Ian Buruma1 schreef een nieuw boek over Baruch Spinoza2 dat zich vooral kenmerkt als een schets van het tijdsgebeuren waarin Spinoza leefde, wat de consequentie was van zijn vrijmoedig denken en de verbanning uit de Joodse gemeenschap en hoe betekenisvol zijn opvattingen over de gelijkstelling van god en de natuur waren en zijn.
Daarnaast ontwikkelde Spinoza opvattingen over politiek bestuur waarin niet het leven na de dood maar het leven op de voorgrond kwam te staan. Hij noemde dat conatus wat zoveel als de aangeboren innerlijke drang tot overleven betekent.
Spinoza wordt gezien als een van de belangrijkste Nederlandse denkers op het gebied van filosofie en theologie. Hij leefde in de tijd waarin het rationalisme – mede door toedoen van René Descartes3 – opgang maakte.
De reikwijdte van zijn denken was enorm. Talloze werken zijn over zijn opvattingen geschreven ofschoon zijn oeuvre beperkt is. Hij maakte naam met zijn boek De beginselen van de filosofie van René Descartes 4(1633) dat in het Europa van zijn tijd grote weerklank vond in de intellectuele milieus.
Daarnaast is er zijn boek Ethica (1677) opgebouwd als een wiskundeboek met stellingen en toelichtingen en zijn politiek-theologisch traktaat. Er is zijn grammatica van het Hebreeuws, een belangrijk werk omdat in zijn tijd de interpretatie van de bijbel centraal stond.
Geloofsrichtingen streden om het eigen gelijk, wat zich uitte in talrijke elkaar bevechtende religieuze fracties, niet anders dan nu. Een strijd die van invloed was op het politieke bestuur en die voorzichtig deed zijn bij het uiten van een opvatting die door velen werd opgevat als te vrijmoedig.
Hoe nieuw is nieuw?
Wederom verscheen er een boek over Spinoza, geschreven door de bekende publicist Ian Buruma, die in 2008 de Erasmusprijs kreeg uitgereikt. Bij het schrijven is hij, zoals hij laat weten, onder andere veel dank verschuldigd aan Steven Nadler die gespecialiseerd is in de 17e eeuwse filosofie.
Buruma schreef een helder en plezierig leesbaar boek Spinoza dat als ondertitel meekreeg Filosoof van de vrijheid. Geen boek vol moeilijke begrippen die uiteen worden gezet. Hij plaatst vooral Spinoza in zijn tijd.
Hij geeft veel detailinformatie die vaak speculatief van aard is in de trant van: het zou kunnen zijn…, misschien ontmoette hij die en die… waarschijnlijk… etc. Wel krijg je als lezer een goed beeld van het Amsterdamse 17de eeuwse leven.
Hij beschrijft dat leven onder dreiging van oorlog – eerst de Spaans-Nederlandse en later de Nederlands-Engelse – en van godsdienststrijd. Hij vult het leven van Spinoza in aan de hand van de plaatsen waar hij na zijn verbanning uit de Joodse gemeente een toevlucht zocht, verhuizingen waarbij het bed van zijn ouders hem trouw vergezelde.
In het boek klinkt zelfs een opmerking door over mogelijke homoseksualiteit omdat hij in dat bed met een leerling sliep. Buruma beschrijft zijn karige bestaan als lenzenslijper5 en de overgave van Spinoza aan studie en gesprekken waarin opvattingen worden gespiegeld. Bovenal beschrijft hij de godsdienstige perikelen en discussies waarin Spinoza het buitenbeentje was.
Net als in onze tijd gaat het om het zich vereenzelvigen met lotgenoten, recht en wetmatigheid. Kerkelijke dienaars van alle soorten godsdienstige kleur vochten om geloofsregels die uit de mond van ‘de Almachtige’ zouden komen, een strijd die vaak politieke implicaties had en het doel had de ander het zwijgen op te leggen.
Spinoza zag dat joods-christelijke primaat van een god anders en spiegelde zijn gedachten en opvattingen met vele intellectuele vrienden, want zijn en hun denken was geen stof voor het volk, het vulgus.
Buruma beschrijft hoe Spinoza behendig tussen allerlei klippen en valkuilen door wist te laveren en hoe hij een leven leidde tussen lezen, leren, boeken, discussies en mensen op wie hij kon terugvallen.
Belangrijk was daarbij de Amsterdamse uitgever Jan Rieuwertsz. bij wie hij zijn werk in illegaliteit kon uitbrengen. Spinoza besefte meer dan goed hoe riskant het was om vrijmoedig te spreken.
