De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Taalgebruik Menen wijst op defensieve houding
Taal, Menen, Taalwet -

Taalgebruik Menen wijst op defensieve houding

vrijdag 6 september 2013 11:53
Spread the love

Hopen op een mentaliteitswijziging door strikte instructies aan gemeentepersoneel in Vlaanderen om enkel nog Nederlands te praten wijst vooral op een probleem. Een probleem dat beter verdient dan een defensieve houding bij de overheid en bij de betrokken inwoner.

In een ziekenhuis of voor de rechter kan je bezwaarlijk aannemen dat Jan Modaal vanuit zijn afhankelijke situatie beredeneerde onwil zou tonen door niet ten volle alle middelen en dus ook de taal van de zorgverlener of overheid naar best vermogen te gebruiken. Als de hulpverlener daarbij overschakelt naar de taal van de patiënt of van de rechtzoekende, dan versterkt dat de maatschappelijke kwaliteit van diens optreden.

Voor tweetalige gebieden is er gelukkig de taalwetgeving die als leidraad kan gehanteerd worden voor professionalisme én hoffelijkheid. In eentalige gebieden zou, los van de juridische gegevenheden, datzelfde professionalisme voorop moeten staan waarbij hoffelijkheid en integrale kwaliteitszorg hand in hand gaan. Vooral een principiële opstelling inzake taalgebruik kan daarbij een obstakel vormen. De inschatting van de respectievelijke intenties zorgt al te vaak voor een drempel bij  alle betrokkenen.

De relatie van de klant met de overheid-dienstverlener moet dus zowel rekening houden met de echte of vermeende kennis van de klant, en als met geprofessionaliseerde kwaliteitszorg voor de klant.

Wie uitgaat van de afhankelijkheid van de klant (bv. aanvraag identiteitskaart bij de gemeente) of wie van de eigen meerwaarde vertrekt zonder daarbij de voeling met de klant actief in de dienstverlening op te nemen (bv. geneesheer in ziekenhuis), stelt enkel een probleem vast.

De klant kan daarbij effectief of een geveinsd gebrek aan talenkennis hebben. Soms kan hij of zij daarvoor verantwoordelijk gesteld worden indien dat een bewuste of minder bewuste keuze zou zijn. Het onderscheid is moeilijk omwille van het genoten onderwijs, omwille van het sporadisch gebruik, het leervermogen of gewoon de leeftijd van betrokkene.

Daarom lijkt het aangewezen dat de loketbediende bij taalproblemen met een inwoner in een Vlaamse gemeente systematisch doorverwijst naar het cursusaanbod Nederlands op maat van betrokkene en daarbij ook individueel verwijst naar het maatschappelijk nut van talenkennis voor iedereen. Dit is een objectieve informatie voor wie een gebrekkige taalkennis op termijn wil wegwerken. Voor wie als inwoner denkt zich niet te moeten openstellen inzake taalkennis zal dit verplichte nummertje vroeg of laat uitmonden in een defensieve houding. Deze attitude bij de overheid moet ook de krijtlijnen geven voor negatieve of defensieve gevoelens in eigen rangen.

Uiteraard is de slaagkans van deze opstelling ook in grote mate afhankelijk van de kwaliteit van de samenleving zelf. Niet alles kan geregeld worden door de overheid en haar concrete werking. Zowel in de individuele omgang als bij commerciële contacten hebben defensieve uitlatingen of cynisme een nefaste invloed op een positief gemeenschappelijk toekomstperspectief.

take down
the paywall
steun ons nu!