Wie België zegt, zegt stripverhalen met klasse. Vandaag zijn wij wellicht iets minder dan in de naoorlogse periode het leidinggevend land, maar toch. Kuifje en zijn kompanen zijn wereldbekend, de boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald, evenals reeksen zoals Buck Danny. Een andere klassieke mythe in dit wereldje is het duo van de piccolo Robbedoes en zijn vriend de journalist, en zij hebben iets met dieren. Spip is de tamme eekhoorn, en fascinerend is de Marsupilami die in de verhalen opduikt. Het is een vriendelijke maar strijdbaar, vechtlustig dier zelfs. Hij is uit het hartje van de oerwouden gekomen en is geel met zwarte stippen zoals een panter (luipaard). Kenmerkend is zijn ongelofelijk lange staart, waar hij dingen mee kan grijpen en zich mee verdedigt tegen booswichten. Het beest is dus de iconische helper van kinderen, de sterke vriend in de chaotische wereld.
Een Leraar van vlees en bloed. Geen adonis, maar goedlachs, vlot en tactvol.
Rijke emoties
Ik las de originele versie van “La Bète” op scenario van Zidrou. Dat is een nieuwe uitwerking van dit thema die de originelen overtreft, wat mij betreft. Een volwassenen variatie op het thema, die ik graag en geboeid heb gelezen. Samen met tekenaar Frank Pé brengt de verteller een verbazende waaier aan sublieme en subtiele emoties, bij volwassenen en kinderen, van donker, dreigend, crimineel en rauw tot vrolijk, onschuldig, onbeholpen en teder. En een fascinerende versie van het beest die opgegroeide kinderen best weet te boeien.
Oorlog
Het jongetje dat de tweede ster is van het verhaal, kind van een moeder alleen, is de vrucht van een liefdesavontuur met een Duitse soldaat in WO II, het verhaal speelt in 1955. Er groeit een voorzichtige romance tussen haar en de leraar van het kind. Andere personages leven vanuit hebzucht en cynische verveling. De professor in “cryptozoölogie” is een ander buitenbeentje: een eerzuchtige mythomaan.
_
Woonkamer met menagerie
Het thema pesten op school wordt op interessante wijze uitgediept: de makers tonen mooi aan hoe agressie bij de kinderen zijn wortels vindt in houdingen en waarden van de ouders. Mooi getekend is ook hoe goede leerkrachten met de klas omgaan: creatief en lichtjes dapper in het buiten de lijnen van de gewone orde kleuren. Een geslaagde herneming van het thema dat zo wonderbaar aan bod komt in de overbekende film “Dead poets society”.
_
_
Klassenverschillen
Overtuigend is ook de suggestie dat een “natuurlijk kind” en zijn moeder vanzelf van de Natuur en van dieren gaat houden. Een stijl van mededogen ontwikkelt, en van openheid, ondanks de precariteit van de situatie. Het boek werkt ook uit hoe in een maatschappij “klassenverschillen” aanwezig zijn en hoe die in onze gemeenschap relatief zelden expliciet benoemde situatie de contacten (en de confrontaties!) tussen mensen kleurt.
Bij dat alles blijft het dragende sentiment van het verhaal licht en bijzonder vriendelijk: daar zorgt de ironie en de vele knipogen voor. Scenario en beeld werken vlot en harmonieus samen bij het maken van deze humor.
Hier hebben wij te maken met een verstandig en relatief diepzinnig scenario dus, en pakkende, prachtige tekeningen. Meer dan honderd pagina’s lang lopen die, ongenummerd, in dit eerste deel dat doet denken aan Disneyverhalen zoals de 101 Dalmatiërs, en dat reikhalzend doet uitkijken naar de ontknoping van deze onversneden strijd tussen goed en kwaad, tussen uitbuiters en hatelijke figuren enerzijds, en goedhartige, lieden die openheid van geest cultiveren aan de andere. Als er in dit land tot op vandaag vrij ruim levendige sensitiviteit is blijven bestaan voor gewetensvol handelen en denken, dan is dat wellicht ook aan een rijke stripverhalentraditie te danken.
Dit verhaal, dit beeldverhaal is gemaakt met zeer veel liefde. Liefde voor het vak, voor schoonheid, voor verhaal, maar ook liefde voor het leven, voor de mens, voor dieren en voor de mooie maar verdrukte mens. Daaraan zou ik durven toevoegen: met liefde voor de meer boosaardige mens; al was het maar om hem & haar voor schut te zetten en te bestrijden.
Duistere openingspagina’s met machtige criminelen in de haven van Antwerpen
PS. De stadsgezichten van Brussel in het tweede deel doen denken aan deze in het bekroonde werk van Joris Mertens, Bleekwater. In Het Beest is de uitstraling ervan echter heel wat warmer, vriendelijker, minder anoniem. Dit boek is een heus cultuur-Sprookje.
_
_
Onze recensie van Bleekwater kunt u hier herlezen.