We horen nauwelijks nog iets in de mainstream media over Venezuela. Betekent dit goed nieuws voor de Venezolanen en hun land? Laat ons hopen.
Er zijn de laatste jaren in Latijns-Amerika nogal wat verschuivingen gebeurd op politiek vlak. De veelbesproken Organisatie van Amerikaanse Staten heeft veel van zijn pluimen verloren. Niet in het minst omdat nogal wat Latijns-Amerikaanse regeringen het kotsbeu zijn om in de schoot van die organisatie tot treurens toe de hete adem van de VS in de nek te voelen. Luis Almagro, Uruguayaanse advocaat, was minister van Buitenlandse Zaken. Door politiek gemanoeuvreer is hij sinds 2015 secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten. En daarin begon hij de laatste jaren meer en meer te functioneren als de spreekbuis van de VS. In een artikel gepubliceerd in juli vorig jaar verklaarde hij in verband met de situatie in Venezuela: ‘Maduro werd in veel gevallen absoluut onderschat wat betreft zijn overlevingscapaciteiten, politiek management en diplomatieke bekwaamheid en hij verstevigde zijn macht zelfs vanaf een begin met zeer weinig legitimiteit.’
Deze vaststelling van Almagro wordt meer en meer bijgetreden in de wandelgangen van de macht in Washington, in de kantoren van adviseurs en internationale economische organisaties en in de redacties van de mondiale media. President Maduro, geconfronteerd met een ongekend niveau van politieke destabilisatie, internationale bedreigingen en een algemene blokkade van de economie, is er desalniettemin in geslaagd niet alleen te overleven, maar bovendien de macht te verstevigen en een slabakkende economie nieuw leven in te blazen.
Een afdoende interne stabiliteit en legitimatie
‘Misión Verdad‘ is een Venezolaanse website gelanceerd door een groep professionelen in de communicatie met als doel waarheidsgetrouwe informatie te verstrekken over de Venezolaanse en Latijns-Amerikaanse realiteit en de propagandaoorlog te ontmaskeren die door de grote media wordt ontketend. ‘Misión Verdad‘ ziet enkele belangrijke terreinen waarop de regering van Nicolás Maduro vooruitgang geboekt heeft ondanks zware tegenkantingen.
Op 30 april 2019 stond het land op een gevaarlijk kantelpunt door pogingen die ondernomen werden om een staatsgreep te plegen. De hoofdrolspelers waren dezelfde plegers die in 2002 heel kort de macht overnamen en de toenmalige president Hugo Chávez gevangen hielden. Dankzij de massale protestacties van grote lagen van de bevolking en de steun van een deel van het leger werd de staatsgreep een halt toegeroepen. Deze keer werd een nieuwe poging ondernomen onder de dekmantel van de valselijk gepropageerde ‘Operatie Vrijheid’, die erin slaagde de gevangengezette oppositieleider Leopoldo López te laten ontsnappen. Een chronologisch overzicht toont de sleutels tot wat er gebeurde.
Het epicentrum van het nepnieuws in Venezuela was de luchtmachtbasis La Carlota. Daar verraadde een kleine groep soldaten, ontrouw geworden aan de grondwettelijke regels, het land voor betaling en werd het verhaal van een militaire opstand aan de wereld verkocht.
Sociale netwerken waren de brug voor de verspreiding van bedrieglijke informatie. De zakenman en voortvluchtige van justitie, Alberto Federico Ravell, kondigde die ochtend aan dat zowel oppositieleider Leopoldo López als Juan Guaidó, de voormalig afgevaardigde van de Nationale Assemblee (AN), samen met leden van het militaire korps van de kazerne ‘de controle over de luchtmachtbasis La Carlota’ behielden. Aan de wereld werd – op dat moment – meegedeeld dat er een staatsgreep in de maak was.
