beantwoordt, zet Sauer hem voor het blok. Het Witte Huis ligt wakker over het risico van de inzet van kernwapens, en jij gelooft daar niet in? Voor Sauer is Van Heckes vergelijking met toekijken bij een misdaad op een persoon, een denkfout. Het internationale politieke systeem is anarchisch. Er is geen regering, parlement, politie of gerecht. Er geldt alleen macht. Als kleine staten ingaan tegen de belangen van de grote, kunnen die grote hard terugslaan, aldus Sauer.
Realpolitik
Van Hecke toont zich een man van de harde lijn. Voor hem moet er een einde komen aan de realpolitik “waarin we alles door de vingers zagen”. Voor hem heeft het Westen in de Minsk-akkoorden “de principes van soevereine keuze en territoriale integriteit laten varen”. Weet de wereldvreemde professor dan niet dat sinds 2014 bijna 15.000 etnische Russen in de Donbas-regio zijn omgekomen onder artillerievuur van het Oekraïense leger? Is hij blind voor de burgeroorlog en de door de Veiligheidsraad bekrachtigde Minsk-akkoorden die daar een einde aan moesten maken? De nuchtere Sauer ontzenuwt Van Heckes retoriek met een pleidooi voor vrede. Er zal een compromis moeten komen, voor de veiligheid van Oekraïne én Rusland, aldus Sauer.
Voor Sauer is neutraliteit voor Oekraïne de minst slechte oplossing. Van Hecke gaat daar schoorvoetend mee akkoord, ervan uitgaand dat Oekraïne wél EU-lid kan worden.
Maar Van Hecke houdt vol: “capitulatie van Rusland zou het ideale scenario zijn”, iets wat Sauer onmiddellijk afdoet als wishful thinking. Voor Sauer is neutraliteit voor Oekraïne de minst slechte oplossing. Van Hecke gaat daar schoorvoetend mee akkoord, ervan uitgaand dat Oekraïne wél EU-lid kan worden. Een EU-kandidatuur kan Kiev onder druk zetten om in het oosten Russisch als tweede taal te erkennen, en afrekenen op mensenrechten, rechtsstaat en vrijheid. De Oekraïense oligarchen moeten van het politieke toneel verdwijnen, aldus Van Hecke.
In zijn artikel in De Standaard laat Sauer zich in grote lijnen op dezelfde manier uit. Maar hij gebruikt daarbij wel andere woorden. Het Westen zal rekening moeten houden met de Russische gevoeligheden. Rusland voelt zich vernederd en genegeerd door de manier waarop het na de Koude Oorlog is behandeld. Had het Westen wat meer empathie opgebracht, dan was deze oorlog nooit in de geschiedenisboeken beland. In vredesonderhandelingen zullen die gevoeligheden aan de orde moeten komen. Dreigen wapenleveringen van het Westen de doorslag te geven, dan heeft Poetin nog altijd kernwapens achter de hand, aldus Sauer.
Woordspelletje
In zijn repliek maakt Van Hecke een woordspelletje van Sauers beroep op begrip voor Poetins gevoeligheden. Hij wijst op pogingen sinds de Tweede Wereldoorlog “om interstatelijke betrekkingen op basis van waarden en principes te organiseren”, noemt daarbij de VN en het internationaal recht, en verwijt Rusland “die waarden en principes” aan zijn laars te lappen. Hier is Van Hecke toch wel heel selectief. Rusland, resp. de Sovjet-Unie en de VS zijn immers aan elkaar gewaagd als het gaat om veto’s. Sinds de Koude Oorlog wordt het veto minder vaak gebruikt, slechts 35 keer. Dat is voor een stuk het gevolg van het fenomeen pocket veto, waarin het dreigen met een veto al een resolutie van tafel kan doen verdwijnen.
