“Een crisis (meervoud: crises) is een zware noodsituatie waarbij het functioneren van een stelsel (van welke aard dan ook) ernstig verstoord raakt.”
Bedankt Wikipedia om je licht te laten schijnen op de situatie waar we in verzeild zijn. Ik lees diagonaal over de Griekse etymologie en kom dan op:
“Zo bezien, is een crisis een ‘moment van de waarheid’, waarop een beslissing moet worden genomen die van grote invloed is op de toekomst.”
Dat kan wel kloppen ja. Niemand kan ontkennen dat de nieuwsfeiten van afgelopen weken (maanden, zucht) ons allemaal met de neus op de feiten hebben gedrukt. Inderdaad, onze collectieve toekomst staat op het spel. Er moeten beslissingen genomen worden. Maar laat ons eerst de waarheden nog wat in het gezicht geramd krijgen en het debat aanzwengelen.
Ondanks de stilte in de straten, lijkt het of ons volk zijn stem laat horen zoals nooit tevoren. Iedereen heeft het immers gerealiseerd: Als we vandaag zwijgen, als we niet dit maatschappelijk probleem tot ons persoonlijk probleem maken, dan geven we onze bestuurders te weinig of te eenzijdige informatie om een beleid voor ons geluk en dat van onze kinderen uit te stippelen. Vandaag hakt dit er nogal in, maar eigenlijk geldt het altijd. Ik hoop dat iedereen de burgerroep zal horen echoën in zijn binnenste en dat ze samen met de exit strategie naar buitenkomt, ofwel via brulparagrafen op facebook, opiniestukken, massale straatprotesten, verhitte cafédiscussies met je nieuwe beste vriend, …. Als we recht krabbelen van deze mokerslag zit er niets anders op om massaal terug te vechten om onze toekomst veilig te stellen. Dit moeten we doen door een koers uit te stippelen, ergens tussen status quo en revolutie.
Dus beuk ik erin, in het midden van de ietwat hinderlijke situatie voor mij enerzijds, de strijd op leven en dood van velen anderzijds. Ik ben een persoon van consensus tegenover kennissen die ik liefst te vriend houdt. Maar ook een onvermoeibare criticus in het bijzijn van vrienden. Vandaag voel ik me gedwongen om meer mensen als vrienden te zien, en mijn echte gedachten aan het brede publiek kenbaar te maken.
Ik kom op voor mijn eigen kraam, de milieu- en duurzaamheidsproblemen: waterschaarste en energiezekerheid in België, uitputting van grondstoffen, bedreiging van biodiversiteit, bosbranden in de tropen, de klimaatstrijd … Deze problemen krijgen niet de aandacht die ze verdienen, beslissingen blijven uit omdat de impact onderschat wordt en omdat deze crises ons niet acuut om de oren slagen. Daarom zitten we nu met een verouderd kernpark dat niet kan openblijven, maar waar we ook niet zonder kunnen. Daarom trekken 16-jarigen de straten op om de wetenschappers en nerds te verdedigen. Ik schaam me kapot. Het bewijsmateriaal van deze problemen is nochtans overdonderend, en technologisch gezien kunnen we de grootste problemen zeker oplossen. Tot voor kort was er 1 onfeilbaar tegenargument: “Wie gaat dat betalen?” Als we één ding hebben geleerd de laatste weken, is dat mensen een enorme wilskracht hebben, hun gedrag na decennia kunnen aanpassen, en bedrijven en overheden nog veel financiële middelen hebben om een crisis te bestrijden. Recessie? Onwenselijk, meer en meer realistisch, maar nood breekt wet, en een maatschappelijk draagvlak, kan ook leiden tot een financieel draagvlak.
Voor personen die zichzelf nog niet weten te verdrinken in de Apocalyps van ons welvaartsmodel, is realisme plots weer een groter begrip en minder te zien in de context van financieel haalbaar of politiek realisme. Er is terug plaats voor grote dromen en ongebreideld positivisme. We krijgen vertrouwen in onze maatschappij en onze medeburgers dat we samen uitdagingen te lijf kunnen gaan. De financiële middelen kunnen gedeeld worden om een gemeenschappelijk hoger doel na te streven. En in deze context, opgesloten in mijn kot, gaan mijn hersenen van de ketting en vinden ze de vrijheid om terug te dromen, in klaarlichte dag en met open ogen.
