De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Foto: Peter de Bruyne

Triënnalitis (6)

zaterdag 13 juni 2015 18:26
Spread the love

Deze
namiddag begaf ik me met Moby, mijn tien jaar oude yorkshireterriër, naar de
Poortersloge in Brugge met de bedoeling om van daaruit de geluidswandeling van
het kunstenaarsduo [O+A] aan te vatten. O staat voor Odland, A voor Auinger,
twee componisten uit resp. de Verenigde Staten en Oostenrijk, die samen al heel
wat geluidskunstwerken mochten ontwikkelen in opdracht van grote steden als New
York, Miami, Wenen, Rome, enz.  Met de
installatie ‘Quiet is the new loud’ willen ze in het kader van de Triënnale
voor Hedendaagse Kunst de stad Brugge akoestisch laten ervaren op verschillende
manieren. Een daarvan is de ‘Water Songline’, een stadswandeling met een
zilverkleurige ballon in de hand.

Volgens
de brochure bevat die ballon een luidspreker die op verscheidene locaties in de
stad geactiveerd wordt via een gps-gestuurd netwerk, waardoor de architecturale
omgeving effectief hoorbaar wordt.

Moby en
ik waren erop gevierd om onze stad eens op deze onconventionele manier te
bezoeken, maar in de Poortersloge kregen we te horen dat dit niet kon omdat we met
zijn tweeën moesten zijn. Minimum twee, maximum vijf. Grappenmaker die ik ben
zei ik dat we toch met zijn tweeën waren, maar de jongeman achter de balie zei dat
mijn viervoeter wellicht niet goed de apparatuur zou kunnen bedienen, waar hij
hoogstvermoedelijk gelijk in had. Eén iemand moest de ballon en een gids
vasthouden, iemand anders moest een doosje met knoppen bedienen. Hoe dan ook,
van alle ballonnen die ze in huis hadden, was er nog maar één die werkte. Had
de installatie dan zoveel succes? Niet echt, de ballonnen gingen gemiddeld zo’n
vijf keer per dag de deur uit. Tot enkele dagen geleden weliswaar.

Dat deed
me denken aan het interview met Sam Auinger dat ik in De Morgen las en waarin
hij opschepte over de technische hoogstandjes van dit kunstwerk: “Het is een
nieuw concept, dat steunt op nieuwe technologie die speciaal hiervoor
ontwikkeld is, met speakers die zo licht mogelijk zijn en nieuwe
navigatietechnologieën die de route haarfijn uitstippelen.”  Het gebeurt wel meer dat de techniek de kunst
saboteert. “Met deze installatie willen we de mensen helpen om hun eigen stad
beter te begrijpen en de stilte meer te appreciëren”, zegt Auinger ook nog in
dat interview. Het zal dus voor een volgende keer zijn.

In de
brochure is nochtans niks terug te vinden over die numerus clausus, wat wel
gemogen had. Als alternatief zijn Moby en ik dan maar gaan liggen op een
helrood platform op het pleintje vlak voor de Poortersloge, alwaar we, volgens
diezelfde brochure, getrakteerd zouden worden op een zen-ervaring door het
geluid van auto’s, bussen en mensen fysiek tot ons te laten doordringen.  U kunt zich voorstellen dat wij door onze
liggende houding heel wat bekijks hadden van het langs slenterende publiek,
maar veel effect had deze installatie niet op ons, laat staan iets wat op een
zen-ervaring zou moeten gelijken. Of bedoelden ze een gêne-ervaring?

Bij het terugkeren
zag ik op de Markt dat de spiegelkooi van Vibeke Jensen ondertussen helemaal
een kermisattractie geworden is. Er staat geen cijferslot meer op de deuren en
iedereen loopt er binnen en buiten, soms met tien, twintig tegelijk, waar je
volgens het concept maar met zijn tweetjes naar binnen mag: één vreemdeling en
één Bruggeling. Om elkaar aan te zetten ‘tot reflecties over kijken en bekeken
worden, over het recht op toegang to de publieke ruimte, sociale controle,
burgerrechten en –plichten’.  Thans is de
spiegelkooi gewoon een kleine ruimte van waaruit je kunt kijken naar mensen zonder
dat die zien dat je naar hen kijkt. Zoals een auto met geblindeerde ramen.

Kom, Moby, we gaan naar huis.

take down
the paywall
steun ons nu!