En wederom konden we lezen dat aangeschafte mondkapjes door de overheid niet goed waren en afgekeurd zijn. Deze keer geen 600.000 maar een ruwe 5 miljoen. Kleinigheidje toch? Zo’n bericht zit je toch met krommende tenen te lezen en het schaamrood loopt tot achter de oren voor een gemiddelde inkoper hier in Nederland en in de zorg.
Deze week konden we de volgende episode van de serie ‘Nederlandse overheid koopt zelf in’ – het lijkt Peyton Place wel, Dynasty of GTST – en dat het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) – overigens past de bijnaam de LACH (Landelijk Aanschaf en Coördinatie Hulpmiddelen) beter – weer een ‘flater’ heeft begaan bij het inkopen van de overbekende mondkapjes.
Nu is het woord flater misschien een te zwaar beladen woord, maar het lijkt toch echt een soap te worden als dat kantoor van de overheid zich tegen de aanschaf van iets essentieel als beschermingsmaterialen in deze tijd gaat aan bemoeien.
Eerste keer
Het is werkelijk niet te begrijpen. De eerste keer werden er van de 1.5 miljoen mondkapjes er zo’n 600.000 afgekeurd nadat ze waren verspreid. Deze keer heeft de overheidsinstelling geleerd en de kapjes gecontroleerd voordat ze werden verspreid en toen al afgekeurd.
Maar dan nog zakken de sokken er spontaan van af. Hoe is het mogelijk dat een LCH op zo een stuntelige manier aan het inkopen is? Wat is er zo moeilijk aan, aan het inkopen van FFP1 en FF2 maskers? Waar gaat het mis? De eerste keer zou je het door de vingers kunnen zien – alhoewel ik daar faliekant tegen ben bij beschermingsmiddelen – maar nu weer?
In de tijd dat ik een actieve inkoopfunctie had in de veterinaire sector was ik blij dat bij grote dierziekte uitbraken, de overheid zich alleen ging bemoeien met de regels van afzetting, bescherming van andere dieren en bevolking, maar zeker niet de inkoop van materialen en disposables die nodig waren voor het dagelijkse werk in de verschillende organisaties in Nederland.
Lees ook: Onbegrijpelijk, geen woorden voor …
Maar bij deze crisis veroorzaakt door het SARS-CoV-2 virus gaat bijna alles mis bij de aanschaf van beschermingsmiddelen, vanaf de inkoop, de controle, tot aan de verspreiding en de toepassing. Mogelijk over een tijdje ook nog bij de betalingen van de facturen.
Misschien is een NEVI-1 of -2 cursus – laten we het een opfriscursus noemen – voor de inkopers binnen het LCH niet zo slecht, maar ja, dan komen we – als het klassikaal zou moeten zijn – weer andere problemen tegen, maar ik geloof dat er zelfs digitale lessen zijn te volgen. Men moet maar eens informeren.
Tweede keer
Wat is er dan toch zo moeilijk om genoeg en de juiste mondkapjes te kopen in het buitenland? De taal? Kom, ga weg, er is vast en zeker een inkoper in Nederland die Chinees of Japans of Koreaans spreekt. Neen, daar kan het probleem nooit hebben gelegen. Het probleem zit gewoon dieper en dat is de ‘flair van de inkoop’.
Op het moment dat een inkoper beschermingsmaterialen gaat bestellen, heeft hij of zij het nodige voorwerk gedaan, zoals de specs (= specificaties) gelezen, bij collega’s geïnformeerd en nagetrokken binnen de ‘eigen organisatie’ waar de materialen voor gebruikt gaan worden. Dit alles wordt gekoppeld aan de jarenlange ervaring van de inkoper bij de aanbesteding van dit soort grote projecten.
