Rechtenvrij beeld van Noah Buscher via Unsplash
Rechtenvrij beeld van Noah Buscher via Unsplash.

Schrap deze psychische stoornissen uit het stempelboek?

Wat als depressie, angststoornissen en posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) in de nabije toekomst geschrapt zouden worden als zuiver medisch bestempelbare, psychische problemen? Deze week publiceerde Forbes een artikel over een overtuigende nieuwe paper* waarin biologische antropologen oproepen om anders te gaan nadenken over geestelijke gezondheid. Een visie met potentieel veel impact op de bestaande beeldvorming en behandelwijzen.

woensdag 12 augustus 2020 22:30
Spread the love

 

(*Wie de paper zelf graag uitgebreid bestudeert: hier moet je zijn.)

Laat me even vrij vertalen hoe Forbes de bevindingen samenvat:

Na een grondige analyse van het bewijsmateriaal, leggen de onderzoekers goede redenen op tafel om diagnoses als depressie en PTSS te bekijken als aangepaste antwoorden op tegenslag, veel meer dan als een chemische onbalans. Vanuit de biopsychosociale kijk – de gedachte dat (on)gezondheid altijd een dans is tussen het biomedische, het psychologische en het sociaal-economische – zou je dan een stempel als ADHD kunnen zien als een manier van functioneren die ontstaan is in een voorouderlijke omgeving, maar die niet meer past in hoe we vandaag leven.

“Zolang sociale hervorming niet effectief de sociale oorzaken van lijden aanpakt, moeten artsen het doen met de standaardzorg.”

Aanpassing

Mentale problemen worden routinematig behandeld met medicatie en op die manier dus ook gezien als een medische aangelegenheid. Daartegenover staat de claim dat deze ‘stoornissen’ helemaal niet medisch zouden zijn. (1) Om te beginnen wordt gesteld dat de wetenschap tot op vandaag nog nooit heeft kunnen bewijzen dat angst, depressie of PTSS erfelijke aandoeningen zouden zijn. (2) Ten tweede, beschrijven de onderzoekers, vlakken de curves niet af ondanks het wijdverspreid en steeds toenemend gebruik van antidepressiva. Tussen 1990 en 2010 stond de teller voor zware depressies en angststoornissen wereldwijd op 4,4 à 4 procent. Tegelijkertijd dikt het bewijs aan dat antidepressiva amper tot niet beter werken dan placebo’s. Daarover kan je trouwens zeer boeiende passages lezen in Intimiteit van psychoanalyticus Paul Verhaeghe.

(3) Als derde argument wordt gesteld dat de cijfers wereldwijd blijven schommelen rond 1 op 14 mensen, mét volgende kanttekening: ‘In conflictgebieden lijdt naar schatting 1 op 5 mensen aan depressie, PTSS, angststoornissen of andere mentale problemen.’ Vanuit dat denkpatroon poneren de auteurs van de studie dat al deze zogenaamde stoornissen aanpassingsantwoorden zouden zijn op tegenslag en rampspoed.

Op die manier zien ze onze afweermechanismen als aanpassingen die geactiveerd worden om in bedreigende situaties ons gezondheidsverlies zo veel mogelijk te beperken. Toegepast op angst, kan je angstig en bezorgd zijn dan zien als een manier om gevaar te vermijden. Maar wat dan met depressie? Het argument luidt dat de psychische pijnen van een depressie ons helpen aandachtig te focussen op zeer negatieve ervaringen om de huidige tegenslag te verzachten en gelijkaardige situaties in de toekomst te vermijden.

Wie nu spontaan ‘lulkoek’ zegt: sta eens stil bij het feit dat meer en meer neurowetenschappers deze drie stoornissen overtuigend in verband brengen met ons bedreigingsdetectiesysteem. Angst kan je dan zien als een chronische activatie van onze vlucht- of vechtreflex. PTSS is dan een door trauma getriggerde bevriesreactie, die in essentie als functie heeft om dieren los te koppelen van hun lijden voor ze sterven. Depressie zou dan een chronische activatie van diezelfde bevriesrespons zijn.

