Voor Irina De Knop, lid van de federale Kamercommissies Gezondheid en Gelijke Kansen en Mobiliteit en Overheidsbedrijven voor de Open VLD, moet de vrije beroepsuitoefening voor de minister op de schop.
“Artsen worden gedwongen richting conventie, de deeltijdse conventie wordt afgeschaft en de supplementen moeten eraan geloven. Het is de snelste weg naar staatsgeneeskunde. Als liberalen pleiten wij voor een nieuw sociaal pact, met artsen, zorginstellingen én patiënten”(Knack.Be 12 juni 2025). Staatsgeneeskunde? Is dat nu niet zo? En zijn daar geen goede redenen voor?
Staatsgeneeskunde?
“In hun communicatie spreken bonden over de vrees voor “staatsgeneeskunde”. Ze vrezen dat niet de arts of de patiënt, maar alleen de overheid beslist over zorg. “Artsen worden uitvoerders en patiënten nummers. Je krijgt zo een zorgmodel dat innovatief talent verjaagt, gemotiveerde artsen uitput, en patiënten opzadelt met wachttijden, ongelijkheid en standaardzorg”(vrtnws – 11 juni 2025).
Het gaat niet enkel over wie beslist over de zorg maar vooral over voor wie moet betalen, financieren. De publieke gezondheidszorg in België wordt gefinancierd door een combinatie van overheidssubsidies en bijdragen van verzekerden.
De uitgaven voor gezondheidszorg zijn een belangrijk onderdeel van de overheidsfinanciën, met een aandeel van 14,8% in de totale overheidsuitgaven. De stijging was groter voor Langdurige Zorg dan voor Zorgverzekeringswet.
In 2024 zijn er 14,3 miljard euro aan ziekte-uitkeringen uitgegeven. De zorgverleners krijgen in 2024 een indexering van 6,05%. De totale uitgaven voor de ziekteverzekering zijn in 2024 gestegen tot 39,812 miljard euro, een stijging van 1,987 miljard euro ten opzichte van 2023. De geneesmiddelenuitgaven vertegenwoordigen 15,7% van het totale budget voor gezondheidszorg, terwijl andere uitgaven sneller stijgen. Wie betaalt is dus erg duidelijk.
Omerta
Volgens gastro-enteroloog Renaat Schoonjans verdienen vele specialisten netto “zo een hoge bedragen dat het bijna beschamend is daarvoor financiering te vragen. Nu kom ik tot mijn punt van protest tegen uw boutade: vele artsen-specialisten verdienen effectief meer tot veel meer dan het riante loon van meneer Vandenbroucke.”
“Alleen is dit een groot geheim, (eigenlijk heerst er een omerta onder de betreffende subspecialisten), dat niemand wil of durft te bekennen. Het halsstarrig weigeren van elke vorm van openheid hieromtrent, (wat zou kunnen leiden tot egaliseren en normaliseren van hoge specialisten inkomens, één van de eerste en nobelste doelstellingen van de minister) door het Vlaams Artsensyndicaat is een immens gewetensproblemen voor mij en veel van mijn zwijgende collega’s.”(De Specialist, Over staatsgeneeskunde, vrij initiatief en omerta, 7 november 2022).
Overdrijvingen
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) houdt vol dat de ereloonsupplementen van artsen moeten worden beperkt. Ondanks de felle kritiek van heel wat artsen.
“Ziekenhuizen die hun patiënten supplementen van 300 procent durven aanrekenen, zullen deze hervorming voelen. Maar het zijn die overdrijvingen die we weg willen”, zegt Vandenbroucke.
Veel artsen – vooral specialisten – zijn vandaag niet geconventioneerd. Ze kunnen bedragen vragen bovenop de vaste tarieven, zogenoemde ereloonsupplementen. Die worden niet terugbetaald door de overheid. Vandenbroucke wil die voor het eerst beperken.
In Terzake klinkt minister Vandenbroucke vastberaden: “Als we de gezondheidszorg betaalbaar willen houden, moet er veel veranderen. En een van de dingen is de tarieven van artsen eerlijker maken.”
Nu bepaalt elk ziekenhuis zelf welk ereloonpercentage artsen maximaal mogen aanrekenen. Vandenbroucke wil het percentage tegen 2028 plafonneren op 125 procent (voor een ziekenhuisopname in een eenpersoonskamer).
Tussenvormen
Gastro-enteroloog Renaat Schoonjans vindt het opiniestuk dan weer te polariserend. “U stelt polariserend dat er privé-geneeskunde is en volledig regulariserende staatsgeneeskunde. Er zijn tig tussenvormen mogelijk die ons veel verder kunnen brengen qua kwaliteit van leven en werken”.
“Dat de digitalisering van ons werk onvermijdelijk is, is een open deur intrappen. Dat u daarvoor hulp moet krijgen als individueel arts is een logische en te verdedigen vraag, maar dat geldt uiteraard voor alle vaak eenzame zelfstandigen, ook niet-artsen.”( De Specialist).