Terwijl deze dromen vorm nemen in mijn hoofd, kijk ik uit mijn raam langs de daken van de huizen naar de Vlaamse velden. Aan de horizon zijn nog net de rookpluimen van de kerncentrale zichtbaar. Ik zie velden die al honderden jaren eten produceren, en waarvan de boeren nu nog net een inkomen kunnen verdienen. Ik zie potentieel. Stel je voor dat die velden terug een rechtmatige plaats in onze samenleving kunnen innemen, zij het als productie van voedsel, bio-brandstof, natuur of misschien zelfs alle drie tegelijk. We zullen ze koesteren en beschermen, balans zoeken tussen open ruimte en compacte woonkernen en eindelijk het moratorium op lintbebouwing naleven. Een volgende agrarische revolutie met innovaties en duurzame methoden.
Stel je voor dat aan het einde van die velden het havengebied begint, dat naar aanleiding van de huidige kritiek op een ondoordachte en te doorgedreven globalisatie een andere strategie uitstippelt. Waar we niet na Houston het grootste petrochemische raffinaderijcomplex ter wereld huisvesten, maar de huidige kennis en kracht gebruiken om ’s werelds grootste hub van bio-raffinaderijen uit te bouwen.
Stel je voor dat de huidige verouderende kerncentrales sluiten, en we de koeltorens ombouwen tot een wolkenkrabber of een andere energiecentrale. Wie weet kan met natuurlijke convectie een tocht gecreëerd worden in de toren, die windmolens erin kan aandrijven om stroom op te wekken.
Misschien dat een doorgedreven circulaire economie Europa’s afhankelijkheid van grondstoffen uit verre werelddelen vermindert. Misschien hoeven we dan toch geen nieuw dok te graven om onze import- en exporteconomie te voeden. Misschien ontstaat er zelfs overcapaciteit en kunnen we verouderde dokken een nieuwe bestemming geven. Zoals het Eilandje. Of als gigantische viskwekerijen, recreatievijvers of natuurparken. 50 Doelenaars, koppigaards die de economie voor 30 jaar gijzelden, zullen plots de roem van de Spartanen bij de Thermopylen evenaren.
Zelfs al de failliete cruiseschepen hoeven niet rechtstreeks naar de ontmanteling in Bangladesh. Misschien kunnen we ze voor anker laten gaan in Antwerpen, Venetië of aan het vers opgespoten Doggerland. Daar kunnen we ze ombouwen tot drijvende steden, en het dek bezaaid met pop-ups.
Voor mij hoeft niet één van deze megalomane ideeën werkelijkheid te worden, ze zijn verre van realistisch en geen idee of ze een deel van de oplossing bieden. Maar laat één ding duidelijk zijn. Het volharden van de status quo is geen optie voor een maatschappij die vooruit wilt. Mensen van mijn leeftijd zijn opgegroeid in een fantastische situatie waar we ons maar al te goed van realiseren dat bepaalde problemen in ons maatschappelijk model anders ingevuld moeten worden. Trage actie stelt teleur, hoewel die traagheid soms nodig is. Het merendeel van ons floreert, maar we missen iets. We missen ons verhaal, ons epos, hetgeen wat ons zal definiëren en onderscheiden van onze ouders. Daaruit groeit onze nood om iets nieuws op of uit te bouwen.
Elke generatie kenmerkt zich dat ze een betere toekomst voor zichzelf en de volgende generatie wil uitbouwen. Vandaag zijn al een deel van de werelds beste mensen het beste van zichzelf aan het geven voor dit doel dat compleet los staat van macht, geld of individuele vooruitgang. Wat hun door de miserie sleurt kan denk ik niet anders zijn dan “the bigger picture of a better world.” Het groter verhaal. Ik hoop dat velen dit voorbeeld vanaf vandaag zullen volgen, zodat een betere wereld weer meer binnen het realistisch kader valt.
Als wij zorgdragen voor de planeet, zal zij zorgdragen voor ons.
Maar als wij geen zorg dragen voor de planeet, zal ze terugvechten. Dat is inmiddels een zekerheid. En dat is een strijd waar ik niet aan wil beginnen, noch aan de frontlinie als milieuzorgsoldaat, noch als supporter applaudisserend met een witte vlag. In mijn kot.