Sinds de pijnlijke mislukking van de zogenaamde ‘Operatie Vrijheid’ was het alsmaar duidelijker dat het beruchte ‘Project van Guaidó’ op zijn einde liep. Voor de VS was niets te veel om de regering van Nicolás Maduro ten val te brengen. Ze voerden ondermeer een kafkaiaans toneelspel op. Washington erkende namelijk een van de oppositieleiders Juan Guaidó als een parallelle ‘interim-president’ naast de wettelijk verkozen Nicolás Maduro. Guaidó kon met financiële steun van de VS en gestolen buitenlandse valuta van Venezuela onder andere ambassades oprichten die achter hem stonden. De toenmalige Amerikaanse president Donald Trump ontving op het Witte Huis de vrouw van Guaidó als de ‘first lady‘ van Venezuela. En zoals zo dikwijls gebeurt, liepen de lidstaten van de Europese Unie als schoothondjes gedwee achter het VS-baasje aan in die van de pot gerukte sage, die bovendien de Venezolaanse bevolking financieel enorm pijnscheuten berokkende. Maar naarmate de tijd verstreek en ook die theatrale poging van de VS mislukte, ging de macht van Guaidó tanen en vielen rechtse oppositiepartijen hem stilaan af.
De tijd was rijp. In augustus 2021 werd een memorandum van overeenstemming in Mexico ondertekend tussen de regering van president Maduro en het Unitair Platform van de oppositie. In Mexico Stad, met bemiddeling van Noorwegen, en na verschillende voorbereidende vergaderingen, slaagde president Maduro er tenslotte in als enige president van Venezuela erkend te worden door de verschillende oppositiefracties en indirect door Washington, dat overigens de formele start van de dialoog steunde. Daarmee werd Washington gedwongen te aanvaarden dat de maximaal uitgeoefende druk op de regering van president Maduro faalde, het hallucinante avontuur van Juan Guaidó incluis.
Ondanks de sancties van de VS herleeft de economie
Eens rijfde Venezuela royale inkomsten binnen toen de pompen op volle toeren draaiden en de olie rijkelijk vloeide aan voor het land gunstige prijzen. Maar de algemene ineenstorting van de olieprijzen maakte er een einde aan. Daarnaast ontketenden de VS een economische oorlog tegen het land. Venezolaanse tegoeden die in het buitenland geparkeerd lagen werden of geblokkeerd of aangeslagen en een deel daarvan doorgesluisd naar Juan Guaidó (de zogezegd echte president van Venezuela die door de VS en lidstaten van de Europese Unie als zodanig erkend werd) om er de onkosten van zijn oppositieoorlog mee te betalen. De Venezolaanse raffinaderij CITGO, de belangrijkste dochteronderneming van PDVSA, het oliebedrijf van Venezuela, gestationeerd op Amerikaans grondgebeid en andere goederen werden aangeslagen, zo ook een fabriek gevestigd op Colombiaans grondgebeid. Londen blokkeerde de Venezolaanse goudreserves in haar kluizen. Een na een volgden de sancties zich op. Blokkades tegen 43 Venezolaanse schepen, 2 vliegtuigen, naast 109 particuliere en overheidsbedrijven, waaronder zes staatsbanken, onder andere de Centrale Bank van Venezuela en de verantwoordelijke van de internationale reserves. Daarnaast omvatten de maatregelen, naast de confiscatie van CITGO, alle Venezolaanse overheidseigendommen in de VS. In zes jaar tijd verloor het land 99% inkomsten van zijn oliedeviezen. Er volgde een verbod op de aankoop van schuldobligaties, vrachtvervoer, financiële transacties, de aankoop van grondstoffen en verdunningsmiddelen voor benzine, enz.
Uiteraard doet Washington er alles aan om de wereld te doen geloven dat de belabberde economisch situatie van het land weinig te maken heeft met de sancties, maar alles of toch heel veel met incompetentie en corruptie van de regering van president Maduro. En omgekeerd zullen de Venezolanen de economische nachtmerrie zoveel mogelijk in de schoenen schuiven van de Amerikaanse blokkade. Ondertussen grepen regelmatig in het land zelf allerlei boycotacties door oppositieleden, al dan niet financieel gesteund door de VS, waarbij soms hele streken zonder licht zaten. Zoals in vele landen waar sociale spanningen dreigen exponentieel op te lopen, zijn de VS er als de kippen bij, daar waar het gaat over regeringen die hen niet zinnen, om onlusten ontketend door sectoren van de politieke oppositie en sociale ontevredenen aan te wakkeren en te financieren. Venezuela ontsnapte er niet aan. De onlusten van 2014 en 2017 werden daardoor gekenmerkt.