Welnu, hier zijn meteen in het kort de problemen geschetst ! De specs – door de snelheid – niet of niet genoeg gecontroleerd. Dit is een kapitale blunder. Daarnaast koopt het LCH niet in voor de ‘eigen organisatie’, maar voor heel Nederland en daar zitten nogal wat verschillende organisaties met verschillende meningen en eisen. Kijk maar eens naar een afdeling als OK, of de IC, of de gewone afdelingen binnen een ziekenhuis, maar ook naar de verpleeghuizen, de thuiszorg, de mantelzorg en mensen die niet werken in de zorg maar wel op vitale plaatsen, als politie en brandweer, handhaving en schoonmaakdiensten.
En dan hebben we het nog niet gehad over de jarenlange ervaring, maar we moeten aannemen dat de mensen die gevraagd zijn om plaats te nemen in het LCH die ervaring zouden moeten hebben …. toch?
Aangezien er haast met de aanschaf van de mondkapjes is geweest, is er zeker geen openbare en internationale aanbesteding geweest (waar leveranciers op konden inschrijven), want dat duurt te lang. Neen, er is een actieve rol geweest van het LCH om mondkapjes te zoeken en te vinden op de wereld. Wat zijn dan daarbij de nodige selectiecriteria geweest, mag men zich nu best hardop afvragen.
Normaal gaat het bij dit soort materialen om de veiligheid genoemd in de specs, de prijs en de beschikbaarheid. Volgens mij niet in een andere volgorde. Bij beschermingsmiddelen staat de veiligheid op de eerste plaats.
Echter het gevoel bekroop me laatst weer, dat voor het LCH de prijs en de levertijd belangrijker zijn geweest dan de veiligheid die beschreven staat in de specs. En dan ga je als ex-inkoper toch afvragen waar die kapjes zijn gekocht, bij een groothandel in veiligheidsmaterialen of op het dark web of bij een zaak als Ali Baba – niets te nadele van dit soort zaken – maar die geven niet dezelfde garantie als een medische leverancier van dit soort materialen of de producent.
Lees ook: Versoepeling lockdown gevaarlijk
In de media
Op de site Welingelichte Kringen was deze week het artikel Miljoenen mondkapjes afgekeurd om slechte kwaliteit te lezen en hierin konden we de soap weer teruglezen. Het schijnt zo te zijn dat het LCH namens het ministerie van Volksgezondheid ruim 47 miljoen medische mondkapjes heeft besteld en naar Nederland heeft laten komen. Verder staat op de site te lezen: “ … Naast de ruim 5 miljoen afgekeurde maskers zijn er ook nog 3,9 miljoen mondkapjes die niet volledig aan de eisen voldoen. Die worden vooralsnog opgeslagen waarna later wordt bekeken of en hoe deze mondkapjes kunnen worden aangepast om ze eventueel toch te gebruiken. Nu is dat niet nodig, omdat er voldoende mondkapjes voorradig zijn … “
En de opbrengst tot zover is: ruim 5 miljoen afgekeurde mondmaskers en bijna 4 miljoen die niet volledig aan de eisen voldoen. Nu zegt de site dat er een degelijke controle aan vooraf is gegaan, maar daar kunnen, gezien deze cijfers en resultaten, toch vraagtekens bij gezet worden.
Tenslotte
Al bij al is dit weer een aanfluiting bij aanschaf van deze belangrijke beschermingsmaterialen. Dit is alles is een smet op de functie van de inkoop in de zorg in Nederland en zeker op de taak van de gemiddelde inkoper. Het schaamrood staat bij sommige inkopers in de zorg op de kaken.
En daarnaast is het de vraag wat er met de afgekeurde mondkapjes gaat gebeuren. Dat deze niet in de zorg gebruikt mogen worden, zal zeker voor een ieder duidelijk zijn, echter kunnen ze dan niet op andere plaatsen ingezet worden. Daaraan gekoppeld borrelen er natuurlijk wederom vele vragen door het hoofd: waarom koopt Nederland steeds op die plaatsen ‘afgekeurde’ materialen; waarom wordt er geen gebruik gemaakt van mondkapjes gefabriceerd in andere landen als Marokko, Duitsland of Nederland zelf; waarom zijn er zoveel mondkapjes in andere landen dat ze op straat uitgedeeld worden; kan de overheid niet wat doen aan prijzen; welke specs worden er gelezen, ect. etc.