Gisteren vond in het Brugse kunstencentrum De Werf de derde en laatste aflevering plaats van ‘Spoken Thing’, waarin de Braziliaans-Belgische actrice Luanda Casella monologen afsteekt die ingekleurd worden door jazzmusici. Het wordt niet zo expliciet gezegd maar De Werf speelt met deze formule in op een aanbeveling van de Beoordelingscommissie van de Vlaamse Gemeenschap om meer te experimenteren met jazz én theater, de twee pijlers waarop het kunstencentrum gevestigd is. Ook deel 3, getiteld ‘First is the Worst’ stond op een hoog artistiek niveau, maar de belangstelling was alweer bijzonder pover: een twintigtal toeschouwers.
De titel ‘First is the Worst’ komt van het gelijknamige kinderliedje met variabele verzen dat in veel angelsaksische landen cultureel erfgoed is. Luanda Casella integreerde het in een verhaal over een zekere Mr. Footwork (niet de gelijknamige deejay) die zich verschuilt voor de dood en verdwaalt in allerlei hallucinaties. Zo komt hij op onverklaarbare wijze in Columbia terecht waar hij verliefd wordt op een circusartieste die ook een heks blijkt te zijn en hem uiteindelijk de dood in drijft.
Het verhaal heeft zonder grondige analyse niet zo heel veel om het lijf, maar Luanda Casella moet het vooral van haar manier van vertellen hebben, een vlotte aaneenrijging van tekst (die de toeschouwer van een scherm moet aflezen), gesproken dialogen, stemvervorming, het nabootsen van geluidjes en af en toe zingt ze ook wat. Gisteren werd de soundtrack geleverd door Fulco Ottervanger aan de vleugel en andere keyboards en Simon Segers op drums. Dat het hoofdpersonage Mr. Footwork midden in het verhaal ook drummer wil worden, was mooi meegenomen, want zo kon er een lange drumsolo van af.
Luanda Casella heeft sinds de eerste aflevering van ‘Spoken Thing’ vooral geleerd dat de muziek de tekst niet in de weg mag staan. Met pianist Chris Mendoza wilde dat in ‘The Book of Disquiet’ maar niet lukken, met cellist Lode Vercampt en DJ Grazzhoppa ging dat de vorige keer al veel beter en gisteren had ze met Ottervanger en Segers het volmaakte evenwicht gevonden. ‘First is the Worst’ was een bijzonder mooie, verzorgde voorstelling waarin zowel de muziek als de monoloog evenredig aan bod kwamen.
Waarom er dan zo weinig volk was? Jazz is al niet zo populair, theatermonologen al evenmin. Als die dan nog in het Engels gebracht worden en als De Werf het vertikt om meer informatie over de voorstellingen mee te geven, dan is het niet zo verwonderlijk dat er geen kat geïnteresseerd is.
Misselyk