Naast zijn tolerantie was zijn belangrijkste opvatting de gelijkstelling van god en natuur: deus sive natura. Ofschoon we ons nu zouden afvragen wat daar vandaag zo bijzonder aan is, was het in Spinoza’s tijd alsof je sprak door de mond van de baardige duivel.
Buruma weet die opvatting van Spinoza helder uiteen te zetten en dat is een verdienste. Ik wil hem daarbij kort citeren:
‘Spinoza zei dat aangezien er in de heilige geschriften niets stond dat suggereerde dat God geen lichaam had, je net zo goed kon geloven dat hij dat wel had. Wat betreft de ziel zei hij, dat aangezien het woord verwees naar het leven en alles wat leefde, er geen reden was om bewijs te zoeken voor zijn onsterfelijkheid.’
Spinoza huldigde de opvatting dat er drie vormen van kennis bestonden: kennis die voortkomt uit een rationeel-logische analyse, kennis die ontleend wordt aan de voorstelling, de beeldvorming van waaruit het denken wordt uitgebouwd en kennis die voortkomt uit intuïtie.
Bij die kennisvorming bestond er voor Spinoza maar één substantie waarmee hij de gelijkstelling van god en natuur bedoelde: ‘een oneindige kracht die zichzelf voortbrengt en in stand houdt. Wat door de mensen kan worden waargenomen zijn de modi van deze enkelvoudige substantie: eindige dingen die leven, evenals mentale activiteiten, zoals gedachten, meningen en theorieën. De wetten van God/natuur volgen een logica die door middel van de menselijke rede kan worden nagevolgd.’
Het leidt Spinoza tot een wilsopvatting, waarin de wil gezien kan worden als de omzetting van het denken naar handelen.
Met name zal zijn opvatting over God/Natuur doorwerken in de Latijns-Amerikaanse filosofie waarin Spinoza naast het denken van Christian Friedrich Krause over het panentheïsme veel invloed kreeg (Zie Van Roofbouw naar Opbouw, Wil Heeffer, 2019).
Vrijmoedig denken
Hoe vrij is vrij? Hoe vast zitten we in het dominante narratief dat telkens weer in het eurocentrisme – gebaseerd p Grieks-christelijke uitgangspunten – opklinkt? Hoe gevaarlijk is het om van voorschriften af te wijken, om de toorn Gods te wekken?
De tegenpool van vrijheid bij Spinoza is angst en een volk dat niet door angst wordt afgeremd, kan gevaarlijk opstandig worden. Of zoals het ooit klonk uit de mond van journalist H.M. van Randwijk: ‘een volk dat voor tirannen zwicht, zal meer dan lijf en goed verliezen: dan dooft het licht.’ Het is een gevaar dat in onze tijd opnieuw opklinkt in manieren waarop mensen monddood worden gemaakt.
Wetten hebben het gevaar vrijheid in te perken maar ze voorkomen – zoals Spinoza zich daar terdege van bewust was – ook een wetteloosheid die mensen vrijwaart van de oorlog van allen tegen allen.
We moeten hierbij niet vergeten dat Spinoza getuige was van de lynchpartij op de gebroeders Johan en Cornelis de Witt (20 augustus 1672), een gebeuren dat hem met de grootst mogelijke afkeer vervulde.
Voor Spinoza gold dat de filosofie de hoofdstroom was waar theologie een aftakking van was. Rationaliteit en verbeelding hebben een politiek bestel nodig om tot realisatie van het goede leven te komen en om in harmonie met elkaar te kunnen voortleven. Die opvatting heeft nog niets aan actualiteit verloren.
Ian Buruma. Spinoza – Filosoof van de vrijheid. Atlas/Contact, Amsterdam, 2024, pp. ISBN 978
Notes:
1 Ian Buruma (°1951) is Nederlands schrijver, journalist en historicus.
2 Joods-Nederlands filosoof Baruch Spinoza (1632-1677) was een van de grondleggers van de moderne westerse filosofie. Zijn voornaamste thema’s zijn ethiek, vrijheid, noodzakelijkheid, menselijk geluk, religie en politiek. Zijn ideeën over rationeel denken, vrijheid en tolerantie werden tijdens zijn leven als ketters beschouwd maar zijn tot vandaag relevant gebleven.
3 Frans filosoof en natuurkundige René Descartes (1596-1650) is de grondlegger van het rationalisme. Naast filosofie had hij ook impact op de ontwikkeling van wiskunde en wetenschappen. Van hem is het bekende citaat ‘Je pense, donc je suis’ (ik denk, dus ik ben).
4 Geschreven in het Latijn met als titel ‘Renati Descartes Principia Phiosophiae’.
5 Spinoza stierf op 44-jarige leeftijd aan een longontstekeng, waarschijnlijk een gevolg van ingeademd glasstof tijdens het slijpen.