Nieuwsbericht, (bron): Ministerie van Veiligheid en Justitie
De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie) dat mogelijk maakt in meer gevallen het Nederlanderschap in te trekken bij terroristische misdrijven. Dit gebeurt straks na een voorafgaande strafrechtelijke veroordeling voor het geven of volgen van terroristische training. Eerder was dit al mogelijk bij andere terroristische misdrijven. De nieuwe regeling treedt nog voor 1 april in werking. De minister heeft hiermee een duidelijk standpunt ingenomen. Dienst nemen bij een vreemde mogendheid wordt niet geaccepteerd, ook niet als die “mogendheid” de Islamitische Staat is.
Het Nederlanderschap kan worden ontnomen voor het in dienst treden bij de strijdmacht van een andere natie, onder bepaalde voorwaarden. Die natie moet dan vijandig optreden tegen Nederland of tegen een van haar bondgenoten. Deze regel kan niet van toepassing zijn wanneer iemand dienst neemt bij IS of een vergelijkbare organisatie, dat is namelijk geen internationaal erkende staat.
Nu het bedrijven van terrorisme is toegevoegd aan de lijst van mogelijkheden kan de minister van Veiligheid en Justitie besluiten het Nederlanderschap te ontnemen van een vrijwilliger in dienst van de IS, dat is namelijk wel een erkende terroristische organisatie. Ook het facititeren van terroristische misdrijven is nu strafbaar met het ontnemen van de nationaliteit.
Hiermee wordt nog eens tot uitdrukking gebracht dat het Nederlanderschap niet gebruikt mag worden om in het buitenland terroristische misdrijven te plegen of anderen op te leiden voor het plegen van terroristische misdrijven. Wie zich op deze wijze tegen de Nederlandse staat keert, verliest zijn aanspraak op het Nederlanderschap.
Het besluit tot intrekking van het Nederlanderschap is voorbehouden aan de minister van Veiligheid en Justitie. Het is een bestuurlijke maatregel en is alleen mogelijk wanneer er sprake is van een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling. Intrekking zal altijd worden getoetst op proportionaliteit, conform Europese jurisprudentie en mag niet leiden tot staatloosheid. Tegen de beslissing om het Nederlanderschap te ontnemen is bezwaar en daarna beroep bij de rechter mogelijk.
Het haakje is natuurlijk dat een intrekking van de Nederlandse nationaliteit niet mag leiden tot stateloosheid. Bij Nederlanders met meer dan een nationaliteit bezitten zal het duidelijk zijn, die vallen weer terug op hun oorspronkelijke nationaliteit. Mensen die geboren zijn in Nederland en daarom de nationaliteit hebben verkregen, kunnen zich dus nog steeds voor het IS melden als “vrijwilliger” zonder gevaar voor hun nationaliteit.
Het wetsvoorstel van de minister verliest daardoor een flink deel van haar kracht en is een stuk minder effectief. Mensen met ouders of grootouders die niet Nederlander zijn zullen zich niet zo veel aantrekken van de nieuwe wet, er verandert niet zo veel voor hen.
In het land geboren Nederlanders die zich willen melden bij de IS zullen dat toch wel doen, die kunnen namelijk de nationaliteit niet verliezen als het hun enige nationaliteit is. Een gebaar kan belangrijk zijn, maar het gevaar bestaat dat dit gebaar een beetje te leeg is.