Olie niet alleenzaligmakend
Maduro begon sinds eind 2018 met een beleid uit te stippelen voor de lange termijn en de grondslagen te schetsen van een economisch plan dat moest leiden tot herstel en reactivering van de nationale economie. Hij was niet de eerste. Zijn voorganger Hugo Chávez zat ook al met die plannen en pogingen die in de praktijk niet zo gemakkelijk realiseerbaar blijken te zijn, met name een verschuiving van de nationale economie die zo niet geheel dan toch voor een overgroot deel gebaseerd is op olie-inkomsten. Afgeraken van de te grote afhankelijkheid van de olie-inkomsten is niet voor de hand liggend in een land dat decennialang niets anders kende. In Venezuela ontstond dank zij de olie een kapitalistische klasse die haar proces van accumulatie in stand hield door zich een belangrijk deel van de gulle olierentes toe te eigenen, na de afroming van de Amerikaanse bedrijven die het vóór Hugo Chávez voor het zeggen hadden. In het klassieke kapitalisme gedijen ondernemers door hun arbeiders uit te buiten, maar in het ‘rentekapitalisme’ worden ondernemers geboren wanneer zij een lening krijgen van een bank van de overheid. Zo ontstond een onechte kapitalistische klasse die zich in stand hield door bescherming van de staat en door de verdeling van de rijkelijke olie-inkomsten, dewelke uiteindelijk door buitenlandse olieconsumerende landen betaald werden. De lage belastingdruk, de overwaardering van de bolívar, zachte leningen van de overheidsbanken, aankopen door de overheid en investeringen in infrastructuur ter ondersteuning van de productieve activiteiten waren enkele van de belangrijkste mechanismen voor de verdeling van de olierente ten gunste van deze parasitaire zakenklasse.
President Maduro begreep dat de blokkade van de VS de crisis en de historische grenzen van het ‘rentekapitalisme’ in het land had versneld. Vanuit deze interpretatie van de reële situatie voerde hij een reeks maatregelen in die erop gericht waren de beperkingen om dollars te wisselen op de parallelle markt op te heffen, de activiteiten van de privésector te stimuleren, de buitenlandse investeringen aan te trekken en de inkomsten van de overheid te herschikken via binnenlandse belastingen ter vervanging van de traditionele export, die in mineur geraakt was.
De volgende stap in deze richting kwam met de goedkeuring door de Nationale Vergadering van de ‘anti-blokkadewet’ half 2021, die een uitzonderlijk juridisch kader vastlegde om kapitaalinvesteringen en de bescherming ervan tegen eenzijdige dwangmaatregelen te vergemakkelijken. Zo slaagden de door president Maduro genomen maatregelen erin de consumptie van de gezinnen en de commerciële activiteiten te stimuleren. Daarnaast kwam ook een geleidelijk herstel van de lonen, een van de variabelen die het sterkst aangevallen werd door de economische oorlog van de oppositie en de VS.
Dansen op het slappe koord tussen dogma en pragmatisme
Naast de praktische resultaten van de economische herstelmaatregelen is het uitkijken naar de strategie erachter. De president nam niet alleen maatregelen om de economie, onderdrukt door de blokkade, weer op gang te krijgen, maar hij actualiseerde ook de economische aanpak van het ‘chavisme’ door pragmatisch te werk te gaan en onderhandelingen met de particuliere sector aan te gaan. Tevens zette hij de deuren ver genoeg open voor de accumulatie van particulier kapitaal dat zou bijdragen tot de versterking van de politieke stabiliteit.