Van Hecke gaat de populistische toer op als hij spreekt over “de aanhoudende Russische oorlogsmisdaden”. Die zijn immers niet onafhankelijk vastgesteld, en zoals in elke oorlog zullen ook de Oekraïners oorlogsmisdaden hebben begaan. Ook zijn opmerking als zou China de Russische dreiging met kernwapens als onaanvaardbaar van tafel hebben geveegd, vergt serieuze nuancering. Voor van Hecke is het Russische onveiligheidsgevoel een rookgordijn, alsof een tot de tanden gewapende en getrainde de-facto NAVO bondgenoot aan haar grens geen veiligheidsrisico voor Rusland betekent. Poetin mag de oorlog niet winnen, want “de bescherming van kwetsbare landen op het Europese continent” staat op het spel.
Voor van Hecke is het Russische onveiligheidsgevoel een rookgordijn, alsof een tot de tanden gewapende en getrainde de-facto NAVO bondgenoot aan haar grens geen veiligheidsrisico voor Rusland betekent.
Samenvattend herhaalde het dovemansgesprek in het dubbelinterview in Tertio zich in de Standaard-artikelen. Sauer en Van Hecke spuien veel details, maar weinig onderbouwing, en vooral een gebrek aan oog voor de existentiële aard van het conflict. Zij logenstraffen Jaap de Hoop Scheffer niet als die beweert dat Poetin het Russische Rijk wil terugbrengen, en zwaardere wapens de oorlog niet doen escaleren. Zij zoomen niet uit. En dat is jammer. Want wie pleit voor nog meer en zwaardere wapens naar Oekraïne vraagt wel degelijk om escalatie, nog meer doden en gewonden. Oekraïne kan de oorlog niet winnen. Escalatie dreigt te leiden tot een derde Wereldoorlog, uitgevochten op ons eigen Europees continent.
Het absolute kwaad
De Russische politiek filosoof Aleksander Dugin zegt dat Rusland voor het eerst in de geschiedenis een absolute oorlog voert, een strijd tegen het absolute kwaad. Voor de Franse socioloog Emanuel Todd is de oorlog tussen de VS/NAVO en Rusland een existentieel conflict. Het Westen moet niets hebben van Rusland, en al zeker niet van het Rusland van Poetin. Als erfgenaam van de slavernij en het kolonialisme, maker van nucleaire, chemische en biologische wapens, stelt het zich op als superieur aan Rusland. Het is vergeten dat de Tweede Wereldoorlog werd gewonnen ten koste van meer Russisch bloed dan dat van welke geallieerde ook. De elites in het Westen azen op de gigantische Russische minerale reserves, en zullen elke smerige truc uit de kast halen om hun doel te bereiken.
Rusland neemt het voortouw in de strijd tegen 500 jaar pompeuze zelfaanbidding en imperiale vijandschap van het Westen.
Todd denkt dat de elite zich zorgen maakt over de westerse en vooral Amerikaanse schulden. Het Amerikaanse systeem van gedollariseerde hegemonie is onhoudbaar. China en Rusland kopen goud om los te komen van de dollar. Rusland weet Amerikaanse sancties te weerstaan. Het land loopt qua bewapening kwalitatief en kwantitatief ver uit op zijn tegenstrevers, het schuwt niet om economisch of militair het hoofd te bieden aan Westerse druk. Het is populair in niet-westerse landen. In hun perceptie neemt Rusland het voortouw in de strijd tegen 500 jaar pompeuze zelfaanbidding en imperiale vijandschap van het Westen.
Aan de Amerikaanse dollarhegemonie komt een eind, maar dat betekent nog niet de ineenstorting van de VS als natiestaat. Rusland vecht letterlijk voor haar overleving als natiestaat en als beschaving. Zelensky offert zijn land en zijn volk op in een titanenstrijd die de nieuwe wereldorde zal bepalen. De grote vraag is hoe de wereld kan ontsnappen aan een existentieel conflict dat leidt tot wederzijdse vernietiging. Dat vergt kennis, intelligentie, moraliteit, nederigheid, moed, kracht, geduld en onafhankelijkheid, niet enkel bij onze politieke leiders, maar ook bij opinieleiders.