“Onderzoek naar depressie, angst en PTSS zou meer nadruk moeten leggen op het verzachten van conflict en tegenslag en minder op het chemisch manipuleren van het brein.”

Stempels maken indruk

Labels zijn dingen die we integreren om te definiëren wie we zijn en tot wat we wel of niet in staat zijn. Heel vaak – zo niet altijd, laat ons even eerlijk zijn – begrenzen deze stempels ons. Alleen al daarom zou het herbekijken van de huidige visie op angst, depressie, ADHD, … hoog op de breed maatschappelijke tafel moeten liggen. Wil je depressieve gedachten blijven zien als een medisch probleem? Of kan je er ook naar kijken als een aangepast antwoord op heftige gebeurtenissen? Tegenslag is iets wat we kunnen overleven, terwijl het stigma van een mentale stoornis ons vrijwel levenslang opzadelt met ‘iets dat we moeten managen.’ Met welk van beide stempels zou jij liever op je hoofd rondlopen?

Laten we ADHD als casus nemen. Een generatie geleden vielen jongens – in Forbes wordt specifiek gesproken van jongens – nog onder de noemer van ‘stoute jongens’ en kregen ze straffen en taken. Vandaag kunnen we kinderen met die stempel vertellen dat ze met een ‘leerverschil’ leven. In plaats van te bestraffen, kan ingezet worden op veelzijdige vormen van ondersteuning. Wanneer dat gebeurt, verdwijnen de gedragsproblemen vaak. Die labelverschuiving is vitaal omdat het kinderen met ADHD ademruimte geeft om ‘goede, flinke kindjes’ te zijn en succeservaringen op te doen. En toch, blijft het officieel een ‘aandachtsprobleem en een hyperactieve stoornis.’

Volgens de studie mag je ADHD niet langer zien als zo’n stoornis, maar bekijk je het beter als een evolutionaire mismatch met de moderne leeromgevingen. Vanuit dat standpunt is ook ADHD dus niet langer een medisch probleem, maar een conflict met een onaangepaste omgeving. Die gedachte wordt bovendien kracht bijgezet door het feit dat de focus van een kind sterk toeneemt door en na fysieke activiteit. Uiteraard nemen we deze studie toch maar beter met het nodige zout, aangezien het onmogelijk alle onderzoek van tafel veegt dat zich focust op andere biologische factoren in het kader van ADHD. Zo zouden bijvoorbeeld vroeggeboorte en hogere risico’s op ADHD verbonden zijn met elkaar.

“Mensen enkel behandelen met antidepressiva is zoals iemand pijnstillers geven voor een gebroken been zonder het bot weer goed te zetten.”

Sociale hervorming

Onderzoekster Kristen Syme bekijkt het zo: ‘Mensen met depressie, angststoornissen en PTSS enkel behandelen met antidepressiva is zoals iemand pijnstillers geven voor een gebroken been zonder het bot weer goed te zetten.’ Ze ziet deze problemen dan ook voornamelijk als socioculturele fenomenen. Hierdoor ligt de oplossing niet per se puur in het herstellen van de onbalans binnenin iemands hoofd, maar misschien wel vooral in het disfunctionele uit de samenleving te proberen halen.

Hoewel de kritiek op de huidige aanpak van geestelijke (on)gezondheid zeer terecht is, heeft de studie niet als doel om halsoverkop de behandelingen te gaan veranderen. Het doel is echter wel op zoek te gaan naar nieuwe manieren om deze problemen te bestuderen. ‘Onderzoek naar depressie, angst en PTSS zou meer nadruk moeten leggen op het verzachten van conflict en tegenslag en minder op het chemisch manipuleren van het brein’, klinkt het.