Dit plan kwam eigenlijk neer op een nieuw krachtenevenwicht, een soort langdurige wapenstilstand tussen de privé sector en de regering om die sector bij de economische herstelagenda van de regering te betrekken zonder daarbij te moeten overgaan tot enige vorm van politieke capitulatie. Op die manier legde Maduro het bedrijfsleven voorwaarden van politieke erkenning op, eerst door stimulansen voor het creëren en accumuleren van rijkdom mogelijk te maken en vervolgens door deze beslissingen in harmonie te brengen met die politieke belangen van zijn beleid die de voorrang genieten. Op die manier legde hij de spelregels en de gedragslijnen vast van een nieuw economisch pact, gebaseerd op enerzijds voldoende mogelijkheden om winsten te maken, maar anderzijds op het aanvaarden van de voorwaarden (zoals de erkenning van de ‘chavistische’ wijze van besturen) en van de suprematie van de strategische lijnen van de staat voor economische ontwikkeling en onderhandelingen in een klimaat van wederzijds respect. Deze wapenstilstand moet ertoe leiden het vertrouwen van het land terug te winnen in het vooruitzicht van stabiliteit die afhankelijk is van zijn continuïteit in de macht.
Elders in de wereld bondgenoten zoeken
We zegden het al, de VS lieten middelen noch mogelijkheden links liggen om de regering van president Maduro ten val te brengen. Een van die manoeuvres bestond erin de Venezolaanse regering internationaal te isoleren. Die diplomatieke aanval was ongetwijfeld een van de varianten waarin de Verenigde Staten de meeste inspanningen en middelen investeerden. Er waren verschillende initiatieven in dit verband, zoals de Groep van Lima. Om het beleid van Nicolás Maduro te veroordelen werd op 8 augustus 2017 de Groep van Lima opgericht met vertegenwoordigers van Argentinië, Brazilië, Canada, Chili, Colombia, Costa Rica, Guatemala, Honduras, Mexico, Panama, Paraguay en Peru onder impuls van de VS. Inmiddels zorgde Washington ervoor dat het land diplomatiek omsingeld werd door westerse landen en Latijns-Amerikaanse vazalstaten. Die omsingeling werd almaar strakker naarmate het project van neppresident Juan Guaidó meer armslag kreeg.
De Venezolaanse president schatte deze manoeuvre van minachting in als niet zodanig invloedrijk en tevens van korte duur, waartegen hij zich verschanste in een strategie van diplomatiek verzet. Hij zocht en vond versterking door tactische allianties aan te gaan met de opkomende machten in Eurazië, Rusland, China en zelfs Iran. Op basis van deze aanpassing van zijn internationale speelruimte handhaafde hij zijn positie van anti-imperialistisch leiderschap in een regio, die naar rechts overhelde. Zo garandeerde hij bronnen van financiële steun en diplomatieke ruggensteun voor zijn land tegenover Washington dat een gemeenschappelijke tegenstander was geworden van al die landen. Zo kon president Maduro zonder veel kleerscheuren de deur van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), waar de VS subtiel de plak zwaaien, achter zich dichtslaan. Het definitieve vertrek uit de OAS in april 2019 lag in de lijn van zijn versterking elders in de wereld in afwachting van een gunstige wending op middellange termijn op het Latijns-Amerikaanse toneel.
Opkomst linkse Latijns-Amerikaanse regeringen bieden soulaas
President Maduro stelde zich af op een timing die tegen hem inging, maar ondertussen zag hij in de geleidelijke opkomst van linkse regeringen een kans om opnieuw zijn intrede te doen in het landschap van de instellingen die internationale betrekkingen garanderen. Zo bood Argentinië van president Alberto Fernández ruimte om de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten (CELAC) uit zijn stilstand te halen. CELAC bestaat uit de drieëndertig soevereine landen van de regio. En dus zonder de VS! En zo was daarnaast het verzet van de Boliviaanse bevolking tegen een rechtse staatsgreep in 2109 een stimulans om de ook al slabakkende ‘Bolivariaanse Alliantie voor de Volkeren van Ons Amerika’ (ALBA) van zuurstof te voorzien. ALBA is een project van politieke, sociale en economische samenwerking en complementariteit tussen een aantal landen van het Latijns-Amerikaanse en Caraïbische gebied, dat startte in 2004 en aanvankelijk door Cuba en Venezuela werd gepromoot als tegenhanger van de FTAA (Vrijhandelszone van het Amerikaanse continent), die door de Verenigde Staten werd gepromoot. En zo maakte daarnaast ook de overwinning van Andrés Manuel López Obrador tot president van Mexico onderhandelingen tussen de regering en de oppositie van Venezuela levensvatbaar. Eind november 2022 ondertekenden in de hoofdstad Mexico de Venezolaanse regering en de oppositie een overeenkomst waarbij de Verenigde Naties verzocht werd een internationaal hulpfonds te beheren. Over die overeenkomst, die volgde na jaren van politieke strijd tussen de regering en de oppositie werd onderhandeld door Noorwegen met de steun van Mexico en … jawel, de Verenigde Staten. Tijdens een vorige ontmoeting benadrukte de vertegenwoordiger van de Venezolaanse regeringsdelegatie dat het belangrijk is dat de internationale gemeenschap zich aansluit bij de oproep tot volledige opheffing van de 762 dwangmaatregelen die tegen het land zijn genomen.
