Als een misdaad wordt onderzocht is een belangrijke vraag:”Wie had er belang bij?”. De manier waarop Doel 4 werd stilgelegd vereist een zeer grondige kennis van hoe een eenheid werkt. Met een minieme ingreep werd, ondanks de technische beveiligingen, de groep beschadigd.
De lagers van de as waarop de turbines en de alternator zich bevinden vormen een kwetsbaar element. Ondanks de beveiligingen, die zo nodig de volledige eenheid uitschakelen, is het niet mogelijk de as onmiddellijk te stoppen. Dit gezien de zeer grote massa. Aldus gebeurt de beschadiging.
Bij de voorspelling van het mogelijke stroomtekort vertrekt men van de productiecapaciteit van zeven kernreactoren. Dit stemt niet overeen met de werkelijke behoefte aan elektrische energie, die veel lager is. Gedurende vele tientallen jaren heeft men namelijk kunstmatig het verbruik opgedreven. Het is alsof men de productiecapaciteit aan personenauto’s gelijk zou stellen aan de behoefte daaraan. Gezien de sluiting van Renault Vilvoorde en Ford Genk is dat niet het geval.
Het gaat dan over de toepassingen waar elektriciteit omgezet wordt in warmte op lage temperatuur. Dit niet alleen in huishoudelijke toepassingen maar ook in KMO’s en grote ondernemingen. Juist deze toepassingen verbruiken zeer veel energie.
Elektrische energie besparen gebeurt niet met spaarlampen zoals ik reeds in 2005 in een open brief aan Minister-president Peeters schreef, maar door o.a. de aanleg van stadsverwarming.
Waarom is hier vlakbij in Breda en Tilburg stadsverwarming – die werkt op de afvalwarmte van een thermische elektriciteitscentrale – en is dit onbestaand
in België?
Het brutaal uitschakelen van de elektriciteit in wat men “landelijke gemeenten” noemt is onverantwoord. Elektriciteit dient in de eerste plaats voor de beveiliging van vele toestellen, waaronder ook de verwarmingsketel op gas en stookolie. Het uitschakelen van de verwarming is gevaarlijk voor boorlingen, ouderen en zieken. Zoals ook o.a. het uitschakelen van liften, verluchting, verkeerslichten voor iedereen gevaarlijk is.
De noodgeneratoren van een ziekenhuis vormen een veiligheid voor in geval het openbaar net zou uitvallen. Doelbewust een ziekenhuis laten werken op de noodgeneratoren betekent dat deze veiligheid wegvalt
Het kan toch niet dat men in bv. Limburg gemeenten zonder stroom zou zetten – de behoeft van een stad als Hasselt, dus geen dorp, kunnen geschat worden op zo’n 30 MW – terwijl er vlakbij grote industriële installaties voor elektrolyse zijn die 60MW en meer verbruiken (MW is megawatt, 1000 kilowatt).
De voorgaande redenering geldt eigenlijk voor heel België.
Op verschillende plaatsen in het land bestaan elektrolyse-installaties voor de productie van o.a. koper, zink en chloor. Deze hebben een zeer groot vermogen: 60 tot 100 MW. Zij zijn erop voorzien om te worden uitgeschakeld zonder gevaar voor de installatie of de mensen die ze bedienen. Het bedrijf zelf ondervindt weinig financiële schade vermits daarbij hun belangrijkste kost, de elektriciteit, wegvalt. Indien het inderdaad op een zeker ogenblik noodzakelijk is, kan het uitschakelen van een beperkt aantal van deze installaties wel degelijk volstaan om gedurende enkele uren het tekort te overbruggen. Dit zonder daardoor mensen in gevaar te brengen, iets wat bij het blindelings uitschakelen van gemeenten wel het geval is.
De regering, de openbare macht, moet haar verantwoordelijkheid nemen. Zij moet, op basis van het openbaar belang, beslissen wat er, indien gebleken is dat het inderdaad noodzakelijk is, afgeschakeld wordt. Zij kan dat niet overlaten aan een private onderneming zoals ELIA, die op de beurs genoteerd is en handelt op basis van winstbejag.
De wet op de kernuitstap staat thans opnieuw in de regeringsverklaring. Het tegenwerken, gedurende vele jaren, van een duidelijke overeenkomst en de uitwerking ervan, is ook een manier om een welbepaald doel te bereiken: de bouw van een nieuwe kerncentrale. Dit ,ondanks het feit dat er geen oplossing is voor het kernafval en ondanks Fukushima.