Wat doe je dan met al het medische bewijs voor precies die hersenchemie? Kunnen we die onderzoeken rijmen met de biologisch-antropologische kritiek op hoe onze mentale gezondheidszorg in elkaar zit? Blijkbaar wel. De veranderingen in het brein die geassocieerd worden met angst en depressie zijn zichtbaar, maar kunnen op zichzelf ook gezien worden als reacties op rampspoed.

De belangrijkste verschuiving die er moet komen, is in de beeldvorming. Herstel wordt altijd voor een deel bepaald door de blik van patiënten op hun kansen om beter te worden. De omdenker dat hun symptomen wel eens een natuurlijke reactie zouden kunnen zijn op negatieve ervaringen, zou in dat opzicht aanmoedigend kunnen werken. ‘Ben ik dan toch geen kapotte fabriek?’

Diagnoses van de troon?

Op zich is deze biopsychosociale bril niets nieuws onder de zon. ‘Zolang sociale hervorming niet effectief de sociale oorzaken van lijden aanpakt, moeten artsen het doen met de standaardzorg voor patiënten. De geschiedenis van de geneeskunde is een verhaal van de best beschikbare behandelingen gebruiken tot er betere aankomen’, klinkt het besluit in Forbes.

Laat me hier nog even een stukje uit de coronababbel met psychoanalytica Ariane Bazan citeren:

‘De filosofie voor het organiseren van de mentale gezondheid zou ik hervormen: ik zou aan de basis van het aanbod in mentale zorg de loutere vraag leggen. Ik zou ook heel hard opletten wat diagnose betreft. Ik zou het diagnostische quasi achterwege laten, of in elk geval zou ik het statuut van het diagnostische zoals het nu is, herbekijken. Ik weet dat het controversieel is en dat veel van mijn collega’s het daar niet mee eens zijn, maar dat is nochtans wat ik zou doen. In de organisatie van de mentale zorg moet naar mijn gevoel de diagnose niet het organisatorisch principe zijn. Ik denk dat de loutere vraag dat moet zijn.’

[…]

‘Ik zou voor de rest de zorg weinig etiketmatig organiseren: jij hebt dit, jij hebt dit, jij hebt dit. Wat niet betekent dat etiketten compleet zinloos zijn. Bepaalde mensen stabiliseren van etiketten, maar dat zou ik dan overlaten aan lotgenotenorganisaties. Als mensen zich groepsmatig willen verenigen, is dat een sociale en niet een mentale aangelegenheid. Dat onderscheid zou ik meer maken en structureel in de maatschappij kleine mentale luchtballonnen invoeren.’

(Lees hier het volledige interview met Ariane Bazan.)

Nog een korte update met kanttekeningen die ik van verdrietdokter Dirk De Wachter meekreeg na het nieuwsgierig doorsturen van dit artikel: ‘Als systeemtherapeut en sociaal psychiater pleit ik ook voor een contextuele benadering van de menselijke psyche. Ik ben het ook redelijk eens met Ariane Bazan dat de diagnostiek te veel voorop staat. Labels brengen vaak stigma met meer nadelen dan voordelen. Dat is uiteindelijk ook wat ik in Borderline Times heb geprobeerd te zeggen. Het tegenover elkaar zetten van lichaam/geest, brein/omgeving, nature/nurture en individu/maatschappij is natuurlijk niet zinnig. Het is altijd een en-enverhaal. Het gaat over kwetsbaarheid ín een context die van steunend tot ziekmakend kan zijn.’

 

Alweer stof tot omdenken en voer voor dialoog!

 

Wie ook bereid is de stigma’s rond chronisch zieken te hervormen: kijk dan zeker naar deze maatschappijkritische babbel tussen twee ‘schadegevallen’, zoals we bij onze noorderburen blijkbaar genoemd worden. Want zieken zijn meer dan kapotte fabriekjes.

 

 

Tot schrijfs,

Lynn Formesyn

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!