‘Venezuela rekent af met 762 sancties tegen onze ondernemers, onze olie-industrie, luchtvaartmaatschappijen, landbouwproducten, reizigers en het recht van Venezolanen om overal ter wereld te reizen (…) alle agressieve gebeurtenissen moeten worden opgeheven, daarom zijn wij ook hier in dit proces,’ zei hij.
Afgesproken werd dat de buitenlandse reserves van Venezuela geïnvesteerd worden in de oprichting van een humanitair fonds om voedsel en medische apparatuur het land in te voeren. Het beheer van het fonds ligt bij functionarissen van de Verenigde Naties en een gemengd comité van tien Venezolaanse vertegenwoordigers, terwijl een vertegenwoordiger van het Noorse ministerie van Buitenlandse Zaken toezicht krijgt op de uitgaven. Ook werd afgesproken dat beide partijen blijven onderhandelen over een oplossing voor de economische en politieke crisis van het land, met inbegrip van een aanpak voor de verkiezingen van 2024. Terloops verleende de VS – na de aankondiging van de overeenkomsten – het bedrijf Chevron beperkte toestemming om de oliewinning in Venezuela te hervatten. Maar laten we wel wezen. Dit gebeurde niet zozeer omdat de VS met het armoedig lot van de Venezolanen inzitten, maar gewoon, zoals altijd, uit eigenbelang. Dit keer om het hoofd boven water te houden tijdens de oliecrisis en de angst voor een dreigend tekort.
Ook nog belangrijk voor de geleidelijke heraansluiting van president Maduro op het internationaal toneel was de overwinning van Pedro Castillo in Peru, waardoor de Groep van Lima ten grave gedragen werd en de betrekkingen tussen Venezuela en Peru konden worden hersteld. Inmiddels werd de linkse koers van Peru door een staatsgreep met steun van de VS alweer naar af gefloten. Maar de overwinning van Gustavo Petro in buurland Colombia maakte dan weer veel goed. Beide presidenten lieten er geen gras over groeien om de samenwerking tussen Venezuela en Colombia te herstellen en de gevaarlijke conflicten aan de grenzen tussen beide landen aan te pakken. En last but not least de recente wederopstanding van president Lula da Silva in Brazilië is goud waard voor de positie van president Maduro.
Terug van weggeweest op het internationaal diplomatiek toneel
Werd president Maduro door westerse mogendheden zowat overal scheef of weggekeken, dan zien we hem nu her en der weer opduiken om zijn prestige te herstellen en een klimaat van normalisering van zijn aanwezigheid in multilaterale fora op te bouwen. Zo was hij aanwezig op de laatste topontmoeting van CELAC in Mexico in september vorig jaar. Hij liet er van zich horen:
‘Ik stel de oprichting voor van een algemeen secretariaat van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische Staten met een koele geest en evenwichtigheid en dat we dit secretariaat voldoende macht geven zodat het de leiding kan nemen bij de opbouw van de droom die sommigen van u hebben verwoord. Sommigen van u dromen van de Europese Unie, uitstekend, maar er zijn ook goede ervaringen in de Afrikaanse Unie,’ zei hij.
Op diezelfde top riep president Andrés Manuel López Obrador van het gastland Mexico de VS nog maar eens op om eindelijk de blokkade tegen Cuba stop te zetten.
De toon was gezet. Tijdens de Klimaatconferentie van Sharm-el-Sheikh 2022 (COP 27) in Egypte was zijn ontmoeting met de Franse president Emmanuel Macron, met de gezant van het Witte Huis voor klimaatverandering John Kerry en met de premier van Portugal, António Costa, naast andere bilaterale contacten, een voorbeeld van hoe hij de tijd en het ritme van de ontmanteling van de internationale druk tegen hem correct heeft ingeschat.
Op die manier heeft hij de fictie van de nepregering van Juan Guaidó definitief begraven en is hij stapsgewijs vooruitgegaan tot het doel van zijn internationale erkenning. Daardoor kan hij de facto het klimaat van isolement doorbreken dat het gevolg was van de twijfels die ontstonden over zijn overwinning in de verkiezingen van 2018 en van de triestige en tegelijk potsierlijke soap van neppresident Juan Guaidó, die als een vlieger afging, tot scha en schande van de VS en in hun zog van de Europese Unie, die erin meegingen.
De VS duwen Venezuela ook naar andere oorden zelfs tot in de ruimte
De almaar opgeschroefde machtsverhoudingen tussen de VS en hun bondgenoten enerzijds en landen die zich niet willen schikken naar de Amerikaanse wereldorde zoals Venezuela in Latijns-Amerika en groeiende tegenmachten zoals China anderzijds blijken zich nu ook uit te breiden tot in de ruimte. Begin april dit jaar bevestigde Venezuela dat het door China uitgenodigd werd als eerste land om deel te nemen aan het project voor de bouw van een maanstation dat vanaf 2023 moet worden gebouwd. Het project zal dienen om ‘de evolutie’ van de maan te bestuderen en te zoeken naar een andere planeet die geschikt is voor mensen.
‘Wij verwelkomen de uitnodiging van de regering van de Volksrepubliek China om deel te nemen aan het International Lunar Research Station project, waarmee wij het eerste land zijn dat wordt uitgenodigd om deel te nemen aan dit belangrijke project,’ zei het Venezolaanse ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens de boodschap is deze aankondiging het resultaat van een ontmoeting tussen het Venezolaanse Agentschap voor Ruimteactiviteiten (ABAE) en het Chinese Nationale Laboratorium voor Diep Ruimteonderzoek (DSEL).
Caracas benadrukte ook de oprechte broederschap, vriendschap en solidariteit die het met Peking verbindt, met het engagement om het strategisch partnerschap dat beide landen zoveel voordelen heeft gebracht, verder te verdiepen. Het initiatief maakt deel uit van de gezamenlijke agenda van beide landen om de samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technologisch onderzoek voort te zetten en van gedachten te wisselen over internationale samenwerking op het gebied van de verkenning van de diepe ruimte. De eerste samenwerkingsovereenkomst inzake ruimtevaart tussen China en Venezuela werd reeds achttien jaar geleden ondertekend. Het project voor een internationaal station voor maanonderzoek dat China en Rusland promoten, voorziet in de bouw van stations begin de jaren 2030 met behulp van superzware draagraketten. China keurde in 2022 de vierde fase van dit programma goed. Het Chinees programma voor maanverkenning werd gelanceerd in 2004 met de drie strategische stappen van een baan rond de satelliet, de landing en de terugkeer.
Besluit
De verkeerde inschatting door zowel de Venezolaanse oppositie als de Amerikaanse elites over de positie van president Maduro gaf aanleiding tot een omvangrijk plan om politiek en op internationaal niveau oorlog te voeren en hem omver te werpen. Vandaag geeft president Maduro blijk dat hij de politieke situatie onder controle heeft gekregen. Het resultaat van deze mislukte interpretatie over zijn positie heeft zich in het kamp van de oppositie vertaald in een verlies van oriëntatie, een onderling gevecht om de macht en om de brokstukken die Guaidó heeft achtergelaten binnen te rijven en een politiek vacuüm van wat zij in feite vertegenwoordigen, niet alleen met het oog op de volgende verkiezingen maar ook in termen van wie ze zijn en wat ze betekenen.
Bronnen:
Venezuela. El momento actual de Maduro: los tres planos de su victoria – Resumen Latinoamericano
Venezuela. Primer invitado por China a unirse a su proyecto lunar – Resumen Latinoamericano